De Spaanse premier Pedro Sánchez vindt dat Israël voortaan moet worden uitgesloten van deelname aan het Eurovisie Songfestival. Dat zei hij maandag tijdens een persconferentie, schrijven Spaanse media als El País. Vanwege de meer dan vijftigduizend Palestijnen die Israël inmiddels in Gaza heeft gedood, lag de deelname van Israël aan de afgelopen editie van het Songfestival bij een deel van de kijkers en deelnemende omroepen uiterst gevoelig.
„We kunnen ons geen dubbele standaarden veroorloven, ook niet als het cultuur betreft”, zegt Sánchez. Hij doelt op Rusland, dat na de Russische invasie in Oekraïne in 2022 werd uitgesloten van songfestivaldeelname door de organisator European Broadcasting Union (EBU). „De toewijding van Spanje aan het internationaal recht en de mensenrechten moet constant zijn”, stelt Sánchez.
Bij het Songfestival in het Zwitserse Bazel werd Israël zaterdag tweede. Het land kreeg als enige punten van vakjury’s uit elk land, en bemachtigde vooral veel publiekstemmen. Van stemmers uit twaalf landen, plus de ‘rest van de wereld’-stem, kreeg Israël het maximale aantal van twaalf punten, waaronder van Nederland.
Spaanse omroep wil onderzoek
Ook het Spaanse publiek gaf twaalf punten aan Israël, terwijl het land van de Spaanse vakjury geen enkel punt ontving. De Spaanse omroep RTVE dringt bij de EBU aan op een onderzoek naar de herkomst van die stemmen. Dat schrijft El País maandag.
Voorafgaand aan de finale van zaterdag dreigde de EBU met een boete voor de Spaanse omroep, omdat de Spaanse commentatoren tijdens de halve finale twee dagen eerder de situatie in Gaza hadden besproken voorafgaand aan het optreden van Israël. Het dreigement van de EBU volgde op een klacht van de Israëlische omroep KAN.
Ook de Vlaamse omroep VRT heeft bij de EBU aangedrongen op „volledige transparantie over het stemsysteem”. „Zonder ernstig antwoord op onze zorgen over het Eurovisie Songfestival stellen we onze toekomstige deelname in vraag”, aldus de VRT. Ook herhaalt de omroep dat het met de EBU een debat wil voeren over de toekomstige deelname van Israël. In België sturen de VRT en de Franstalige omroep RTBF om de beurt een kandidaat – bij het Songfestival van 2026 neemt de RTBF die taak op zich.
Lees ook
Oostenrijkse zanger JJ overtreft zijn ‘stoutste dromen’ – en bespaart het Songfestival een ongekend hoofdpijndossier
In de zestienkoppige Eerste Kamerfractie van BBB is het al maanden onrustig. BBB’ers hadden het er vaak over: het zou hen niet verbazen als senatoren de fractie zouden verlaten. In die gesprekken viel niet vaak de naam van Eric Kemperman. Toch maakte hij op maandagavond bekend dat hij de fractie in de Eerste Kamer, en in de Provinciale Staten van Gelderland, verlaat. Hij gaat op beide plekken verder als eenmansfractie.
Lees ook
Eerste afsplitsing bij senaatsfractie BBB: Eric Kemperman gaat alleen verder
Eric Kemperman (60) zegt op dinsdagmiddag in een kamertje van de Eerste Kamer dat hij zich steeds minder thuis is gaan voelen in de BBB-fractie. Over veel onderwerpen denkt hij anders dan het partijstandpunt. Het gaat hem, onder meer, over „vraagstukken van oorlog en vrede”, zoals Oekraïne en Gaza. „Ik heb letterlijk in mijn interne verklaring geschreven: ‘Ik kijk niet in een body bag. Het gaat er niet om wat voor ras, kleur of geloof daarin ligt. Ik vind dat we in Oekraïne veel te oorlogszuchtig zijn geweest. Wij, het Westen. Maar ook wij, mijn partij. En dus ook het kabinet waar we een onderdeel van uitmaken.”
