Soundos dient haar ergernis over mannen op met komische lompheid

Boos dekt de lading niet helemaal. Ze is eerder rancuneus, aldus Soundos in haar nieuwe cabaretvoorstelling Witte Ruis. „Als een man mijn integriteit kapot wil maken en plein public moet hij zich zorgen gaan maken.” Ze blijkt de tegenpool van Michelle Obama (When they go low, we go high). Soundos: „When they go low, I go lower!

Riemen vast dus tijdens de zesde voorstelling van Soundos El Ahmadi (43), die afgelopen jaar ook doorbrak in België na deelname aan een populaire televisiequiz. Ze is behoorlijk klaar met verschillende soorten mannen en dat zal ze laten weten ook, een belofte dan wel dreiging die al wordt aangekondigd in het opkomstnummer. Onaardige uitspraken over haar door Johan Derksen en Wilfred Genee zijn hierin geremixt tot een soort rap. Hun kritiek krijgt haar niet klein, luidt de boodschap.

Mannen zijn volgens Soundos gewoon wat dommer. Jongens zouden volgens onderzoek zes jaar achterstand hebben op meisjes. „En die achterstand halen ze soms nooit meer in.” Ter illustratie vertelt ze grappige verhalen over haar zoontje en man. Laatstgenoemde ligt ’s nachts met een gelukzalige glimlach te slapen terwijl zij piekerend over de wereld en haar leven wakker ligt. Het Comeytrain-lid is er bedreven in om dit soort ergernisjes met de juiste hoeveelheden lompheid en komische overdrijving op te dienen. Zit je met je man op de bank en volgt op de vraag waar hij aan denkt het antwoord ‘niks’? „Geloof hem! Ga niet met die arme sukkel in discussie: hij denkt aan niks.”

Domheid van een ander kaliber treft ze op een provinciale weg. Als twee snelheidsduivels haar op de hielen zitten en er na een inhaalmanoeuvre met een paar middelvingers vandoor scheuren, maakt een ongekende furie zich van Soundos meester. Ze vertelt uitgebreid hoe ze de mannen later bij een stoplicht op hun nummer zet en demonstreert zo haar vermogen om ook bij nogal onbeduidende vormen van onrecht te ontsteken in woede. Daar zou je bewondering bij kunnen voelen, maar echt interessant of grappig is de anekdote niet.

Prikkelender wordt het als Soundos haar pijlen richt op meer problematisch onrecht. Ze houdt een vlammend betoog gericht aan vrouwen om zich harder uit te spreken tegen het soort man dat hen eerst fysiek lastigvalt en zich later verschuilt achter vragen als: ‘Waarom vertelt ze dit pas jaren later?’ Ook haar verhaal over terminologie is treffend: waarom heet een hoog gebouw in de Bijlmer een flat en hetzelfde bouwsel in een witte wijk een appartementencomplex?

Voor het ritme van de voorstelling is het fijn dat Soundos haar woede af en toe weet te temperen. Het levert een leuke act op waarin ze holle functieomschrijvingen op de korrel neemt en een sterk en komisch verhaal waarin ze pleit tegen middelen als Ozempic en ingrepen zoals de ‘Brazilian butt lift’.

Soundos stelt dat critici een zachtere toon van haar willen omdat het vrouwelijker en kwetsbaarder zou zijn. Maar woede is ook kwetsbaarheid, aldus Soundos. En: „Ik sta hier toch, ik bén kwetsbaar.” Je kan je afvragen of er niet wat van die boodschap verloren gaat door dat zo letterlijk te benoemen. Een te veel aan woede is vooral wat vlak. Gelukkig laat Soundos dit grotendeels na in het onderhoudende Witte Ruis.