Dit stuk is vrijdagochtend 8 december geactualiseerd na het nieuws dat Nadia Calviño is verkozen tot de nieuwe voorzitter van de Europese Investeringsbank
De Spaanse minister van Financiën Nadia Calviño wordt de nieuwe voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB). Europese ministers van Financiën besloten vrijdagochtend in te stemmen met de benoeming van Calviño, die vanaf 1 januari leiding gaat geven aan de grootste multilaterale kredietverstrekker ter wereld, met een balanstotaal van circa 550 miljard euro.
Het betekent dat Spanje een vroege slag slaat in de reeks Europese topbenoemingen die komend jaar van start gaat.
In de race om het EIB-voorzitterschap nam Calviño het onder meer op tegen Margrethe Vestager, de Deense Eurocommissaris voor Mededinging die de afgelopen tien jaar internationaal naam maakte met haar aanpak van belastingontwijking en Big Tech
Het gebeurt niet zo heel vaak dat een linkse partijleider zijn rechtse concurrent om de oren slaat met een gebrek aan economische degelijkheid. Maar tijdens de recente verkiezingscampagne deed de sociaal-democratische Spaanse premier Pedro Sánchez precies dat, in een aanval op zijn conservatieve tegenstander.
„Wij hebben een plan voor de economie, en zij hebben niets”, zei Sánchez tijdens een campagnebijeenkomst. En, voegde hij er glimlachend aan toe: „Wij hebben Nadia, en zij hebben nadie [niemand].”
De Nadia in kwestie: minister van Financiën Calviño, een kopstuk van de Sanchez-regeringen sinds haar aantreden in 2018. In vijf jaar bouwde Calviño (1968) als architect van het Spaanse economisch herstel gezag op in binnen- en buitenland. Deze vrijdag is ze door collega-ministers verkozen tot de nieuwe voorzitter van de Europese Investeringsbank, de financiële instelling van de EU die gezamenlijke doelstellingen financiert. Daarmee eindigt haar ministerschap binnenkort.
Nu ze verkozen is, betekent dat een overwinning voor Spanje, dat met de kandidatuur van de in eigen land populaire Calviño hoog inzette. Temeer omdat de Spaanse het opnam tegen de Deense Margrethe Vestager. Maar ook Calviño heeft een sterk Europees profiel en wordt veel geprezen om haar kennis en kunde. Wie is de Spaanse die leiding gaat geven aan wat de ‘Europese klimaatbank’ moet worden?
‘Echte technocraat’
Een bekend gezicht was Calviño in Spanje allerminst, toen ze in 2018 een telefoontje kreeg van Sanchez met de vraag toe te treden tot zijn ministersploeg. Tot dan had de econoom louter ambtelijke ervaring achter de schermen – zij het op het hoogste niveau, onder meer als topambtenaar bij de Europese Commissie. Nog altijd heeft ze geen scherp politiek profiel en gaat ze er prat op niet eens lid te zijn van de sociaal-democratische partij die haar in de regering benoemde. In het bij tijden zeer gepolariseerde Spanje, onderhoudt Calviño openlijk vriendschappen met politici van oppositiepartijen.
Calviño is, zegt econoom José Juan Ruiz, „een echte technocraat”. Het hoofd van het Elcano Instituut, een gerenommeerde Spaanse denktank, bedoelt het als een compliment. „Nadia is een van de slimste mensen die ik ken. Ze behoort tot de groep mensen die de Spaanse economie echt diepgaand begrijpen en tegelijk perfect doorgronden hoe die met Europa samenhangt.”
Ook buiten Spanje vergaarde Calviño de afgelopen jaren bekendheid als een van de prominentste Europese financiënministers, niet bang zich te mengen in discussies over begrotingsdiscipline, sociaal beleid of gezamenlijke Europese leningen. De afgelopen maanden leidde ze als minister van EU-voorzitter Spanje bovendien de onderhandelingen over het hervormen van de begrotingsregels, een politiek zeer gevoelige discussie die deze vrijdag mogelijk beslecht wordt.