Kemperman voelde vaak sympathie voor de ideeën van FVD, maar voelde zich meer thuis bij BBB, waar hij meer kon bereiken
Het viel in de partij al langer op dat Kemperman met standpunten over Oekraïne afwijkt van de partij. Ruim een jaar geleden gaf hij een interview aan De Andere Krant, een alternatief medium dat in 2018 is opgericht om verhalen te vertellen die de ‘mainstream media’ zouden achterhouden. Het gaat vaak over het coronavirus, Rusland en Oekraïne. Kemperman zei daar dat hij elke week de nieuwe editie van De Andere Krant verspreidt onder senatoren. Kemperman voelde „vaak sympathie voor de ideeën van FVD”. Maar, zei hij, hij voelde zich meer thuis bij BBB, waar hij meer kon bereiken.
Gevoelig verlies
BBB is veruit de grootste machtsfactor in de Eerste Kamer. De partij behaalde in 2023 een verpletterende verkiezingsoverwinning, middenin de stikstofcrisis. Omdat Statenleden de Eerste Kamerleden kiezen, kreeg de partij daar zestien zetels. Toch heeft de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB geen meerderheid in de Eerste Kamer. Voor elke begroting of wetsvoorstel moet de coalitie andere fracties overtuigen. Daarom is het vertrek van Kemperman een gevoelig verlies.
Eric Kemperman zegt dat hij „heel vaak” probeerde de oorlog in Oekraïne te bespreken in de fractie. Maar altijd werd dat „op de lange baan geschoven”. „Ik zei vaak: houd op met dat extra geld en die wapens, en die oorlogszuchtige retoriek. Neem het woord ‘vrede’ eens in de mond. Kijk eens hoe het proeft, hoe het smaakt. Maar dat mocht nooit. Dat gesprek is veel te weinig gevoerd.”
Volgens Kemperman kan zijn vertrek „geen verrassing” zijn. Hij had twee maanden geleden al aan het partijbestuur en aan fractievoorzitter in de Eerste Kamer Ilona Lagas verteld dat hij uit de fractie wilde stappen. In het mei-reces nam hij het definitieve besluit. Op maandagavond hield de zestienkoppige Eerste Kamerfractie een etentje in een restaurant op het Plein in Den Haag. Daar wilde hij het aan de fractie meedelen door een schriftelijke verklaring voor te lezen. Dat kon pas na het eten, maar toen moest Kemperman al naar de Staten van Gelderland. Daarom wilde hij de verklaring delen. „Dat kon niet meer, omdat ik per direct uit alle appgroepen ben gegooid”. Hij heeft de verklaring nu per mail aan alle fractieleden gestuurd.
Kemperman behoudt zijn zetel bewust, zegt hij. „Ik heb enkele jaren geleden bewust voor de politiek gekozen. Caroline sprak me aan, het nuchtere, het plattelandsdenken, het leren jack. Ik heb hier veel in geïnvesteerd, ik heb mijn bedrijf verkocht. Mijn werk hier is nog niet af. Daarom ga ik door.”
Zetel mee
Eenmaal eerder kwam Kemperman landelijk in het nieuws. Dat was vorig jaar, toen NRCschreef dat de senator tientallen Kamervragen had ingediend over de Wet betaalbare huur, die in werkelijkheid waren opgesteld door de vereniging van particuliere verhuurders Vastgoed Belang. Hij zei daar zelf over: „Ik zit misschien wat apolitiek in de wedstrijd.”
