Soundos El Ahmadi: ‘Ik zit vol met woede en rancune. Maar dat is goed voor mijn comedy’

Soundos El Ahmadi (42) zit al klaar in het kantoor van haar agent. Blouse met panterprint, korte legging in oranje neonkleur. Valse wimpers en lange, roze nagels. –

Ze is sinds 2007 een van de comedians van Comedytrain, een gezelschap van stand-upcomedians, bereidt nu haar zesde solotheaterprogramma voor en verschijnt regelmatig op televisie als jurylid, presentator en talkshowgast.

Je vaste visagist Viola Sarkodee zei: Soundos is mijn mocro-barbie.

Luid lachsalvo.

Ze zei dat jouw liefde voor veel make-up een teken is van veel zelfvertrouwen, en dat jij je niet verstopt. Maar je zou ook het omgekeerde kunnen denken.

„Ik heb ook vaak geen make-up op. Daar heb ik nul moeite mee. Maar als ik me opmaak en leuke kleren aandoe, heb ik het gevoel dat ik het leven vier. Ik hou van kleur, van gekkigheid en van experimenteren met een ander uiterlijk.”

Viola maakte je voor het eerst op voor een televisieprogramma in 2018. Naderhand zei je…

„…Dat ik nog nooit zo goed was opgemaakt. Voor die tijd heb ik zo vaak in een stoel gezeten bij visagisten die zich geen raad weten met iemand van kleur. Eén keer zag mijn huid eruit als een grijze, marmeren badkamervloer. Aan Viola hoefde ik niks uit te leggen. Make-up is voor mij ook een manier om me te uiten. ’s Ochtends denk ik: waar heb ik vandaag zin in? Wil ik een soft look, of voel ik me een beetje sletterig?”

Vandaag voelde je je een beetje sletterig?

„Nééé”, ze buldert van het lachen. „Dit is mijn lieve soft look! Wacht, mijn lipgloss hoort erbij, ik pak ’m even.” Ze grabbelt in haar tas. „Ik heb er echt over nagedacht, hè. Vind je me sletterig zo?”

Nee hoor.

„Ik vind het een compliment als je me sletterig vindt. We moeten leren om bepaalde woorden zó te ownen dat ze hun kracht verliezen.”

Vorig jaar toerde Soundos El Ahmadi door Nederland met haar vijfde solotheaterprogramma Comeback Kid. Nadat ze afgelopen najaar deelnam aan het televisieprogramma De slimste mens ter wereld in België, en daarna jurylid werd in hetzelfde programma, brak ze door in Vlaanderen. „De Belgen hadden me zó hoog neergezet, na elke aflevering van De slimste mens stond ik op de voorpagina’s van de grote kranten, ik werd ‘het fenomeen Soundos’ genoemd.” Er volgde een handvol optredens met Comeback Kid in België, begin dit jaar. Die waren snel uitverkocht en werden uitgebreid naar uiteindelijk 24 shows. „We gingen van 9.000 naar 20.000 naar 35.000 verkochte kaarten.”

In Nederland moest je een lange weg afleggen voordat je doorbrak. Hoe verklaar je dat de Belgen je in één klap omarmden?

„Ja, wat een cadeau is dát. België heeft natuurlijk niet mijn hele ontwikkeling meegemaakt. Zij kregen, en dit bedoel ik niet arrogant, een product dat af is. De sterke versie. Ik lijk zó niet op de Belgen, hoe ik praat, mijn grote mond, mijn directheid. Misschien is dat het probleem met Nederland: ik lijk te veel op de Nederlander, alleen niet met datzelfde uiterlijk. Misschien vinden ze dat verwarrend. Ik ben zó Hollands, en in België vinden ze dat fijn.”

Ze hadden het ook aanstootgevend kunnen vinden.

„Ja, maar ik ben geen gemene comedian, hè. Ze voelen dat mijn intenties zuiver zijn.”

In september begint ze met de try-outs van haar nieuwe show, Witte ruis. Ze gaat daarmee, vanaf januari, afwisselend in Nederland en België toeren. Haar regisseur is Joeri Tijdink, eerder ook de regisseur van comedian Daniël Arends. Hij is ook psychiater en onderzoeker aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. In een voorgesprek voor dit interview zei hij: „Soundos weet heel goed dat ze niet de allerbeste comedian van Nederland is. Maar ze roept voortdurend dat ze dat wel is. Daar vinden Nederlanders wat van. De Belgen hebben daar, denk ik, minder moeite mee.”

