‘Small Things Like These’: hoe spreek je je uit tegen onrecht, in een Iers, katholiek dorp waar zwijgen de norm is?

Het werk van de Ierse auteur Claire Keegan leverde anderhalf jaar geleden het meesterwerk The Quiet Girl op. Dat was de verfilming van haar novelle Foster (Pleegkind). Nu is er Small Things Like These, naar het gelijknamige boek dat in Nederlandse vertaling Dit soort kleinigheden heet. Het verhaal speelt zich af in 1985, in een Iers plaatsje tijdens de feestdagen. De adaptatie van Keegans novelle door de Belgische regisseur Tim Mielants (Wil) opent met het luiden van kerkklokken. Het gebeier weerklinkt door heel het dorp. Het is een fantastische manier om alvast het thema van de film aan te kondigen, de alomtegenwoordigheid van de katholieke kerk in de Ierse samenleving. Dat het onaantastbare instituut inmiddels door misbruik- en andere schandalen achtervolgd wordt zal bij de meeste kijkers bekend zijn. In 1985 lag dat anders, toen was de kerk nog oppermachtig, zeker in Ierland.


Lees ook

Dit interview met regisseur Tim Mielants

Het Vlaamse zwijgen over WO II in film

Small Things Like These gaat over kolenhandelaar Bill Furlong, sterk gespeeld door Cillian Murphy (Oppenheimer). De tred van deze binnenvetter is zwaar, zijn ogen verraden weggestopt verdriet. Met een muts op zijn hoofd rijdt hij in de koude winterdagen voor Kerst van klant naar klant. De zware zakken zwarte kolen draagt hij op zijn schouder, wat vieze vegen in zijn hals geeft. Als hij thuiskomt bij zijn vrouw en vijf dochters, wast hij zorgvuldig zijn handen met een nagelborstel. Het ritueel keert meerdere malen terug in de film, evenals het in de spiegel kijken van Bill.

Flashbacks laten zijn jeugd zien, hij groeide op zonder vader in een warm pleeggezin – net als het meisje uit The Quiet Girl dat tijdelijk wordt opgevangen door liefdevolle pleegouders. Helemaal zorgeloos is zijn jeugd echter niet, zoals een scène die laat zien waarin zijn (tiener)moeder in tranen het spuug van zijn jas wast. Ook kreeg hij niet altijd het gewenste kerstcadeau.

De compassie (‘kleinigheden’) die hij in zijn jeugd van zijn pleegfamilie kreeg, vormt zijn morele kader. Tot verdriet van Bills vrouw geeft hij zijn kleingeld aan hulpbehoevenden. Ook is de gevoelige Bill aardig voor zijn personeel.

Als hij kolen aflevert bij het plaatselijke klooster, met gakkende ganzen op het erf en krassende kraaien in de bomen, ziet hij iets wat niet voor zijn ogen bestemd is. Het is een misstand die in meer films opgevoerd is, het krachtigst in The Magdalene Sisters (Peter Mullan, 2002) en Philomena (2013) van Stephen Frears. Zonder al te veel weg te geven, kun je zeggen dat Bill zijn geweten moet laten spreken in een omgeving die geneigd is tot conformisme, zwijgen en wegkijken.

Mielants film is net iets minder subtiel dan Keegans novelle maar zijn stijl is even krachtig. Hij volgt simpelweg Bill met de camera, die soms even zijn eigen gang gaat, waarbij de melancholieke oogopslag van Cillian Murphy al het werk doet: we zien zijn verdriet, twijfel en morele worsteling van nabij.