Dat Kemperman zijn zetel meeneemt, vindt Ilona Lagas „niet netjes”
Er heerst binnen de BBB-fractie al langere tijd onrust over de vrijheid die de senatoren krijgen van hun fractievoorzitter. Dit speelt met name bij asiel en migratie. Een klein groepje Eerste Kamerleden vindt het beleid van het kabinet te hard, en vindt dat BBB te rechts is geworden. Kemperman behoorde niet bij die groep. Ook vinden sommigen dat ze van de fractievoorzitter te weinig ruimte krijgen, en dat Ilona Lagas te veel luistert naar wat Caroline van der Plas wil, de politiek leider van BBB. Intern wordt niet uitgesloten dat ook andere senatoren op een dag voortijdig vertrekken, bijvoorbeeld als de asielwetten van minister Marjolein Faber (PVV) behandeld worden.
Ilona Lagas is verrast door het vertrek van Eric Kemperman, zegt ze op dinsdagmiddag in de Eerste Kamer. Ze had hooguit „wel eens een gesprek gehad” over Kempermans twijfels. „Ik heb een brief gekregen, maar die heb ik nog niet kunnen lezen. Hij wilde het gisteren toelichten, maar we zaten in een restaurant en ik kon geen kant op. Maar dat geeft helemaal niks. Het is Erics keuze, en wij hebben het te accepteren.”
Dat Kemperman zijn zetel meeneemt, vindt Lagas „niet netjes”. „We hadden afgesproken het niet te doen, iedereen zei dat uit volle overtuiging, maar hij heeft er recht op.”
In mei vorig jaar werd de sociaaldemocratische Europarlementariër Matthias Ecke bij het ophangen van verkiezingsposters in Dresden door drie tienerjongens aangevallen en in elkaar geslagen. Ecke raakte zwaargewond. De jongens overvielen later die avond ook nog een campagnemedewerker van de Groenen.
De aanvallen in verkiezingstijd in Dresden waren geen incidenten. Volgens cijfers die minister van Binnenlandse Zaken Alexander Dobrindt (CSU) dinsdag presenteerde, is het aantal politiek gemotiveerde strafbare feiten tot recordhoogte gestegen: een verdubbeling in tien jaar tijd.
Het Bundeskriminalamt (BKA) registreerde vorig jaar ruim tachtigduizend gevallen, waarvan ruim de helft extreem-rechts gemotiveerd is. Andere achtergronden die het ministerie onderscheidt zijn onder meer links-extremisme en religieuze overtuiging. De cijfers bevatten geweldplegingen, maar ook het gebruik van verboden symbolen of leuzen, bedreiging en vandalisme.
Minister Dobrindt noemde het rechts-extremisme in Duitsland de grootste bedreiging voor de democratie
De „extreme toename”, aldus Dobrindt, heeft te maken met het plaatshebben van meerdere verkiezingen in 2024 en de gepolariseerde stemming in het land. Dobrindt, die polariserende taal in het verleden niet altijd schuwde, noemde het rechts-extremisme in Duitsland de grootste bedreiging voor de democratie. Zijn twee directe voorgangers constateerden hetzelfde. Nieuw is volgens Dobrindt het groeiende aantal jongeren in rechts-extremistische bewegingen, die vorig jaar bijvoorbeeld lhbti-straatfeesten verstoorden. Het hoofd van het Bundeskriminalamt, Holger Münch, constateerde dat jongeren ook vaker bereid zijn geweld te gebruiken.
Lees ook
Lees ook: De radicaal-rechtse AfD focust zich bij de verkiezingen op jongeren. ‘Sociale media zijn overspoeld door fascho’s’
Volgens Dobrindt speelt ook het toegenomen antisemitisme in Duitsland een rol, en dan met name het „geïmporteerde antisemitisme”. Uit de cijfers blijkt dat de helft van de antisemitisch gemotiveerde strafbare feiten afkomstig is uit extreem-rechtse hoek, en zo’n 30 procent voortkomt uit ‘buitenlandse ideologie’, in de termen van het ministerie. Daarmee wordt onder meer gedoeld op in Duitsland verboden leuzen die tijdens pro-Palestijnse demonstraties worden gebruikt. Dobrindt wil meer bevoegdheden voor de opsporingsdiensten en hardere straffen.
