Snoop Dogg trekt nog maar eens zijn wenkbrauw op naar de paaldanseressen

Recensie

Muziek

Hiphop Er is in vijftig jaar hiphop geen rapper die al zo lang en zo consistent populair is als de 51-jarige Snoop Dogg. Hij brengt onvermoeibaar nieuwe muziek uit maar voert live al decennialang precies dezelfde inspiratieloze show op.

Snoop Dogg is een vakman die live loom op zijn lauweren rust.
Snoop Dogg is een vakman die live loom op zijn lauweren rust.

Foto Andreas Terlaak

Snoop Dogg bracht vorig jaar alweer zijn negentiende soloalbum uit, BODR. Hij bracht daarnaast in hetzelfde jaar nog vier compilaties en mixtapes uit met nieuwe muziek. Plus een heel nieuw album met all star-groep Mount Westmore samen met rappers Too $hort, Ice Cube en E-40. Hij was ook nog, zoals elk jaar, op een reeks nummers te horen als gastartiest. Maar van al die actuele muziek is maandagavond in Ziggo Dome letterlijk maar een flard te horen.

Er is in vijftig jaar hiphop geen rapper te vinden die al zo lang en zo consistent populair is bij het grote publiek als Calvin ‘Snoop Dogg’ Broadus; de 51-jarige rapper uit Long Beach, Californië van wie het beste en meest invloedrijke album nog steeds debuutalbum Doggystyle is, dat dit jaar 30 jaar geleden verscheen. Drie decennia later verkoopt Snoop evengoed nog steeds een pophal uit met ruimte voor 17.000 man.

Maar waar de lijzige rapper in de studio opvallend artistiek actief en productief blijft, en de afgelopen jaren op zijn albums vrijuit experimenteerde met zang en met andere muziekgenres, is Snoop live ruimschoots verworden tot een revueartiest die loom op zijn lauweren rust. De rapper laat op het podium vooral de nostalgie naar zijn beginjaren al het werk doen – naar lang geleden, toen hij als jonge rapper doorbrak en met zijn mentor Dr. Dre de stroming G-Funk hielp populariseren.


Lees ook dit interview met Snoop Dogg over ‘Doggystyle’ (2011)

Paaldanseressen

Snoop Dogg begint zijn show maandagavond met een paar tijdloze Dr. Dre-klassiekers. Hij heeft nog geen nummer uit zijn solo-oeuvre gespeeld, als hij wat halfbakken meerapt met een verse van Eazy-E, de drijvende kracht achter N.W.A. – de rapgroep waarmee Dr. Dre eind jaren 80 het megasucces van gangsta-rap inluidde.

De rapper kan ze dromen, net als een groot deel van het publiek: zijn verses uit klassiekers als ‘Nuthin But A G Thang’, ‘Gin & Juice’, ‘The Next Episode’ en ‘Deep Cover’. Snoop doet dit al verreweg het grootste deel van zijn leven. De paaldanseressen reizen al vele, vele jaren met hem mee van podium naar podium – hij kijkt naar ze en trekt nog maar eens zijn wenkbrauw omhoog. Vrijwel heel de show leunt op nummers, routines en interacties die hij al decennia op precies dezelfde manier uitvoert.

Je kunt een rapper als Snoop Dogg – die zijn genre eigenhandig hielp vertragen – toch lastig verwijten dat hij té nonchalant rapt. Het is immers zijn handelsmerk, zijn stempel, zijn stijl. Maar wie hem vele malen eerder zag, kan niet anders concluderen dan dat hij live dringend nieuwe creatieve energie nodig heeft.

Want er is weinig zo inspiratieloos in de hiphopwereld als de vrijwel identieke setlist waar Snoop al zolang mee optreedt. Waarin de klassieke beats en verses uit zijn hoogtijdagen steevast zonder enige lijn worden afgewisseld met platte dancepopliedjes en inwisselbare gastoptredens op wegwerphitjes, terwijl hij in zijn buitengewoon brede oeuvre nog zo veel prikkelend eigen materiaal heeft.

Snoop Dogg is een vakman die met zijn dampende, coole rapstijl en zijn ijzersterke materiaal het feest echt wel gaande houdt. Maar met zijn muzikale meesterschap, gouden oeuvre, en de artistieke veelzijdigheid die hij op zijn albums wel laat zien, mag de lat live ook wel weer eens een stukje omhoog.