Soldaten bij Kramatorsk hebben ‘alleen nog hun lichamen’ om de frontlinie op zijn plek te houden

Op het perron van het treinstation in Kramatorsk geeft een militair een vrouw met zwart haar in een rode jas een harde kus. En nog een. En nog een. Een laatste. Dan laat hij los en loopt met ferme stappen weg zonder achterom te kijken.

Zo neemt een soldaat afscheid van de vrouw met wie hij vijftien jaar is getrouwd. Ina heet ze, ze is 32. Zo dicht bij het front, met een partner in het leger, in een stad waar nog altijd heimelijke pro-Russen zijn, geven mensen hun achternaam niet. Vanaf haar stoel in de coupé vertelt ze wel dat ze samen drie tieners hebben. Praten over hoe graag ze wil dat haar man weer gewoon thuiskomt, thuis is, kan ze niet. Tranen springen in haar ogen.

Echt verlof, dat hebben de meeste Oekraïense soldaten al maanden niet of zelfs nog nooit gehad – Oekraïne kan niemand missen aan het front. Maar een dag of twee in Kramatorsk wordt ze door een commandant wel vaker gegund. Het biedt ze kans familie te ontmoeten. Op het treinstation wachten soldaten op hun echtgenotes en vriendinnen. Sommigen hebben bloemen, die ze vasthouden als hun geweer; bloemknoppen naar beneden.

Deze Oost-Oekraïense stad, op 25 kilometer van de frontlinie bij Bachmoet, is voor militairen een plek waar ze even van het civiele leven kunnen proeven. Er zijn restaurants en winkels. Er is handel in de huur van appartementen van gevluchte inwoners, waar ze kunnen slapen, wassen en douchen. Op straat lopen meer militairen dan burgers.

Wat vliegt daar? Een soldaat voor het station wijst naar de grijze lucht, waar een witte condensstreep naar boven trekt. „Ah, luchtafweer”, antwoordt zijn collega. Dan rolt een doffe knal met een restje schokgolf over het stationsplein. Uit de bomen schrikken zwermen vogels op. Voetgangers kijken even op, determineren de herkomst van het geluid, en vervolgen hun weg.

Dit weekend zijn er twee jaar voorbij sinds Rusland besloot het kleinere buurland Oekraïne binnen te vallen. Nog steeds is Moskou op alle manieren in de aanval. Wapen- en munitietekorten en grote verliezen van manschappen, brengen Oekraïne steeds verder in de problemen.


Soldaten nemen afscheid op het station van Kramatorsk.

Foto’s: Kostyantyn Chernichkin

Bergschoenen

Danyll draagt burgerkleding, maar zijn groene bergschoenen verraden hem. Hij is pas achttien, spreekt Engels en studeerde in Litouwen tot de dag dat hij achttien werd – vorige zomer – toen hij zich aanmeldde voor het leger. Verliefd staart hij naar de deuropening van de trein, waar Daria staat, tot de deuren dichtgaan en ze uit zicht is.

Afgelopen weekend stond hij nog in de cokesfabriek, in de laatste verdediging van de stad Avdiivka. „We zijn de vijand tot 35 meter genaderd. Ik kon hun ogen zien.” Hij heeft al meer dan een week niet geslapen, zegt Danyll, eerst vanwege de Russische vliegtuigbommen die boven de fabriek werden uitgestort en waar hij video’s van laat zien, daarna vanwege Daria.

Met een verhouding van zeven tegen één overweldigden de Russen afgelopen week de verdediging van Avdiivka, verklaarden de Oekraïense autoriteiten. De stad ligt op 15 kilometer afstand van de regionale hoofdstad Donetsk die sinds 2014 bezet is. Tien jaar hield Oekraïne daar de frontlinie op zijn plaats. Maar Rusland heeft Oekraïne er deze maand met brute kracht uitgejaagd: „Alleen onze brigade heeft daar in de laatste dagen al duizenden Russen gedood”, zegt Danyll. Hoe groot de Oekraïense verliezen zijn, wordt geheimgehouden. Duidelijk is wel dat ze onderbemand zijn, én onderbewapend. Ze moesten zich terugtrekken uit de stad.

Na twee jaar grootscheepse oorlog is het moreel tanende en zijn rekruten schaarser. Het eerste jaar stonden de mannen in de rij om hun land te dienen en was het animo zo hoog, dat niet voor iedereen een nuttige taak gevonden kon worden. Afgelopen jaar eindigde dat. Iedereen die graag bij het leger wilde, heeft zich al aangesloten.


Lees ook
Russen vielen bijna drieduizend Oekraïense burgerdoelen aan

Een kinderdagverblijf in Charkiv op 4 januari 2023.

Ondertussen lopen de verliezen op. Een onbekend aantal is gevangen genomen. NRC hoort verhalen van soldaten die slechts dagen of weken aan het front dienden voor ze zwaar gewond raakten of erger. Inmiddels kent iedereen wel iemand die aan het front is omgekomen.