Opkomst AfD
Los van de cijfers van het ministerie werden ook cijfers van de organisatie voor slachtoffers van racistisch, antisemitisch en rechts geweld (VBRG) gepresenteerd. De organisatie komt eveneens tot de slotsom dat geweld uit rechtse hoek vorig jaar fors is toegenomen, en wel met 24 procent in vergelijking met 2023.
Die toename wijt de organisatie deels aan de opkomst van Alternative für Deutschland (AfD), de politieke partij die onlangs door de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst als ‘extreem-rechts’ werd ingeschaald. „De AfD is verantwoordelijk voor de normalisering van ophitsende taal en geweld”, aldus Judith Porath van de slachtofferhulp in Brandenburg. Slachtoffers horen volgens Porath vaak: ‘Als de AfD aan de macht is, ben jij hier weg’.
Porath constateert dat onder jongeren in Oost-Duitse deelstaten extreem-rechtse ideeën en ook de bijbehorende esthetiek steeds meer de dominante jeugdcultuur worden, zoals dat ook in de jaren negentig te zien was. Volgens Porath is de situatie nu „gevaarlijker dan destijds, omdat die extreem-rechtse beweging met de AfD een parlementaire arm heeft gekregen”. Ze pleit daarom voor een verbod op de AfD.
Minister Dobrindt vindt een dergelijk verbod – waartoe hooguit het constitutioneel hof na een lang proces zou kunnen besluiten – geen oplossing. Hij wil „de partijen op de flanken met goede politiek wegregeren”.
‘Ik moet even iets eten hoor, anders hou ik het niet vol straks.” Nely Koetsier (81) springt op van de bank en snelt naar de keuken. „Jij ook een kop soep?” We zijn in haar benedenwoning in Schiedam, waar overal, op sokkels en tafeltjes, beelden staan opgesteld, die ze de afgelopen jaren zelf uit steen heeft gehouwen. Beeldhouwen is een van de hobby’s die Koetsier beoefent sinds ze niet meer werkt. Ze gaat ook veel naar musea, naar het theater, gaat uit eten met vrienden, ze zit op dansles en in een zanggroep en ze is lid van een leesclub en een haikuvereniging („Ik verveel me nooit!”), maar de afgelopen twee maanden heeft ze voor niets van dat alles tijd gehad. Het beeld waar ze momenteel aan bezig is staat te verstoffen op de bok.
Ze repeteert namelijk voor Café de Verlossing, de nieuwste productie van het Amsterdamse muziektheatergezelschap Silbersee. Een dorpsopera is het, die zich afspeelt in een dorp waar de jeugd uit weggetrokken is. Het idee kwam van regisseur en artistiek directeur Romain Bischoff, Jibbe Willems schreef het libretto. De cast bestaat uit professionele musici en zangers, een koor én twaalf senioren tussen de 61 en 84, die samen ‘de eeuwige jeugd’ verbeelden; de stamgasten van het dorpscafé. Nely Koetsier is een van hen. Via dat thema, eeuwig leven, en al het gewacht dat daarbij komt kijken, stelt de voorstelling impliciet ook vragen over hoe je te verhouden tot de dood.
Het zijn lange repetitiedagen, vertelt ze, terwijl ze met haar soepkom aan de eettafel aanschuift. Sinds een paar dagen repeteren ze nu in de Havenkerk, waar de voorstelling aanstaande vrijdag in première zal gaan. Ze is blij dat de ochtenden vrij zijn, zegt ze, want haar ochtendritueel is belangrijk voor haar. „Ik zet een kopje koffie en ga daarmee heerlijk terug mijn bed in. Dan lees ik een gedicht. Ik kijk even rustig of ik nog berichtjes heb gekregen, of er nog nieuws is. Dan staar ik nog een kwartiertje voor me uit, om me voor te bereiden op de dag. En daarna doe ik een halfuur mijn oefeningen, tegen de stramheid.”
Repetitie van Café de Verlossing.
