N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Column Maxim Februari
Vijf jaar geleden zag ik in een reportage over een demonstratie een protestbord voorbij komen. ‘Racism is small dick energy’, zei het bord. Ik ging op zoek en leerde dat de opmerkelijke slogan intussen ook was doorgedrongen tot koffiemokken, buttons, truien, T-shirts, tassen, thermosflessen, bloempotten, mondkapjes, baseballpetjes. Het was een meme. En dat is hij nog steeds.
Een beetje tuttig heb ik deze meme altijd wel gevonden. Een Amerikaans kledingbedrijfje doet de suggestie het antiracistische T-shirt niet alleen naar protestbijeenkomsten te dragen, maar ook naar het huis van je rechtse grootouders. Koop je zo’n shirt, dan gaat 25 procent van het aankoopbedrag naar gemeenschappen van kleur, wat bewonderenswaardig lief en solidair van je is, als je wit bent. Tegelijk ben je ook wild en ondeugend, want je durft toch maar mooi ‘piemel’ te zeggen in het huis van je bejaarde familie. Oh là là.
Naast tuttig is de slogan ook hardvochtig. Rassendiscriminatie aan de kaak stellen door mannen vanwege hun uiterlijk belachelijk te maken: het is ingewikkeld en bepaald niet erg logisch. De slogan is een rare mix van beschaving en verruwing, van emancipatie en bodyshaming, van moderner worden en middeleeuwser, en als zodanig is hij kenmerkend voor de eenentwintigste-eeuwse debatten.
Journalist Rebecca Reid schreef in 2018 in de Engelse Metro dat de kenmerken van iemands lichaam op geen enkele manier een acceptabel argument kunnen zijn in discussies. Reid (‘lifestyle reporter, feminist and sex writer’) was online in aanvaring gekomen met een onaangename man, waarna omstanders haar te hulp snelden en tot haar ontzetting begonnen over de grootte van ’s mans penis en ballen. „Hoe zijn we in een situatie beland waarin het de standaardreactie is iemands anatomie te beledigen als die iets onwetends en onwaars zegt?” vroeg ze geschrokken.
Vorige week was het de jonge klimaatactiviste Greta Thunberg die zich vrolijk maakte over small dick energy. Ook zij was online in aanvaring gekomen met een onaangename man, de ex-kickbokser en sociale media-persoonlijkheid Andrew Tate, en zij besloot daarop zelf een grapje over een kleine penis te maken. Oké, de man was de ruzie begonnen, bovendien werd hij kort na de woordwisseling gearresteerd op verdenking van vrouwenhandel, dus er was reden niet overdreven voorzichtig met hem te zijn. Maar lichaamsmaten gebruiken als munitie?
Lichaamsmaten gebruiken als munitie? Niet logisch
Nu haast ik me te zeggen dat Greta Thunberg pas negentien jaar oud is, dat ze onder grote mentale druk staat door persoonsgerichte aanvallen van haar tegenstanders in de media én dat ze volgens eigen zeggen niet al te sterk is in sociaal inzicht en interactie. Het is haar echt van harte gegund zich onredelijk uit te laten. Maar dat geldt niet voor de serieuze pers die haar penisgrapje in alle ernst citeerde als het perfecte antwoord op Tates provocatie over snelle auto’s.
In dagblad Trouw deed een journalist zijn uiterst best te laten weten dat vrouwenhater Tate niet alleen vrouwen haat, maar dat hij ook nog eens misogyn is, en bovendien een alfaman tussen aanhalingstekens, en dat hij zijn imperium heeft gebouwd op vrouwonvriendelijke uitspraken. De lezer zou eens kunnen denken dat hij alleen maar verdacht werd van vrouwenhandel. Thunberg, riep de journalist, had de man met recht „met de grond gelijk gemaakt” en „op zijn plek gezet” met haar „verwoestende antwoord”.
Daar bleef het niet bij, want de krant drukte ernaast een tweet af van de Amerikaanse acteur George Takei. Deze Takei is activist op het gebied van lhbt-rechten en rechten van immigranten, dus je zou mogen aannemen dat hij gevoelig is voor de kwetsbaarheden van de mens. Toch vond ook hij het kennelijk aanvaardbaar om lichaamskenmerken als belediging te gebruiken. Thunberg had Tate lekker daar geraakt waar het pijn doet, schreef hij. „Greta Thunberg owned him so hard his little wee-wee fell off”.
Ach, het is maar een Amerikaanse acteur, kun je zeggen. Maar waarom vindt een beschaafde Nederlandse krant het nodig dit met instemming te citeren? Je maakt er opgroeiende jongens onzeker mee, je geeft grote groepen ten onrechte de indruk dat ze vanwege hun lichaamsmaten tekortschieten en je versterkt de patserige cultuur die je wilt bestrijden.
Dat sommige uitspraken binnenskamers en aan de borreltafel passabel zijn, wil niet zeggen dat ze dat ook zijn in de openbare ruimte of dat kranten ze als gangbaar taalgebruik moeten beschouwen.
Wie racisme of seksisme openlijk en in volle ernst in verband brengt met iemands lengte, gewicht, haarkleur of stem, geeft ermee te kennen het niet erg serieus te menen met dat antiracisme of antiseksisme. Je bent niet lief en solidair met zo’n T-shirt: je hebt gewoon iets heel erg niet begrepen.