Nu zijn er Oekraïense mannen die proberen de mobilisatie te ontduiken door valse papieren te kopen, de grens over te vluchten, door zich in te schrijven bij universiteiten of zelfs door onder te duiken. In de twee jaar sinds de oorlog begon wist de Oekraïense grensbewaking meer dan 24.000 mannen aan te houden die illegaal de grens probeerden over te steken.

Dit is niet volgens protocol, maar ik moet zeggen: in het eerste jaar had ik meer optimisme

De weerzin tegen de mobilisatie veroorzaakt een tweedeling in de samenleving. Want vraag een militair of hij nog vrienden heeft die niet willen dienen, en hij antwoordt: dat zijn mijn vrienden niet meer. Een Oekraïner die smoesjes verzint en bovendien geen geld inzamelt voor de troepen, verfoeien ze.

„We zitten in een heel moeilijke fase van de oorlog”, zegt Danyl. „Mensen beginnen de oorlog te vergeten. Maar de militaire jongens vechten niet voor een of ander hoger idee. We vechten voor onze familie, voor onze vriendinnetjes, voor onze vrouwen, voor onze kinderen.” Voor iedere levensveranderende ervaring die hij in zijn diensttijd heeft, laat hij een tatoeage zetten. De achttienjarige dient nu zes maanden aan het front. Hij heeft meer dan twintig tatoeages.

Foto Kostyantyn Chernichkin
Straatbeeld in Kramatorsk.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Oekraïense verdediging

Sinds halverwege januari is Kramatorsk weer vaker doelwit van Russische aanvallen. Met burgerdoden tot gevolg. Afgelopen dinsdagavond werd de stad ook beschoten met een Ch-22 Boerja, een raket met een explosieve lading tot bijna 1.000 kilo. Die explosie deed ramen in de wijde omgeving breken en verwoestte het waterzuiveringsstation, wat paniek onder de bevolking veroorzaakte over de veiligheid van het kraanwater. Door de oorlog is een deel van de inwoners zijn werk kwijtgeraakt en voor voedsel afhankelijk van humanitaire hulp.

Het logistiek knooppunt Kramatorsk staat al lang op Russische verlanglijst. In 2014 grepen door Moskou gesteunde gewapende separatisten er drie maanden lang de macht. Oekraïne gooide hen eruit, maar iedereen is het erover eens dat er nog altijd een flink aantal ‘wachters’ in de stad zijn: mensen die uitkijken naar een Russische annexatie. Doorgaans zijn dat mensen die simpelweg overtuigd zijn door de mooie verhalen van de Russische staatstelevisie, hoewel ze niet van de bank af zullen komen om Rusland dichterbij te brengen. Maar er zijn ook mensen die als spion opereren en gevoelige informatie over de troepen doorspelen.

Over de eerste groep, de openlijke pro-Russen, maken de militairen zich geen erge zorgen. Ze weten wel wie het zijn. Gevaarlijker zijn degenen die informatie inwinnen. Afgelopen donderdag werd er nog een vrouw gearresteerd die, zo luidt de verdenking, voor haar zoon in het bezette deel van Donetsk foto’s maakte van troepenbewegingen en militaire ziekenhuizen.

Inwoners van Kramatorsk bezig met herstel van een getroffen huis.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Het lijkt of het wantrouwen en de oorlogsmoeheid zich tussen de schouders van de inwoners van Kramatorsk hebben genesteld. Veel mensen trekken een boos gezicht als ze worden aangesproken door een onbekende, zeker één met vragen over de stad.

Niemand is optimistisch. Sinds de val van Avdiivka gaat iedereen ervan uit dat de Russen zullen proberen naar Kramatorsk door te breken. De verdediging zal eerst nog bij het industriestadje Kostyanty-nivka komen te liggen, 25 kilometer ten zuiden van Kramatorsk. Op gelijke afstand, in het oosten, vallen de Russische troepen al maanden aan bij Tsjasiv Jar. Daar liggen de Oekraïense troepen sinds het verlies van de stad Bachmoet – het is een redelijk goede positie, omdat het dorp op een heuvel ligt en de Russen van onder moeten komen. Maar niemand is er gerust op.

Ik lees onophoudelijk het nieuws. Maar daar schetsen ze het allemaal veel te rooskleurig

„Op het nieuws doen ze alsof alles oké gaat. Maar wij weten wel beter”, zegt Pavel, een soldaat met een Hollywoodglimlach die een paar dagen in Kramatorsk doorbrengt vanwege een hersenschudding. Hij liep naar de frontlinie toen een mortiergranaat in de buurt insloeg.

„Ik lees onophoudelijk het nieuws. Maar daar schetsen ze het allemaal veel te rooskleurig”, zegt Oleksandr. Hij heeft bruin haar en pretogen. Hij heeft een paar uur vrij en staat in een winkel voor soldatenbenodigdheden naar handschoenen te kijken. Aan zijn gezicht is het niet af te zien, maar hij dient al bijna twee jaar en vocht onder meer in Bachmoet.

„Dan schrijven ze ‘de situatie is moeilijk, maar onder controle’”, zegt een loopgraafgenoot die evenmin zijn voornaam wil geven. „En dat is heel ver bezijden de waarheid. Feitelijk kan het dan volledig klote zijn.”

