Sopraan Lilian Farahani bezingt het lot van Alma Mahler: ‘Als iemand mij zou verbieden te musiceren, hoe zou ik dan nog kunnen bestaan?’

Sopraan Lilian Farahani reist deze maand met het Nederlands Studenten Orkest terug in de tijd naar de ochtend van vrijdag 20 december 1901. Op die dag opent de 22-jarige Alma Schindler een brief die haar bestaan voorgoed zal veranderen. „Mijn hart stond stil”, bekent ze in haar dagboek. Componist Gustav Mahler – de twee decennia oudere muziekpaus van Wenen – vraagt Alma ten huwelijk. Haar grootste wens. Maar hij eist meteen een offer: ze moet haar droom laten varen om ook componist te worden. „Mijn muziek opgeven”, schrijft ze, „datgene waarvoor ik tot op dit moment geleefd heb.”

De Spaanse componiste Sílvia Lanao maakte over dit duivelse dilemma haar nieuwe stuk Ein Glück ohne Ruh voor Farahani en het Nederlands Studenten Orkest. Ze verbinden het met een viertal georkestreerde liederen van de latere Alma Mahler, en Gustavs Vijfde Symfonie, die geldt als zijn muzikale liefdesverklaring aan haar.

„Lanao laat ons in Alma’s ziel kijken”, zegt Farahani. „Bij het lezen van de partituur en het studeren van Lanao’s lange melodielijnen op de piano doemde er meteen een personage voor mijn ogen op: een meisje dat in ruil voor de liefde haar droom moet begraven. In het begin ademt de muziek gelatenheid, maar later beginnen de noten te wringen en wordt de instrumentatie beweeglijker alsof we belanden in een haard van verwarring en verzet – een kaars die een moment opflakkert om tenslotte te doven in melancholie.”

De componist en de zangeres hadden bij sommige passages in de muziek andere gevoelens. Klanken die Lanao bedoelde als kwetsbaar, riepen bij Farahani woede op. „Dat zal voortvloeien uit mijn karakter”, zegt de sopraan. „In zulke momenten van onmacht laait altijd het vuur in mij op. Mahler eist dat Alma haar identiteit uitvlakt. Als iemand mij zou verbieden muziek te maken… dat is zo’n wezenlijk deel van wie ik ben. Hoe zou ik dan nog kunnen bestaan?”

https://www.youtube.com/watch?v=4mn9ZYRExnI

De succesopera ‘Innocence’

Het gesprek met Lanao over Alma’s karakter deed Farahani terugdenken aan haar dramalessen op de Dutch National Opera Academy. „Een ervan staat me helder voor de geest. We moesten één voor één het podium opkomen met neutrale energie. Daarna vroeg de leraar ons een overdonderend applaus van het publiek in te beelden. In de volgende tien minuten dienden onze emoties van euforische toppen af te dalen naar ravijnen van twijfel, om in gebrokenheid te eindigen. Telkens bij het opkomen, stuurde de docent me al terug met het argument: ‘Lilian, dit is niet neutraal.’ Dit is mijn neutraal, wierp ik dan tegen.”

„Maar kennelijk had ik bij die oefening ook moeite met het nulpunt van totale kwetsbaarheid. Want in mijn kwetsbaarheid blijf ik strijden. Anderen leerlingen zagen in mij een personage dat kapot ging, maar tegelijkertijd uitstraalde: ‘Wat maken jullie me nou?’ Dat was interessant om over mezelf te leren. Kijkend naar de verschillende karakters die ik door de jaren heen heb gespeeld, gingen die figuren meestal vechtend ten onder. Daarin schuilt ook kwetsbaarheid. Het lijdzame, weerloze zit niet in mijn natuur. Ik ben kwetsbaar, ik kan stuk, maar not without a fight.”

