Er is een verband tussen sociale mediagebruik en de verslechterde mentale gezondheid van jongeren. In Australië besloten politici daarom met een ruime meerderheid tot een drastische maatregel. Eind november is een wet aangenomen die sociale media verbiedt voor jongeren onder de zestien jaar.
Het onderwerp leeft wereldwijd en het kriebelt bij wetgevers. Ook in het Nederlandse parlement wordt vaak gesproken over regels om kinderen online beter te beschermen. De ChristenUnie wilde het Australische voorbeeld direct volgen.
Een slecht idee, vindt Simone van der Hof (1970), hoogleraar recht en digitale technologie aan de Universiteit Leiden. „Als je kinderen verbiedt op sociale media te komen, blokkeer je een heel deel van hun leven, inclusief de positieve kanten die sociale media ook hebben.” Het zou de omgekeerde wereld zijn, zegt ze. Kinderen worden gestraft voor het falen van de overheid om regels te handhaven en daarmee onlineplatformen te dwingen veilig te zijn voor minderjarigen. „Dat vind ik echt heel erg problematisch. Je pleegt dan als overheid een soort censuur richting een heel groot deel van je bevolking.”
Lees ook
Kinderen over wat ze op hun smartphone zien
Van der Hof schuift in Den Haag regelmatig aan als deskundige. Daar probeert ze wat tegengas te geven tegen de neiging nieuwe wetten en verboden uit te vaardigen. Ja, er zijn online kinderlokkers. En ja, kinderen worden bespeeld met verslavende algoritmen. En ja, er zijn allerlei vormen van sociale druk om te voldoen aan schoonheidsidealen. Maar in plaats van nieuwe regels in te voeren, is het hoog tijd wetten die er al zijn beter te handhaven, betoogt ze in een kamer op de rechtenfaculteit in Leiden. „Kijk wat het probleem is en los dát op. Het probleem is het ontwerp van die diensten. Dat is niet gezond voor ons en leidt tot obsessief gebruik.”
Van der Hof heeft zelf een zoon en een dochter die net de puberleeftijd voorbij zijn. Ze weet uit ervaring: op de platforms zitten hun vrienden. Dáár luisteren ze naar muziek, socialiseren ze, vinden ze informatie. „Heel veel leuke dingen. Dit draait om spelen, sociale verbondenheid, nieuwsgierigheid. Dat zijn ook dingen waar kinderen recht op hebben.”
Is er dan wel een probleem? Zijn die platforms niet gewoon hartstikke goed voor kinderen?
„Ze zijn denk ik heel leuk voor kinderen. Én er zitten allerlei kanten aan die problematisch zijn.”
Hoe gevaarlijk is het online voor minderjarigen?
„Gevaarlijk vind ik een groot woord. Maar er zijn zorgelijke en problematische aspecten. Kinderen kunnen online worden blootgesteld aan inhoud die heel gewelddadig is. Ze zien er bijvoorbeeld beelden van dierenmishandeling, oorlog, zelfmoord. Daar kunnen ze zich echt wel heel naar over voelen en slapeloze nachten van hebben. Dat heeft impact op hun mentale gesteldheid.
„Kinderen vinden het heel vervelend om onverwacht te worden geconfronteerd met content die ze niet willen zien. Ze willen de mogelijkheid hebben om het dan niet te zien, terwijl het vaak automatisch begint te spelen in hun feed. Laatst ging er nog een filmpje viraal van een levende kat die in een blender werd gedaan.”
Dat soort filmpjes willen de platforms zelf ook niet hebben.
„Dat specifieke filmpje zul je ook niet meer vinden, dat is verwijderd. Maar pas nadat het al is rondgegaan en een hoop mensen het hebben gezien.
„Sommige kinderen zijn bang voor algoritmes, want er komen dingen langs die ze niet willen zien. Ze worden er een beetje door getriggerd, waardoor ze blijven kijken. En dan zijn ze bang dat ze er meer van krijgen, omdat ze dat ene filmpje gekeken hebben.”
Wat kan daartegen gedaan worden?