„Ik snap het wel”, zegt Oleskandr. „Als mensen weten hoe het echt gaat, zou er net zoveel paniek ontstaan als in 2022, toen iedereen op de vlucht sloeg.”

Veel soldaten, zeker degenen die in de frontlinies dienen, moeten behalve hun wapen alles zelf kopen. Tot het eten dat ze meenemen naar de loopgraven aan toe – gedroogde kip, voor -Oleksandr. Op veel posities kan er niet of nauwelijks bevoorraad worden. Ze huren in de stad zelf hun appartementen en wassen daar zelf hun kleren. Er is wel een legerkloffie, maar wie ervan verzekerd wil zijn dat hij het ’s nachts, als het onder nul is, warm houdt, koopt zijn kleding zelf.

In een stad als Kramatorsk is de oorlog doorgedrongen in alles. Veel niet-noodzakelijke winkels zijn omgekat tot ‘VoenTorg’ – oorlogsbenodigdheden. Oleksandr: „Er zijn mensen die zeggen dat ze belasting betalen en de strijdkrachten op die manier steunen. Ik betaal ook belasting. Ik koop nu handschoenen en daarover betaal ik belasting. Als je het zo bekijkt vecht ik op twee fronten.”

Soldaat Hennadi Sitsj (55) rust uit in een zomerhuisje in Kramatorsk.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Rustpunt

Even buiten Kramatorsk hebben militairen van de 22ste brigade een basis ingericht. Basis is een groot woord: het zijn zomerhuisjes met tuinen waar de strijdkrachten hun intrek hebben genomen. Er is een veldkeuken en een velddouche. Binnen ruikt het naar brandhout.

Een van de mannen daar is Hennadi Sitsj (55). Hij komt uit Mykolajiv en meldde zich de eerste dagen van de oorlog aan. „De vijand stond vrijwel meteen buiten de poort.” Hij gooit een houtblok in de kachel en dringt erop aan om thee te zetten, met limoen erin. „Dit is niet volgens protocol, maar ik moet eerlijk zeggen: in het eerste jaar had ik meer optimisme.” Hij noemt de door het Westen beloofde wapensteun, die uitblijft. „Dat verzuurt de stemming.”

Hennadi heeft de bijnaam ‘uil’. In het civiele leven was hij acteur in kleine lokale producties. „We hoopten op meer hulp. Vanuit Amerika is nu alles opgehouden. Aan het front voel je echt dat er niet genoeg meer is. Misschien kun je het opschrijven, of tegen wat mensen schreeuwen, zodat iemand het hoort”, zegt Hennadi. „Wat we nu moeten doen is onmogelijk, dat is mijn mening.”

Tijdelijk afgeloste frontsoldaten hebben even tijd voor ontspanning in Kramatorsk.
Foto Kostyantyn Chernichkin
Tijd voor ontspanning voor soldaten van 22 Br, in Kramatorsk.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Sinds de zomer beginnen de tekorten echt op te lopen, zegt Hennadi. Rusland heeft ondertussen honderdduizenden granaten van Noord-Korea kunnen kopen. Afgelopen week werd ook bekend dat Rusland honderden ballistische raketten van Iran zal kunnen krijgen. Tegelijk heeft Moskou de eigen wapenproductie flink uitgebreid.

Ook de Iraanse aanvalsdrones Shahed, maakt het land nu zelf. „Ze hebben zo veel wapens”, zegt Hennadi. „De aarde schudt, de bomen schudden, de huizen schudden van wat zij allemaal afschieten. Wij kunnen niets beantwoorden. De mannen van ons land houden de frontlinie op zijn plek met niets meer dan hun eigen lichamen.”

Begraafplaats

Het vers gegraven kerkhof voor militairen ligt ook buiten Kramatorsk. Op de begraafplaats zijn explosies te horen van het front, bij Bachmoet, 25 kilometer verderop, en klinken er geweerschoten van een trainingsveld, tegen een koor van hondengeblaf. Geluid draagt ver over de Pontische steppe.

Het laatste graf is twee weken oud. Automonteur Kyrylo Tisjsjenka kwam om op 7 februari. Hij werd 36, staat op zijn kruis. Na anderhalf jaar oorlog wilde hij zijn zesjarige dochter weer zien. Zijn vrouw was met haar gevlucht naar Tsjechië. In Oezjhorod, in het westen van Oekraïne, spraken ze af. Dat vertelde zijn broer aan de nieuwssite Kramatorsk Post, die alle doden in de stad portretteert.

Bij aankomst op het treinstation in Oezjhorod werd Tisjsjenka terstond gemobiliseerd. Hij kreeg een training en werd vervolgens in Zaporizja gestationeerd. Niet veel later kwam hij om door een Russiche drone-aanval. ‘Kyrylo,’ staat met de hand op een lint geschreven. ‘Liefs, van je vrouw en dochter.’ Hij heeft ze niet meer kunnen zien.

Militaire begraafplaats in Kramatorsk.
Foto Kostyantyn Chernichkin