Socialistische partij wint verkiezingen in Catalonië, separatistisch machtsblok gevallen

De Socialistische Partij van Catalonië (PSC) heeft de meeste stemmen gekregen in de Catalaanse verkiezingen. Exitpolls wijzen uit dat de partij van Salvador Illa 41 van de 135 zetels krijgt, meldt El País zondag. Dat is flink meer dan in 2021 (33) en dan de separatistische partij Junts (35 zetels). Onafhankelijkheidspartij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC, Catalaans Republikeins Links) moet flink inleveren: 13 zetels minder dan de 33 in 2021.

De uitslag is een overwinning voor de Spaanse premier Pedro Sánchez, wiens partij PSOE aan PSC is gelieerd, en een verlies voor het separatistische blok. De onafhankelijkheidspartijen zijn in verschillende samenstellingen meer dan tien achtereenvolgende jaren aan de macht is geweest in Catalonië. Nu lijken de vier verschillende partijen samen niet genoeg stemmen te hebben gehaald voor een meerderheid van minstens 68 zetels.

Coalitievorming zal hoe dan ook nodig zijn. Ondanks het zware verlies is de rol van ERC dan ook allesbehalve uitgespeeld, vergelijkbaar met de situatie van de VVD in Nederland. Alles is nog mogelijk: van een minderheidsregering tot aan nieuwe verkiezingen. De voorkeur van PSC lijkt uit te gaan naar een coalitie met ERC en de links-progressieve Comuns. Op basis van 95 procent van de stemmen lijken die drie partijen precies 68 zetels te hebben.

Ook PP wint flink

Ook één van de meest agressieve oppositiepartijen van Sánchez, het rechts-conservatieve Partido Popular (PP), won flink aan terrein. PP springt van 3 naar 15 zetels, terwijl de radicaal-rechtse Vox zijn 11 zetels behoudt. De twee partijen voeren op nationaal niveau harde oppositie tegen Sánchez, die eind vorige maand opeens zijn positie ter discussie stelde nadat zijn vrouw doelwit was geworden van een rechtse lastercampagne — maar na vijf dagen „zorgvuldige reflectie” toch aanbleef.

Sánchez vormde in 2021 een politiek gevoelige coalitie met Junts, de Catalaanse separatistische partij van Carles Puigdemont, die Catalonië na een illegaal referendum in 2017 onafhankelijk verklaarde. Als onderdeel van dat akkoord beloofde Sánchez aan Puigdemont en andere veroordeelde separatisten amnestie, wat werkte als een rode lap voor de oppositie.