Voor Andri Siromacha duurde de oorlog slechts dertig dagen. Op 24 februari 2022, luttele uren nadat het Russische leger Oekraïne was binnengevallen, meldde de toen 21-jarige student zich als vrijwilliger aan het front. Op 26 maart werd hij omver geblazen door een Russische artilleriegranaat.
Nu revalideert Andri Siromacha in een verzorgingshuis voor ouderen in Delft – zonder rechterarm, zonder rechterbeen, en met een halve dwarslaesie die het lastig maakt om zijn linkerbeen te gebruiken. Andri doet daar luchtig over, en zijn ambities zijn nog altijd grenzeloos. „Ik wil president van Oekraïne worden.”
De mensen die hem kennen zijn niet verbaasd. Volgens zijn moeder Valentyna Siromacha wist Andri – die wekenlang balanceerde op de rand van de dood – zijn mede-patiënten in het militaire hospitaal in Kyiv steeds weer op te beuren. „Anderen begonnen luid te wenen als ze te horen kregen dat een lichaamsdeel moest worden afgezet. Andri maakte er grappen over.”
Dat is niet overdreven, merk ik als ik op zijn kamer in Delft een zwarte sneaker onder een stoel vandaan heb weten te vissen. „Nu de andere schoen nog”, roep ik – en bevries van schaamte. Andri giert het uit: „Die andere hebben we niet meer nodig!”
Onder de ruim honderdduizend Oekraïners die inmiddels in Nederland wonen is hij een beroemdheid, zegt zijn goede vriendin Svitlana Penjevska. Met zijn Siromacha Foundation heeft Andri een netwerk opgebouwd dat zich uitstrekt van bekende kunstenaars tot leden in de Rada, het Oekraïense parlement. Andri ontmoette Svjatoslav Vakartsjoek, de zanger van de beroemde rockband Okean Elzy. Hij sprak met de Franse president Emmanuel Macron en koning Willem-Alexander, tijdens een bezoek aan de Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum.
Over enkele weken wil hij naar Oekraïne afreizen voor de cursus die hij heeft opgezet voor scholieren: het bouwen van drones. Die heeft het leger hard nodig, maar het gaat Andri om meer: „Ik wil de mentaliteit van jonge mensen veranderen. Ik wil hun leren om niet onverschillig te zijn.” Hij droomt van een Oekraïne dat vrij is van corruptie en wanbestuur.
„Hij heeft een visie voor zijn land”, zegt Peter de Vreede, een gepensioneerde KPMG-directeur die Andri bijna dagelijks bijstaat. „Maar hij zou eigenlijk iets meer met zichzelf bezig moeten zijn.”
Soms vergeet Andri de hulpbehoevende toestand waarin hij is beland.
Op een koude decemberavond ging hij alleen op pad en kwam hij ’s avonds voor een dichte deur te staan bij het zorgcentrum waar hij verblijft. De toegangscode wist Andri niet meer, de batterij van zijn telefoon was leeg. Toen ze hem de volgende ochtend aantroffen in zijn rolstoel was hij tot op het bot verkleumd. Ook daar kon hij om lachen, zegt De Vreede: „In de loopgraven was het kouder, zei hij.”
Streven als ideaal
De naam Siromacha gaat terug op het Oe-kraïense siroma, het woord voor de kleine keuterboeren op de steppe aan de benedenloop van de Dnipro. Andri noemt zijn voorouders „legendarisch”. Een voorvader was een legeraanvoerder van de vrije kozakken. Andri’s grootvader schopte het tot hoofd van het provinciaal bestuur in de regio. Zijn vrouw – Andri’s oma – doceerde Oe-kraïens, in een tijd dat de Sovjetautoriteiten de taal ontmoedigden. Vader Viktor maakte de repressie van het Breznjev-regime in de jaren zeventig mee, de economische neergang onder Sovjetleider Gorbatsjov in de jaren tachtig, de chaos en het banditisme van het onafhankelijke Oekraïne van de jaren negentig.
Andri werd geboren in 2000, het jaar dat Vladimir Poetin voor het eerst werd gekozen tot president van de Russische Federatie. Terwijl Rusland onder Poetin langzaam afgleed naar despotie en dictatuur, verdedigden Oekraïners hun vrijheid: tijdens de Oranjerevolutie van 2004 en tijdens de Majdan-opstand van 2014. Nu staat Oekraïne voor de grootste bedreiging in zijn jonge bestaan als natie. Voor Andri is dat geen verrassing. „Zo ongeveer elke tien jaar moeten we vechten.”