Foto’s Olivier Middendorp
Ze was vroeger coach van beroep, vertelt ze. „Ik vroeg vaak aan mensen hoe de start van hun dag eruitzag. Je kunt beter de wekker een half uur eerder zetten en de tijd nemen om op te staan, dan dat je haastig aan de dag begint. Zoiets zei ik dan. En mensen zeiden tegen me dat het ze geholpen had, dus dat zal dan wel.”
De soep is op, we moeten naar de Havenkerk. Koetsier zet er flink de pas in. Vanaf half twee worden de spelers in de kerk verwacht. Ze repeteren tot het avondeten, en na het eten, ’s avonds, spelen ze nog een complete doorloop, met alles erop en eraan: kostuums, grime, decor, licht, zenders. „Als alles goed gaat, ben ik vanavond om een uur of elf weer thuis”, zegt ze. Ze klimt via de wal de brug op („Ik neem altijd de snelste weg”) en haast zich naar de overkant. „Dit wandelingetje ernaartoe gebruik ik normaal altijd om me te concentreren”, zegt ze, „Om vast in mijn rol te komen.”
Voetbaltrainers
Een week eerder ontmoetten we elkaar in het François Haverschmidt-gebouw, een voormalig verpleeghuis, waar Nely Koetsier en de elf andere senioren gedurende zes weken onder de systeemplafonds door regisseur Romain Bischoff, bewegingscoach Juliette van Ingen en regie-assistent Florian Slangen voor hun rollen werden klaargestoomd. Het trio hanteerde daarbij niet bepaald fluwelen handschoentjes. Terwijl de twaalf ouderen zich al zingend, musicerend en dansend door het script heen werkten, stonden Bischoff en Van Ingen als voetbaltrainers aan de zijlijn: wijdbeens, driftig knippend met de vingers als er iemand bij de les moest worden gehouden, binnensmonds vloekend wanneer iemand weer eens een regieaanwijzing vergat.
Ze behandelen ons als professionele spelers. Het moet gewoon goed zijn, met minder nemen ze geen genoegen
Koetsier: „Weet je wat het is: ze behandelen ons als professionele spelers. Het moet gewoon goed zijn, met minder nemen ze geen genoegen. Je voelt je serieus genomen. Snap je? En ze behandelen iedereen, en elkaar, met zo veel respect, en aandacht. Dat is echt zeldzaam hoor. Ik heb veel groepsprocessen gecoacht, dus ik weet waar ik het over heb. Het is bijzonder als er bij de leiding een gunfactor bestaat. Geen afpakfactor. Je voelt je enorm gezien door hen. Iedereen voelt dat zo.” Ook acteertechnisch heeft ze veel geleerd, vertelt ze. „Je weet natuurlijk van tevoren wat je gaat spelen, maar het moet eruitzien alsof het idee ter plekke in je opkomt. Dat was nieuw voor me. Dat heb ik geleerd van Romain.”
Repetitie met rechts Nely Koetsier.
Foto Olivier Middendorp
Koetsier past die les onder andere toe in haar monoloog; een scène waarin haar personage haar verwarring over haar eigen spiegelbeeld onder woorden brengt. ‘Als ik mezelf bekijk, herken ik mezelf niet eens’, is de tekst. ‘Wie is dat oudje dat naar me terug staart in dat raam? Is het nog wel een mens, of is het boom geworden?’ Koetsier speelt de monoloog in het repetitielokaal met een onverzettelijke glimlach; met brede armgebaren zet ze de woorden kracht bij. „Die tekst is natuurlijk heel herkenbaar”, zegt ze. „In de spiegel kijken is niet zo leuk als je in de tachtig bent. Je voelt je nog gewoon jong. Je hebt nog steeds allerlei stoute gedachten, dat gaat gewoon door. Maar in de spiegel zie je hoe de boel afbrokkelt. Daar heb ik best moeite mee gehad.”