„We wachten al jaren op uitleg van de Europese datatoezichthouder over hoe de privacywet voor kinderen werkt. Volgens mij is het duidelijk: je mag kinderen onder de bestaande wetgeving niet profileren voor commerciële doeleinden. Geen gepersonaliseerde advertenties, maar dus ook geen gepersonaliseerde feeds met een ‘endless scroll’ waarbij je geen controle hebt over wat je te zien krijgt. Wat mij betreft moeten die voor kinderen gewoon weg. Het draagt alleen maar bij aan het verdienmodel van platforms.
„Een aantal strategieën is gebaseerd op mechanismen die we ook in casino’s zien. Tussentijdse beloningen, het fijne gevoel dat je krijgt als iemand je content liket, notificaties die je steeds weer terughalen. Ons brein kan daar heel moeilijk weerstand tegen bieden. Dát moet je aanpakken.”
Met een toegangsverbod voor minderjarigen kunnen die trucs niet meer op kinderen toegepast worden.
„Maar je lost het probleem op die platformen niet op. Want gaan die dan überhaupt nog veranderen? En wat doe je vanaf zestien jaar? Laat je ze dan gewoon los op – laat ik een eens jarennegentigterm gebruiken – de elektronische snelweg? Zonder dat ze eerst hebben leren fietsen?”
Wat is dan het antwoord?
„De diensten moeten aan de wet gehouden worden. En ze moeten minder complex worden. Want heel veel dingen zitten verstopt. Je weet bijvoorbeeld niet welke gegevens er van je gebruikt worden. Daardoor heb je er ook geen grip op. Dat zijn niet alleen de gegevens die je hebt ingevoerd toen je een account aanmaakte. Het is ook wat je liket en deelt, hoe jij je gedraagt op dat platform. Ook hoe je je daarbuiten gedraagt kunnen de platformen volgen. En al die data worden weer gebruikt om nieuwe informatie over jou te genereren, voorspellingen te doen over wat ze denken dat jij interessant vindt.”
Zit daar niet ook een positieve kant aan?
„Ze gebruiken die data ook om in te schatten of jij zo oud bent als je zegt dat je bent. En om groomers op te sporen en te blokkeren – als ze bijvoorbeeld zien dat een volwassen man veel contact zoekt met kinderen die hij nog niet kent. Het kán dus ook in het belang van kinderen gebruikt worden, maar het gebeurt vooral met een commercieel belang. Ik denk niet dat die gegevensverwerking gericht op kinderen rechtmatig is onder de wetten die we nu al hebben.”
Als je sociale media verbiedt voor kinderen, pleeg je als overheid een soort censuur.
Bent u teleurgesteld?
„Ik ben heel teleurgesteld ja, ja zeker. Mijn hoop was dat de overdadige gegevensverwerking van kinderen zou worden aangepakt met de nieuwe Europese privacywet, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) uit 2018.
„Maar de handhaving daarvan komt onvoldoende van de grond, onder meer omdat die bij de nationale toezichthouders ligt van de EU-landen waar bedrijven zitten. In Nederland zijn we dus bijvoorbeeld afhankelijk van het Ierse toezicht op Meta (Facebook en Instagram). Het duurt allemaal maar. Intussen zitten kinderen al jaren op die socials.
„Ik heb eigenlijk nergens goed gezien dat kinderen prioriteit hebben bij de handhaving van de privacywet. Op een uitwerking van hoe de privacyregels voor kinderen moeten werken, wachten we al jaren. Verbeter die handhaving voordat je nieuwe regels bedenkt, die ook weer handhavingsproblemen met zich meebrengen.
„Ik ben wel hoopvol dat er nu eindelijk wat gaat gebeuren. De Europese Commissie doet het toezicht op de grote online platformen onder de nieuwe digitale dienstenwet DSA. En die heeft meteen gezegd dat de veiligheid van kinderen op die platforms prioriteit heeft. Dat zie je ook terug in de onderzoeken die ze zijn gestart.”
Die regels zijn er al even. Waarom houden bedrijven zich daar niet gewoon aan?
„Nou ja, omdat die bedrijven daar veel geld mee verdienen. Het is winstgevend ermee door te gaan zolang zij niet worden aangesproken door toezichthouders of een rechter. Ik las laatst dat TikTok de boetes die ze mogelijk moeten gaan betalen al heeft ingecalculeerd in de begroting. Ook een soort cynisme.”