In je nieuwe voorstelling mag je van je regisseur maximaal twee keer vertellen hoe fantastisch je bent.

„Joeri is heel streng, ik mag veel dingen niet.”

Wanneer begon je met het publiekelijk benadrukken hoe goed je bent?

„Op het moment dat ik in mezelf ging geloven. De ommekeer kwam bij mijn derde programma. Daniël Arends was mijn coach en hij zei: ‘Soundos, wat ik doe, wat Theo doet, wat Micha doet en al die andere mannen, dat doe jij eigenlijk allang, hè. Alleen ben jij een vrouw met veel ruis om je heen, en ook nog een vrouw van kleur, dus jij moet leren om zó zelfverzekerd het podium op te lopen dat het publiek denkt: Waarom is dat wijf zo zelfverzekerd? Ik ben benieuwd wat zij gaat zeggen.’ En dat ben ik gaan doen.”

Je besloot dat je moest gaan vinden dat je goed bent?

„Kijk, er loopt bij Comedytrain niemand rond die op mij lijkt. Ik ben de enige vrouw van kleur, en 96 procent is man. Op het podium staan is op zichzelf al onveilig. Maar als je nog steeds onveilig bent wanneer je van het podium afkomt en met je collega’s praat… Ja, veel succes met grappig zijn. Ik dacht altijd dat onveiligheid, haat, strijd en elkaar naar beneden halen hoorden bij comedy. Als ik nu terugkijk, besef ik dat ik héél veel dingen heb weggedrukt.”

Zoals?

„Racistische en seksistische dingen die tegen me werden gezegd. Dat ik meerdere keren en aan meerdere collega’s moest vragen om me alsjeblieft geen pets op mijn reet te geven als ik van het podium afloop. ‘Ja joh’, zeggen ze dan, ‘het is toch een geintje’.” Ze maakt boze gebaren. „Néé, ik wíl dat gewoon niet. ”

Je durfde dat wel meteen te zeggen?

„Ja, ik krop dat niet op. Als je aan me gaat zitten, dan heb je een probleem. Maar het is moeilijk om dingen uit te leggen aan mannen die dat niet echt willen horen. Zo moest ik ook steeds vragen aan collega’s of ze me niet wilden aankondigen met: ‘Speciaal moment! Nu komt er geen comedian, maar een comédienne!’” Ze zegt het met een langgerekte nadruk op de een-na-laatste lettergreep. „Daar ben ik zeker drie jaar mee bezig geweest. Ik las laatst een stukje uit een interview met Jan Jaap [van der Wal], waarin hij zegt dat hij dat nooit heeft gehoord. Nee, omdat je er nooit last van hebt gehad.”

Foto’s Merlijn Doomernik

Cabaretier Jan Jaap van der Wal, ook comedian bij Comedytrain, reageerde begin deze maand in een interview in de Volkskrant op een radiocolumn van cabaretier Vera van Zelm. Daarin sprak ze zich uit over grensoverschrijdend gedrag naar aanleiding van het rapport-Van Rijn over sociale veiligheid bij de publieke omroep. Van Zelm vertelt onder meer over de periode waarin ze aspirant-lid was van de Comedytrain, en hoe ze daar avond aan avond werd herinnerd aan haar vrouw-zijn. Ze werd op het podium aangekondigd met opmerkingen als ‘Pas op, de volgende is een vrouw, we gaan het zien, haha’.

Het is niet raar, zegt Soundos El Ahmadi, dat je dat soort opmerkingen niet registreert als je er zelf geen last van hebt. „Ik heb vaak geprobeerd te bespreken met mijn collega’s dat er een onveilige sfeer hangt bij Comedytrain. Het eerste wat er dan gebeurt, is dat ze op hun pik getrapt zijn: ‘Oh, dus je noemt mij vrouwonvriendelijk? Maar ik heb die geholpen, en die.’ Dan was ik bezig om die kerels op hun gemak te stellen en ging het niet meer over het echte probleem. Ik bleef altijd achter met die pijn. Ik zit vol met woede en rancune. Maar dat is goed voor mijn comedy.” Ze lacht hard.

Je krijgt veel haat over je heen doordat je zo uitgesproken bent.

„In het echte leven krijg ik nul haat. In het echte leven rennen er tieners op me af die met me op de foto willen en om een knuffel vragen. Maar op sociale media zijn er mensen, altijd mensen zonder foto op hun Instagram en met hooguit vier volgers, die iets van mij vinden. Ja, en deze week bijvoorbeeld weer bij VI.”

Johan Derksen zei in Vandaag Inside over jou: ‘Die mevrouw is totaal niet leuk’.