En een van haar personages was de bruid in de opera Innocence van de Finse componist Kaija Saariaho, een modern meesterwerk over de nasleep van een schietpartij op een school. Farahani zong in de wereldpremière ervan bij het zomerfestival in Aix-en-Provence drie jaar geleden. Het stuk maakte zoveel indruk dat operahuizen overal ter wereld in de rij staan voor een uitvoering. Zo maakte Farahani vorige lente deel uit van de Innocence-cast in het beroemde Londense Covent Garden en bij De Nationale Opera in Amsterdam. Onlangs contracteerde ook de San Francisco Opera de sopraan om deze zomer ‘haar’ bruid te zingen. En dat is zeldzaam. Doorgaans halen Amerikaanse theaters alleen buitenlanders met een sterstatus voor de absolute hoofdrollen en moeten ze andere plekken vullen met zangers uit eigen land. „Van de drie bezettingen waarin ik Innocence speelde, ben ik de enige zanger op wie San Francisco zijn zinnen heeft gezet. Die erkenning ervaar ik als heel bijzonder.”


Lees ook
‘Innocence’ is meesterwerk over vermoorde onschuld

Het draaiende decor in <em>Innocence</em>, restaurant en school in één. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/sopraan-lilian-farahani-bezingt-het-lot-van-alma-mahler-ac280c298als-iemand-mij-zou-verbieden-te-musiceren-hoe-zou-ik-dan-nog-kunnen-bestaanac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<h2 class=Alle talen door elkaar

In het leven is Farahani een smeltkroes van identiteiten, talen en (muziek)culturen. In haar ouderlijk huis in Den Haag spraken de gezinsleden Nederlands, Perzisch en Italiaans met elkaar. Haar Iraanse vader wilde na de islamitische revolutie van eind jaren zeventig voor een artsenstudie naar Amerika, maar strandde in Italië. „Een begin twintiger in een land waarvan hij de taal niet sprak studeerde daar geneeskunde met een woordenboekje op zak in de collegebanken, want er werd toen nog niet in het Engels gedoceerd.”

Haar Nederlandse moeder studeerde Italiaans en ontmoette haar vader daar bij een uitwisseling. Ze bleven elf jaar in Italië wonen, voordat ze naar Nederland kwamen. „Als kinderen spraken we Perzisch met mijn vader, Nederlands met mijn moeder. Mijn ouders onderling wisselden van gedachten in het Italiaans. Hoewel ze elkaars taal inmiddels kennen, doen ze dat nog altijd, want in het Italiaans zijn ze elkaars gelijken. Met zijn allen is het vaak een mengelmoes. Soms al die talen in één zin. Mijn kinderen gebruiken ‘telecomando’ voor de afstandsbediening, want dat zeiden we zelf ook in ons gezin.”

Het zwerversverleden van haar ouders en die smeltkroes van identiteiten schemeren door op haar nieuwe album NOMAD. Hierop staan volksliederen uit Iran, Tsjechië en Argentinië, met Shéhérazade van Maurice Ravel – geïnspireerd op de oosterse Sprookjes van 1001 Nacht – en met Kurt Weills lied ‘Youkali’, over het kleine eiland aan het einde van de wereld dat een hemel op aarde is, maar ook niet meer dan een droombeeld.

„NOMAD stelt de vraag: waar ben je thuis? Overal neem je iets van jezelf mee naartoe. Elke plek voegt iets toe aan wie we zijn. Voor een echte Haagse als ik voelt het pijnlijk dat veel Nederlanders me niet zien als één van hen. In mijn biografie staat ‘de Nederlands-Iraanse sopraan’, omdat ik moe werd van mensen die – als ik mijn concert in het Nederlands had gepresenteerd – achteraf vroegen: ‘Hello, can I ask you where are you from?’ In Iran daarentegen zien mensen me weer als Nederlander. Leven blijkt voor mij de hogere kunst van het nergens en toch overal bij horen. Op de basisschool noemden sommige kinderen me een halfbloed. Toen ik dat aan mijn moeder vertelde, antwoordde ze: ‘Zeg de volgende keer maar dat je een dubbelbloed bent.’ Dat klonk me meteen stukken beter in de oren.”