Vorig jaar was het ook Calviño die samen met haar Nederlandse collega Sigrid Kaag (Financiën, D66) aan de basis stond van een opvallend gezamenlijk voorstel voor het versoepelen van die begrotingsregels. Het Spaans-Nederlandse plan kwam er weliswaar op initiatief van Kaag, maar in Calviño vond zij direct een bondgenoot met wie het ook persoonlijk goed klikte. Het voorstel zou de basis vormen voor een Commissie-voorstel waarover nu onderhandeld wordt.
Lees ook
Europa staat voor een keuze, zegt Duitse econoom Zettelmeyer: groen investeren of ‘klimaatramp’
Te jong en onervaren
Het betekende dat Calviño, die de jaren daarvoor al binnen het Spaanse overheidsapparaat was opgeklommen, op 36-jarige leeftijd topambtenaar werd bij de Europese Commissie. Te jong en onervaren, vond menigeen in Brussel. Kroes: „Ik zei: dat euvel lost zich toch per dag op? Maar we hebben toen echt moeten doorduwen.”
Eenmaal binnen verdween de scepsis snel, zegt ook Philip Lowe, tot zijn pensionering topambtenaar bij de Europese Commissie en enkele jaren Calviños meerdere bij het mededingingsbeleid. Ook Lowe looft haar intelligentie en directheid. „Ze zegt dingen recht in je gezicht – ook tegen bedrijven die te maken kregen met fusiebeperkingen. EU-ambtenaren hebben nog wel eens de neiging iets te diplomatiek te zijn. Nadia had daar geen enkele last van.” Van 2014 tot 2018 leidde Calviño in Brussel ook het machtige begrotingsdepartement.
Lees ook
‘Bank van de EU’ is nu een groene voortrekker
Hartelijk, direct, fel
Mensen die eerder met Calviño werkten roemen haar hartelijke en tegelijk directe stijl waarin ze zonder er omheen te draaien discussies tot de kern brengt. Tegelijk klinkt er bij sommigen ook kritiek op haar felheid en de manier waarop ze „zonder genade” haar wil kan doorduwen. Haar openlijke oproep vóór zogeheten ‘eurobonds’ (gedeelde Europese schulden) voedde eerder bovendien argwaan in Noord-Europa, dat daar traditioneel weinig voor voelt en waar stereotypen over de gebrekkige financiële moraal in Zuid-Europa toch niet vreemd zijn.
Het zorgde er mede voor dat haar poging mislukte in 2020 om voorzitter te worden van de Eurogroep. Vooral toenmalig minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) verzette zich fel. Dat Calviño zich in een paneldiscussie laatdunkend had uitgelaten over een verbond van Noord-Europese begrotingshaviken („kleine landjes met klein gewicht”) zette veel kwaad bloed. Ondanks steun van Duitsland en Frankrijk haalde Calviño het toen niet.
Eventuele argwaan is onterecht, benadrukt Kroes. „Ik heb nooit gemerkt dat ze Spanje anders behandelde dan andere EU-landen. Eigenlijk denkt ze misschien nog wel het meest als een Noord-Europeaan.”
Ook andere betrokkenen zeggen dat Calviño’s denken sterk uitgaat van de vrije markt, maar, aldus Lowe, ook „holistisch” is: „Ze zit aan de strenge kant qua begrotingsbeleid, maar heeft altijd ook oog gehad voor het verminderen van ongelijkheden.”
De afgelopen jaren kwam Calviño in elk geval zowel in conflict met een linkse coalitiepartner, die bezwaar maakte tegen maatregelen om de arbeidsmarkt te flexibiliseren, als met grote bedrijven vanwege de hoge belastingdruk. Vooral de aanvaring met Ferrovial was fel, toen het bouwbedrijf vanwege belastingbeleid zijn hoofdkantoor besloot te verplaatsen naar Nederland. „Onacceptabel” aldus de minister.
Juan Ruiz benadrukt dat Calviño vooral een „zeer degelijke econoom” is die daarmee ook het economisch imago van Spanje heeft opgevijzeld. „Kijk alleen maar naar de Spaanse begrotingen van de laatste jaren. Calviño heeft geleerd van vorige crises en snapt het belang van de balans tussen begrotingsdiscipline, investeringen en het eerlijk delen van de lasten.”
Leeslijst