„Hij heeft nog nooit een show van mij gezien. En de dag dat een racistische verkrachter mij leuk vindt, is de dag dat ik mij zorgen ga maken. Ik vind hem óók niet leuk.”

Joeri zei: ‘Je kunt op verschillende manieren omgaan met tegenslag, en Soundos gaat vechten.’

Sink or swim, win or lose. Ik ben geen Michelle Obama. Zij zei: ‘When they go low, we go high.’ Ik niet, man. When they go low, I go lowerrrrrrrrr, hahaha. Of ik zie er de humor van in, zoals met Youp van ’t Hek.”

Youp van ’t Hek omschreef haar in het najaar van 2022 als een ‘luidruchtige mevrouw om wie, behalve zijzelf, nog nooit iemand gelachen heeft’. In reactie daarop schreef zij een raptekst, gericht aan Van ’t Hek, die ze vorig voorjaar liet horen tijdens De Avondshow met Arjen Lubach. „Ik ben opeens de clout van mannen als Johan Derksen en Youp van ‘t Hek. Zij zijn clout aan het chasen, hè. Ze gebruiken mij om aandacht te genereren. Ik vind dat best wel een eer. Ik bedoel, Youp van ’t Hek, daar had ik vroeger dvd’s van. Het zijn jongetjes op een schoolplein. Wie heeft de langste, wie is de stoerste, wie heeft de grootste bek? Ik heb Youp eerst nog een keurig mailtje gestuurd. Nooit iets op gehoord.”

Wat stond er in dat mailtje?

„Heel netjes: meneer Van ’t Hek, ik heb meegekregen wat u heeft gezegd, ik ben niet van suiker gemaakt. Als u me niet leuk vindt, dan mag u dat uiten. Maar ik vind het wel netjes als u me dan minimaal één keer hebt zien optreden en daar uw mening op baseert. Het enige wat u heeft bereikt is dat rechtse rioolmedia hiermee aan de haal zijn gegaan: ‘Kijk, Nederlands grootste cabaretier lacht die Marokkaan uit.’ Maar ik heb met die rap zóveel kaarten verkocht. Dus: bedankt voor je haat.”

Ik denk wel: als je een bepaalde positie heb bereikt, ga dan óf jongere generaties helpen, óf hou je bek dicht

Glijdt dat echt zo van je af?

„Ik ben niet van teflon, ik ben geen Mark Rutte. Het is jammer. Maar ik raak niet geïntimideerd en ga er niet van huilen. Niet meer. Youp van ’t Hek is geen familie of vriend. Ik denk wel: als je een bepaalde positie heb bereikt, ga dan óf jongere generaties helpen, óf hou je bek dicht.”

Ze zegt dat ze vaak te horen krijgt dat ze praat vanuit slachtofferschap als ze racisme benoemt. „Er zijn zelfs mensen die zeggen: misschien was het een geintje, misschien maak jij het groter. Of: je houdt het in stand als je erover praat. Dat vind ik zó weird. Dus je moet het ondergaan én je moet je mond dichthouden. Mijn realiteit wordt continu ontkend. Ik dacht altijd: als ik mijn best doe, als ik hard werk, als ik grappig genoeg ben, als ik bekend word, dan hoor ik er op een gegeven moment bij. Maar hoe groter mijn bereik wordt en hoe groter mijn zalen worden, hoe meer haat ik krijg.”

Viola noemde het moedig dat jij je niet laat leiden door angst, maar ze vindt het ook eng.

„Oh shit, ja. Jahaaaa.” Ze is even stil. „Ja, activisme werkt erg tegen je in de creatieve sector. Mensen willen geen reuring.”

Snap jij dat zij het eng vindt?

„Ik snap wel dat ze zich zorgen maakt. Deze vind ik moeilijk.” Ze schiet vol. „Viola en ik hebben ons vaak onveilig gevoeld. We moeten altijd onze plek kennen. Het is moeilijk uit te leggen. Andere visagisten die roddelen over Viola. Of Viola die collega’s over mij hoort zeggen, dat was toen we een programma maakten bij Talpa, dat anderen mijn grappen schrijven. Maar ze hoeft niet bang te zijn. Ik heb een grote bek, ik zeik over racisme, ik zeik over seksisme, maar weet je, ik kan klagen over de filmindustrie die niet divers genoeg is, maar dan maak ik gewoon zelf een film.” Dat werd de romantische comedy Meskina, die verscheen in 2021 in de bioscopen en is nu op Netflix te zien.