Andri’s vader Viktor is coach in judo en sambo, de sporten die Poetin ook beoefende. Andri’s oudere broer Viktor is Oekraïens kampioen boksen en jiujitsu. Grote, principiële mannen, tegen wie Andri zijn hele jeugd heeft opgekeken. Toen hij een jaar of vijftien was luisterde hij stilletjes mee met een gesprek tussen Viktor-senior en -junior. Vader Viktor legde zijn oudste zoon uit dat de mens bevrediging zoekt in datgene wat hij ontbeert: een nieuwe auto, een groter huis. Zodra deze wens wordt vervuld, ontstaat een nieuwe begeerte, zei Viktor-senior. De zin van het leven schuilt niet in het bereiken van het ideaal, maar in het streven ernaar.
Andri knoopte het in zijn oren. Tegelijkertijd vroeg hij zich af hoe hij zich kon onderscheiden. „Ik wist niet wat ik wilde worden, maar ik wist dat ik mijn eigen weg moest gaan.”
Honden, paarden en een gezonde geest
Andri groeide op in Bila Tserkva, een vriendelijke provinciestad op zo’n tachtig kilometer ten zuiden van Kyiv. Zijn jeugd was gevuld met honden, paarden, het buitenleven en sport, heel veel sport. De dag begon om zes uur ’s ochtends met hardlopen en zwemmen in de rivier. Ook in de winter, als het water bedekt was met een dikke laag ijs. Roken en drinken deed hij niet – mens sana in corpore sano (een gezonde geest in een gezond lichaam) is zijn motto. „Het gaat erom dat je goed eet, goed slaapt en actief bent”, zegt Andri. „In de zeven jaar voor de oorlog ben ik niet één dag ziek geweest.”
Als tiener las hij Nietzsches filosofische roman Also sprach Zarathustra (in Oekraïense vertaling) en raakte bezeten van zijn concept van de Übermensch, die streeft naar de beste versie van zichzelf en de wereld. Andri was een uitmuntende, gedisciplineerde leerling en won in 2018 een beurs voor een studie bestuurskunde aan de universiteit van zijn geboortestad Bila Tserkva. Later ging hij ook internationale relaties studeren aan de Taras Sjevtsjenko-universiteit in Kyiv. Geld om een kamer te huren in de hoofdstad had hij niet, en daarom logeerde hij bij vrienden (en vriendinnetjes) in studentenhuizen. De vriendinnen konden meteen ook voor hem koken. Zelf was hij te druk met alle studie, fitness en leiding geven aan een steeds grotere groep jonge activisten.
De Majdan-opstand van 2014 en de daaropvolgende Russische annexatie van de Krim en de oorlog in de Donbas inspireerden een nieuwe generatie Oekraïners om hun land uit het moeras van omkoping en vriendjespolitiek te trekken. Andri en zijn jonge vrienden waren erbij in 2019, zo vertelt hij, toen komiek en presidentskandidaat Volodymyr Zelensky in het Olympisch Stadion van Kyiv in debat ging met de zittende president Petro Porosjenko. Andri juichte zijn stem schor voor Zelensky. „Het land had verandering nodig.”
Zijn been of zijn leven
Op de ochtend van 24 februari 2022, toen de eerste raketten insloegen, was Andri Siromacha in Bila Tserkva, bij zijn ouders. Hij vertelde hun dat hij zijn paspoort bij een vriend had laten liggen en dat hij zo terug zou zijn. In werkelijkheid draafde hij naar het wervingsbureau om zich te melden bij het leger, zegt hij. De keuringsofficier gaf hem een staffunctie, maar Andri wilde vechten: toen hij zijn uniform en wapen had opgehaald, liep hij stilletje mee met een andere eenheid die op weg was naar het front. Andri mocht blijven. Toen de bataljonscommandant vroeg om verkenners, stond hij vooraan. „Er waren mensen nodig die overal voor in waren, en ik was overal voor in.”
Oekraïense militairen krijgen allemaal een pozyvny: een roepnaam die het gemakkelijker maakt om te communiceren in het heetst van de strijd. Die van Andri was ‘Rambo’. Wat hij precies heeft meegemaakt aan het front wil hij niet vertellen. „Het is niet supergeheim, maar het is een goede gewoonte om niets te zeggen. Elke snipper informatie kan de vijand van nut zijn.”