Praten over de dood
Het is niet het enige wat haar zwaar valt aan het ouder worden. „Ik ben op een leeftijd waarop de dood veel voorkomt, zal ik maar zeggen. Je kring wordt kleiner. Dat is allemaal niet dramatisch, het hoort erbij, maar je moet er wel mee leren omgaan, om het voor jezelf leuk te houden. Je moet zorgen dat je bezig blijft.”
Praten over de dood, een van de thema’s in de voorstelling, is niet iets wat Nely Koetsier afschrikt; als coach was ze jarenlang gespecialiseerd in rouwverwerking. „Tegenwoordig word je doodgegooid met de dood”, ze lacht, „maar eind jaren tachtig bestond er nog bijna niets op dat vlak. We waren echt pioniers. Mijn werk bestond voornamelijk uit luisteren. En vragen stellen. Als iemand een dierbare verliest, durven mensen er vaak niet naar te vragen. Terwijl je over je gevoelens moet kunnen praten, om iets te verwerken. Vaak wordt er na een halfjaar gezegd: grut, zit je daar nou nóg mee? Ik zei altijd: als mensen meer tijd en rust hadden gehad om naar elkaar te luisteren, dan was ik helemaal niet nodig geweest.”
Repetitie van Café de Verlossing.
Foto Olivier Middendorp
„Kan ik je nu alleen laten?” We zijn bij de kerk, Koetsier wordt vrolijk verwelkomd bij de ingang. Binnen, onder de enorme glas-in-loodramen, heerst bedrijvigheid. Zangeres Fanny Alofs warmt onder de houten kansel haar stem op, een groepje spelers navigeert een bootje op wielen door de middenbeuk van de kerk. Componist Akim Moïseenkov studeert met Simon, een van de senioren, een ritme in. Koetsier schiet een kamer in om zich om te kleden.
Even later komt ze weer naar buiten, in de creatie die Bart Hess voor haar personage ontwierp: een volumineuze jurk van blauw-witte plastic zakken, een strik in het haar. Ze paradeert er opgetogen in rond. „Dat is wat ik zo leuk vind aan de voorstelling”, zegt ze. „Het gaat wel over de dood, maar die kleding, het decor, de liedjes, de dansjes – het is allemaal zo absurdistisch, dat het nergens zwaar wordt. Het is gek. Het is verrassend. Ik vind het een fantastisch stuk.”
Ze voegt zich bij de andere spelers, die klaarstaan om ‘Het lied van de barman’ te repeteren. „Vier met ons het leven”, zingen de in bonte kleding gestoken senioren uit volle borst, in koor. „Laat ons lachen om de dood/ zolang er lucht is, is er adem/ zolang er drank is, is er hoop!”
„Ik rekende gisteren uit dat het over een ruime week allemaal alweer afgelopen is”, zegt Koetsier. „Dan hebben we de laatste voorstelling gespeeld. Gek, toch? Het is in zo’n korte tijd zo’n groot onderdeel van mijn leven geworden. Ik ben best een beetje bang voor het gat waar ik in ga vallen, als het straks afgelopen is.” Dus is ze zich voorzichtig aan het oriënteren, vertelt ze; misschien zijn er vergelijkbare projecten, waar ze aan mee zou kunnen doen. Uit voorzorg heeft ze ook al de nodige afspraken staan, de komende weken. Een weekend naar een thermaalbad, een weekje Oerol. Bezig blijven. Niet op de bank gaan zitten.
Koetsier: „Mijn motto is altijd geweest: een brug die je niet oversteekt, is een gemiste kans op een ander leven. Ik heb veel bruggen overgestoken. Overal ervaringen opgedaan. Dat is leven, vind ik. Nieuwe dingen leren. Ervaringen opdoen. Dát is wat blijft.” Met iets van weemoed bekijkt ze haar medespelers, wat verderop in de kerk. Romain Bischoff tikt op een microfoon. „Even allemaal centraal!”, galmt het door de kerk. Koetsier springt op en voegt zich bij de groep.