Foto Merlijn Doomernik

Haar vechtreactie komt niet alleen door „allerlei vormen van onderdrukking” die ze heeft ervaren, ze leerde ook van haar moeder dat ze moet vechten als ze iets wil bereiken. „Mijn moeder was begin twintig toen haar vader overleed. Ze zat thuis met een stiefmoeder die haar voortdurend naar beneden haalde en dacht: dit moet niet mijn leven zijn.” Ze vertrok in haar eentje naar Nederland, leerde Nederlands en deed achtereenvolgens een mbo-, hbo- en universitaire studie.

„Mijn moeder heeft mij altijd verteld: of je bent een slachtoffer, of je bent een vechter. Ik denk dat ze dat heeft geleerd van haar vader, die kolonel was in het Spaanse leger. Ze heeft een strenge opvoeding gehad. Ik ook, er is mij discipline bijgebracht. Ik kreeg altijd te horen: jij kunt niet ook nog te laat komen, niet goed genoeg zijn, de kleedkamer vies achterlaten. Want dan is het: zie je wel, zo zijn ze.”

Haar ouders gingen scheiden toen ze zes was. In de jaren daarna verwaterde het contact met haar vader. Ze zag hem tien jaar niet, totdat hij opeens de souvenirwinkel binnenliep waar ze werkte, op het Amsterdamse Damrak. Ze was negentien. „Hij zag mij, zei ‘hé Soundos’ en we hebben nummers uitgewisseld.”

Herkende hij je meteen?

„Ja, natuurlijk herken je je eigen kind, joh. Ik heb altijd dezelfde kop gehad.”

Wat dacht jij toen je hem zag?

„Ik was boos op hem. Ik was geïrriteerd. Maar ook wel weer blij.”

Herkende jij hem ook meteen?

„Tuurlijk. En toen ik bij hem thuis kwam, en zag dat hij allemaal foto’s van me had en dat hij echt wel… Ja, hij was echt wel trots op mij. Toen dacht ik: misschien moet ik mijn woede maar eens een keer laten gaan. Want in zíjn hoofd had hij het allemaal goed gedaan. Dan heeft het geen zin om te zeggen: waarom heb je dit of dat niet gedaan?”

Hoe verklaarde hij dan dat jullie elkaar tien jaar niet gezien hadden?

Ze maakt een wapperend gebaar en zet een nonchalante stem op: „‘Jaaaaa, zo gaan die dingen, en jij had mij ook kunnen bellen en dat heb je ook niet gedaan.’ Dát. Gewoon alles een beetje wegwuiven. Maar ik was wel blij dat ik hem gezien had en dat ik mijn woede kon loslaten. Omdat dat gewoon niet gezond is.”

Dus díé woede kon je wel loslaten.

„Ja. Ja. Misschien kan ik dat makkelijker als ik van iemand hou. Ik heb een collega die nu al twee jaar bezig is om me weg te pesten bij Comedytrain. En dat kan ik níét loslaten.”

Wat deed hij?

„Ja, dit is moeilijk om… Ik moet even bedenken hoe ik zonder hoofdpijn dit verhaal kan vertellen. Laat ik zo zeggen: ik heb iemand tegengesproken.”

Wat heb je gezegd?

„Hij had een open brief geschreven naar aanleiding van een televisieprogramma over cabaret waarin ik zat. Die brief is gepubliceerd op een cabaretwebsite. Hij schreef dat het programma voor onveiligheid zorgde bij de deelnemende cabaretiers. Ik heb hem, in een reactie onder zijn brief, een grote bek gegeven. Ik zei dat het raar is dat iemand die zélf voor een onveilige sfeer zorgt over veiligheid praat. Dat is hetzelfde als wanneer ik tegen iemand zou zeggen: jij bent luidruchtig en je houdt te veel van aandacht en je lacht te hard. Dan denk jij ook: misschien moet jij even je bek houden, Soun.”

Het leidde tot een hoogoplopend conflict, vertelt ze, waarover ze niet wil uitweiden in de krant. „Ik heb geen zin om weer drie jaar gezeik te hebben met deze motherfucker. Ik ben moe. Ik wil gewoon bezig zijn met het leiden van een leuk leven. En het is ook míjn schuld, hè. Ik heb niet altijd gevochten. Ik heb lang gedacht: misschien heeft hij problemen thuis, misschien is-ie ongelukkig. Ik heb zo vaak mensen over mij heen laten lopen voor de goede vrede. Maar die Soundos bestaat niet meer, die is begraven.”

Wanneer is dat gebeurd?