Andri’s oorlogsperiode valt ruwweg samen met de slag om Kyiv, die op 2 april eindigde met het afdruipen van de Russische troepen uit het noorden van Oekraïne. Andri maakt er geen geheim van dat hij geschoten heeft op Russen, en waarschijnlijk ook tegenstanders heeft gedood. Daar blijft hij onbewogen onder: „Ik houd niet van oorlog en ik voel ook geen haat jegens de Russen. Het was nodig om ons land te verdedigen.”
Pas als hij vertelt over de Oekraïense kameraden die zijn omgekomen, worden zijn ogen vochtig. „Sommigen van hen heb ik overgehaald om mee te gaan. Nu zijn ze er niet meer.” Hij knikt: de verantwoordelijkheid voor de dood van zijn vrienden weegt zwaar – zwaarder dan het verlies van zijn ledematen.
Hoe hij gewond raakte kan Andri zich niet meer herinneren. Hij weet alleen dat hij het bewustzijn verloor. Toen hij bijkwam, waren verpleegkundigen zijn bloedende arm aan het verbinden. In zijn delirium dacht Andri dat het een oefening was, en dat hij zo goed mogelijk het spel moest meespelen. Andri brulde het uit, dreigde de zusters dood te schieten als ze niet zouden stoppen. Door de shock voelde hij de verzengende pijn pas later. „Ik heb een hoge pijngrens.”
Volgens de artsen in het militaire ziekenhuis in Kyiv waren zijn kansen op overleven klein. Andri moest meerdere malen worden geopereerd om de granaatscherven tussen zijn ruggenwervels uit te peuteren. Zijn rechterarm werd meteen geamputeerd, het zwaar gehavende rechterbeen werd zo goed mogelijk opgelapt. Toen de wonden niet wilden helen, stelden de artsen hem voor een keuze: zijn been redden of zijn leven.
Andri hoefde geen moment na te denken.
Revalidatie in Nederland
Op een druilerige donderdagmorgen brengt Peter de Vreede hem in zijn voor rolstoelen aangepaste Renault Kangoo naar fysiotherapie. Zijn hond Boris begroet kwispelend het medisch personeel.
Toen Andri in de zomer van 2022 naar Nederland werd gehaald, kon hij eerst in een ziekenhuis in Amersfoort terecht. Daarna revalideerde hij in Utrecht, waar hij een armprothese kreeg aangemeten – die hij nooit gebruikt. Daarna raakte zijn revalidatie wat in het slop, vertelt Peter de Vreede. „In Utrecht maken ze geen beenprotheses.” Als voorzitter van de stichting stichting Friends of Lviv heeft De Vreede veel contact met Oekraïense hulporganisaties, ook rond gewonde militairen. De Vreede regelde dat Andri kon overkomen naar Delft.
Bij Westland Orthopedie in Delft maken ze protheses voor benen, en op de Technische Universiteit zit veel knowhow, zo weet De Vreede.
Het betekent dat zijn moeder Valentyna, die met Andri’s tienjarige broertje Ostap naar Nederland is gekomen, hem niet meer dagelijks kan verzorgen, maar dat vindt Peter De Vreede eerder een voordeel dan een nadeel. „Op een gegeven moment deed hij helemaal niets meer zelf.”
Met een beenprothese zou Andri weer kunnen lopen, zo dacht De Vreede. Maar fysiotherapeut Edzard Verweij is niet al te optimistisch. „Andri heeft de extreme pech dat hij én een arm én een been mist, én zijn ruggenwervel beschadigd is.”
Door de gedeeltelijke dwarslaesie heeft Andri weinig controle over zijn goede linkerbeen en heeft een beenprothese dus weinig zin. Verweij verwacht niet dat de situatie zich nog verbetert. „Niets is onmogelijk natuurlijk, maar het is niet waarschijnlijk”, zegt de fysiotherapeut.
Andri gaat er ogenschijnlijk niet onder gebukt. „Ik ben niet depressief”, zegt hij een paar dagen later. „Andere mensen worden geboren zonder armen en benen. Ik heb tenminste twintig jaar van ze mogen genieten.”
Over de oorlog is hij „realistisch-optimistisch”, zegt hij. Volgens Andri zal er nog jaren moeten worden gevochten. Onvermijdelijk, zo zegt hij, want een wapenstilstand betekent dat Poetin zich kan voorbereiden op de volgende ronde in het conflict.