Zijn die boetes niet te laag?
„Die partijen verdienen ongelofelijk veel geld, dus misschien is dat zo. Je ziet nu soms wel dat bepaalde praktijken worden aangepast. Op Instagram worden gepersonaliseerde advertenties onder de achttien bijvoorbeeld uitgezet. Maar dan moet je wel weten hoe oud iemand is. Omdat de leeftijdsverificatie niet op orde is, krijgen nog steeds allerlei kinderen targeted advertising te zien.
„Belangrijk om te begrijpen is dat je pas rechtmatig toestemming kunt geven voor het verwerken van je data als je handelingsbekwaam bent. In Nederland hanteren we daarvoor de leeftijd van zestien. En als platformen niet aan leeftijdsverificatie doen en kinderen toestemming laten geven terwijl ze niet handelingsbekwaam zijn, dan is die toestemming dus niet rechtmatig verkregen. Rechtmatig toestemming geven kun je dus alleen goed doen als je ook die leeftijdsverificatie op orde hebt.
„Kijk, het zijn veelal Amerikaanse platformen. Die moeten ook hun aandeelhouders tevreden houden en dus hun winst maximaliseren. Dat is een dynamiek waar je echt alleen tegenin kunt gaan met stevige wetgeving die je ook gaat handhaven. Uit zichzelf gaan ze het niet doen, want dat kost ze gewoon geld.”
Lees ook
Het ‘hoofdpijndossier’ van de porno-industrie: controleren hoe oud je bezoekers zijn
De sociale mediabedrijven zeggen allemaal geen jonge kinderen op hun platform te willen hebben. Daarom vragen ze naar de leeftijd van gebruikers. Maar die kunnen daarover liegen.
„Ik wil het niet liegen noemen. Dan doe je een soort van normatieve uitspraak over wat die kinderen doen, terwijl het helemaal niet hun verantwoordelijkheid is, maar van die platforms. En die handhaven hun eigen minimumleeftijdsregels niet goed genoeg.
„Je kunt het kinderen ook niet kwalijk nemen. Ze worden er ook toe aangezet een andere leeftijd op te geven. Want ze willen allemaal op die platforms. Daar zitten hun vrienden.
„Je hoeft kinderen ook niet tegen alles te beschermen en niet alles vast te leggen met een harde leeftijd. Het Kijkwijzersysteem dat we in Nederland voor professionele media hebben, werkt goed en is heel genuanceerd. Zoiets hebben we ook nodig voor sociale media. Dan zie je vanzelf waar het nodig is om leeftijdsverificatie in te bouwen.”
Is leeftijdsverificatie mogelijk zonder de grote techbedrijven nog meer informatie te geven over hun bezoekers?
„Het enige wat zo’n platform hoeft te weten, is of jij wel of niet ouder bent dan een bepaalde minimumleeftijd. Er bestaan al allerlei privacyvriendelijke systemen die zo gebouwd zijn dat ze alleen een ja-nee-antwoord doorsturen op de vraag of je oud genoeg bent. Je hoeft je paspoort niet te delen met een bedrijf.”
Lees ook
Hoe veilig is de identificatiewallet eigenlijk?
Wat zou u doen als u nu een tienjarig kind had?
„Ik snap dat het nu echt heel moeilijk is voor ouders om het goed te doen. Handhaving zou opvoeders al enorm helpen, maar daarnaast hebben ouders behoefte aan goede informatie over hoe technologie op een gezonde manier gebruikt kan worden, zodat ze daar samen met hun kind geïnformeerde beslissingen over kunnen nemen.
„Kinderen zijn ook heel verschillend. Zo’n smartphone zou ik echt pas doen tegen het einde van de basisschool. Als voorbereiding op de middelbare school. En ik zou wel heel goed kijken naar de instellingen.
„En geef zelf het goede voorbeeld. Ik zie vaak genoeg ouders op het station staan met een leuk nieuwsgierig kind dat om aandacht vraagt, terwijl papa of mama alleen maar naar de telefoon staart. Dat vind ik echt hartverscheurend.”