„Een paar jaar geleden. In een korte tijd zijn te veel mensen over bepaalde grenzen heen gegaan. Ik zie nu beter wat het effect is van steeds de goede vrede willen bewaren. Eerder dit jaar vroegen ze me in een interview in de Humo naar mijn tijd bij de Comedytrain. Ik vertelde dat dat niet altijd over rozen ging, ik heb echt klotedingen meegemaakt. Vervolgens werd ik gebeld door Comedytrain: als jij dit soort dingen zegt, durven vrouwen straks niet meer in onze club te komen. Ik zei: hoor jij wat je zegt? Dat een vrouw die praat het probleem is, en niet een man die dóét? Want jullie weten precíés wie tot op de dag van vandaag het probleem is.

Foto Merlijn Doomernik

In de recensie over haar laatste voorstelling schreef NRC: „Soundos presenteert zich in Comeback Kid als een supervrouw die na een lange weg inmiddels onkwetsbaar is. […] Het is moeilijk te geloven dat Soundos nu alleen maar sterk is. Je zou dan ook graag meer horen en zien van wat er schuilgaat achter de façade en act van deze sterke vrouw.”

El Ahmadi: „Er is geen façade. Want er zat heel veel kwetsbaarheid in. Kwetsbaarheid is niet alleen: ik ben zielig, want mijn vader is dood. Kwetsbaarheid is ook: de vraag stellen of ik dit allemaal wel verdien.”

Joeri zei: ‘Het zou mooi zijn om in een volgende voorstelling iets meer introspectief vermogen te laten zien.’

Meteen: „Is goed.”

Wat vind jij daarvan?

„Het klinkt als een heel goeie, fijne, volgende stap.”

En wat versta je daar bijvoorbeeld onder?

„Meer kritiek naar mezelf. Misschien meer laten zien van de Soundos die mijn vrienden kennen.”

Welke Soundos is dat?

„Ja, dat weet ik nog niet. Ik zit nu midden in het schrijfproces. Ik wil niet dat het er te dik bovenop ligt, zo van ‘en dat heb ik daarvan geleerd en daarover wil ik kwetsbaar zijn’. Misschien meer dat lieve… Maar ik vind lief altijd zo… Een vriendin zei: ik vind het zo fijn als je met je dochter bent, dan gaat het niet om jou. Dan is het niet de Soundos-show, haha.”

Dat vond die vriendin een verademing?

„Ja! Ze vindt het leuk om die zachtere kant van mij te zien. Al zat ze me natuurlijk ook een beetje te fucken. Dat is hoe ik met mijn vrienden omga, we gaan elkaar niet de hele tijd zitten aaien. We plagen elkaar ook.”

Volgens Viola ben je een pestkop, die haar bijvoorbeeld ineens laat schrikken als ze je eyeliner aan het doen is.

„Ja, maar dan zit ik ánderhalf uur stil. Ik vind dit gesprek met jou ook zo lang! Maar ja, ik kan jou hier niet laten schrikken. Ik ken jou niet. En ik doe het nóóit bij de eyeliner, altijd bij het poeder.” Weer die bulderende lach.

Je nieuwe show gaat ‘Witte ruis’ heten. Wat bedoel je daarmee?

„Mijn baby slaapt heel fijn op witte ruis, je weet wel, het geluid van de baarmoeder. Maar witte ruis is ook: de witte mensen om me heen die mij vertellen hoe ik moet bewegen. Wees jezelf, maar wel binnen de kaders waarin wij ons prettig voelen. Waarmee eigenlijk de hele tijd wordt gezegd dat je niet jezelf mag zijn. Of in elk geval iets minder jezelf. Want het is ook júllie schuld hè, dat ik zo’n grote bek heb en daarmee mijn plek wil opeisen. Met jullie bedoel ik de maatschappij. Ik ben het product van deze maatschappij. Ik heb geleerd: als ik niet hardop schreeuw, ben ik in gevaar.”

Je zei eerder dat jouw leven en dat van je kinderen sinds de verkiezingen van 22 november onveiliger voelt.

„Natuurlijk. Dat ís gewoon zo. Ik zit niet in een luxepositie waarin ik kan zeggen: ik stem op de PVV of op FvD of op VVD, wat voor mij allemaal één pot nat is, omdat ze goeie standpunten hebben over belastingen of whatever. Want de rest is voor mij onveiligheid. Leuke sokken heb je trouwens. Héél snoezig. Zijn we klaar?”

Ja.

„Oh gelukkig. Ik kan niet meer.”