Andri vertelt erover op een drukbezochte bijeenkomst op de Haagse vestiging van de Universiteit Leiden. Naast hem zitten hoogleraar comparative governance Antoaneta Dimitrova, Europarlementariër Thijs Reuten (PvdA) en emeritus hoogleraar internationaal publiekrecht Fred Soons. „Deze oorlog draait niet om land of om grondstoffen”, zegt Andri. „Dit is een oorlog die draait om de toekomstige wereldorde. De Russische regering wil laten zien dat internationale verdragen, soevereiniteit en democratische waarden niets te betekenen hebben. Dat een autocratie alles naar believen kan inpikken en iedereen kan doodmaken zonder te worden gestopt.”
Andri zoekt naar zijn woorden. „Deze oorlog is belangrijk voor de hele wereld. We moeten laten zien dat democratie het kan winnen van totalitarisme.”
Petekind
Svitlana Penjevska, al twaalf jaar in Nederland, had verhalen over Andri gehoord via een bekende die hem verpleegde in het ziekenhuis in Kyiv. „Ik hoorde dat het heel slecht met hem ging, maar dat hij zo vrolijk bleef. Hij is ongelooflijk, hoorde ik. Je moet hem leren kennen.”
Toen Andri in juli 2022 naar Nederland kwam wilde Svitlana hem opzoeken, maar ze stelde het steeds uit. „Het leek me heel pijnlijk om hem zo zonder arm en been te zien. Ik ga hard huilen, dacht ik, en dat is niet leuk voor hem.”
Inmiddels zijn de twee goede vrienden: Andri is zelfs peetoom van haar driejarige zoontje. Dertien jaar lang had Svitlana (44) geprobeerd zwanger te worden, toen Mychajlo (‘Mike’) werd geboren. „Een cadeautje”, zegt Svitlana. Haar man dacht daar anders over en vertrok.
Svitlana wilde Andri uitnodigen voor de doopplechtigheid, vertelt ze. „Toen bedacht ik: waarom vraag ik hem niet ook als peetoom? Ik vind het belangrijk dat Mike weet dat er mensen voor hem zijn.”
Foto’s: Hedayatullah Amid
Andri vond het een eer. Zijn petekind ziet hij bijna iedere maand, zegt Svitlana, terwijl Mike opgewonden heen en weer rent door de woonkamer. Op 13 februari, de dag voor Valentijnsdag, schreef Svitlana op Instagram dat ze de hoop op een bos rozen al had opgegeven. Maar op 14 februari nodigde Andri’s moeder Valentyna haar uit om te komen kijken naar de eerste aikido-training van Andri’s broertje in Utrecht. Terwijl Ostap op de tatami staat, tovert Valentyna ineens een fors boeket tevoorschijn dat Andri aan Svitlana geeft. Die straalt.
„Andri is een echte netwerker”, vertelt Svitlana twee dagen later in haar woning in Culemborg. „Hij kent iedereen en iedereen wil hem helpen. Maar dat wil niet zeggen dat er altijd iemand is om te koken, om het bed te verschonen, of gewoon iets leuks met hem te doen. Ik heb zelf ook weinig tijd, de afstand is groot. Hij is toch eenzaam.”
Foto’s: Hedayatullah Amid
Andri is niet de enige militair die in het buitenland revalideert. Volgens het Oekraïense ministerie van Gezondheid zijn er sinds het begin van de oorlog ruim 4.100 gewonde militairen in het buitenland behandeld. Op dit moment verblijven er in Nederland ongeveer honderd. Wanneer Andri teruggaat naar Oekraïne weet hij nog niet. In Nederland heeft hij de vluchtelingenstatus, de overheid betaalt voor zijn revalidatie.
Peter de Vreede hoopt dat Andri alsnog een beenprothese aangemeten kan krijgen. Hij heeft contact gelegd met het onderzoeksproject ‘March’ van de TU Delft, dat gerobotiseerde ‘exoskeletten’ ontwikkelt, om mensen met een verlamming te laten lopen. „Hij wil president worden, maar hij is nu hartstikke gehandicapt.”
Hij is uitverkoren, zegt Andri een week later. Hij kijkt me met grote bruine ogen aan: hij meent het. Uitverkoren door God? „Misschien door God”, zegt Andri. „Of noem het het lot als je wil. Met de keuzes die we maken geven we ons leven vorm – dat wist ik toen ik besloot het leger in te gaan. Maar de granaat had ook iets meer naar links kunnen vallen, dan was ik er niet meer geweest.” Hij glimlacht. „Blijkbaar moest het zo zijn.”