N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
CPB-raming Volgens het Centraal Planbureau gaat de economie erop vooruit, maar neemt ook de armoede toe. Een nieuw steunpakket voor de meest kwetsbare Nederlanders lijkt onvermijdelijk.
Als de jongste voorspellingen van het Centraal Planbureau uitkomen, leven in 2024 bijna een miljoen Nederlanders in armoede. Afgelopen jaar zaten iets meer dan 800.000 mensen onder de armoedegrens, maar door beëindiging van de energiesteun stijgt dat aantal volgend jaar fors.
De nieuwe cijfers van het CPB vertellen twee verhalen. De Nederlandse economie gaat er, ondanks alle wereldwijde turbulentie en een inzakkende woningmarkt, dit en volgend jaar op vooruit. Maar daarmee is de koopkrachtklap die veel Nederlanders vorig jaar kregen, nog niet goedgemaakt. En omdat de extra overheidssteun zoals het er nu naar uitziet wegvalt, loopt de armoede op.
Dat laatste nieuws komt op een gevoelig moment, midden in de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen. Al anderhalf jaar stut de overheid Nederlanders die geraakt worden door de omhooggeschoten energieprijzen, via belastingverlagingen en directe geldelijke steun.
Het kabinet denkt inmiddels na over maatregelen vanaf 2024, die alleen de kwetsbaarste groepen helpen. Hun nood is minder hoog dan een jaar geleden, wat het kabinet tijd geeft, maar dat zal met name linkse partijen er niet van weerhouden op snellere actie aan te dringen.
Onrustige wateren
Een raming met twee gezichten: hoe kan dat?
Het heeft allemaal te maken met de onrustige wateren waarin de Nederlandse economie nu al een tijdje verkeert. Elke sector en elk huishouden is wel op een of andere manier ontregeld door de coronapandemie, die veel economieën grotendeels op slot zette, en de energiecrisis, die fors is verergerd door de Russische invasie in Oekraïne.
Alleen betaalt niet iedereen daar dezelfde prijs voor. Het algehele plaatje oogt zelfs positief. „Ondanks twee crises in drie jaar tijd is de economie ruim 5 procent gegroeid”, stelt het CPB vast in de jaarlijkse publicatie over zijn voorjaarsramingen, het Centraal Economisch Plan. Dat is voornamelijk te danken aan de groeispurt die tijdens de coronacrisis in 2021 begon en in afgezwakte vorm lijkt door te zetten.
Er zijn meer positieve tekenen. De energieprijzen, die in 2022 door het dak gingen, zijn al een tijdje aan het dalen. De inflatie werd tot nu toe vooral door die energieprijzen opgedreven en neemt nu dan ook hard af. De alom gevreesde recessie blijft vermoedelijk uit. De kosten van het prijsplafond voor energie, ooit geschat op tientallen miljarden, komen nu uit op 5 miljard euro. Bovendien verwacht het Planbureau flinke loonstijgingen, van 5 procent in 2023 en een vergelijkbaar percentage in 2024.
Maar dat is niet het hele verhaal. De inflatie neemt na een piek van 14,5 procent in september 2022 weliswaar af, maar raakt tegelijk steeds meer sectoren. Vorig jaar was dat al te merken aan de dagelijkse boodschappen en andere goederen, nu zijn ook de prijzen van diensten aan de beurt.
Er is één groep die daar veel meer last van heeft dan de andere: de kwetsbaarste Nederlanders. Voor hen ving de overheid de klap van prijsstijgingen tot nu toe op door de portemonnee te trekken.
Schot hagel
Dat was effectief, maar ook zo ongericht als een schot hagel. Veel van de ingrepen van het kabinet, zoals het prijsplafond voor elektriciteit en aardgas, kwamen zowel de rijke villabewoner ten goede als de sociale huurder in een tochtige flat. Dat was duur. Bovendien dreigde het kabinet de overstap naar groene energie in de weg te zitten door fossiele brandstoffen als gas en benzine kunstmatig goedkoper te maken.
Een nieuw steunpakket voor de economisch meest kwetsbare Nederlanders lijkt voor Rutte IV onvermijdelijk. Met loonstijgingen alleen zijn zij nu niet geholpen. Het kabinet zal op zoek moeten gaan naar manieren om hen te helpen, liefst zonder de staatskas al te hard te treffen.