Skateparadijs met hellingen, schansjes en opkrullende plakken spuitbeton

Op het Zeeburgereiland in Amsterdam ligt het grootste betonnen skatepark van Nederland.

Foto Mathijs Tromp

Reportage

Skateparken Betonnen skateparken schieten als paddestoelen uit de grond. Hoe krijgt de kleine minderheid van de skateboarders dat voor elkaar?

Kijk het nieuwe skatepark van Zaltbommel eens blinken in de zon. Een golvend wit betonnen veldje met hellingen, schansjes, opkrullende plakken beton en metalen buizen op pootjes. Jonathan (18) probeert met zijn skateboard over zo’n buis te springen. Op deze vrije dag in mei is hij met vriend Guido (25, baardje, petje) uit Alblasserdam naar Zaltbommel gereden, een rit van veertig minuten. Hun achternaam willen ze liever niet in NRC. In Alblasserdam zijn alleen skatepleintjes van asfalt, vertellen ze, met toestellen die meegeven als je eroverheen rijdt. „En de transitions kloppen niet”, zegt Jonathan. Transitions? Nu is hij mij kwijt.

Skateboarders hebben een eigen taal en cultuur, weet ik sinds mijn zoon als dertienjarige door het skatevirus werd gegrepen. Met een vriend oefende hij eerst op muurtjes en trappen, bij regen in parkeergarages tot ze werden weggejaagd. Na een tijdje durfden ze zich op skateparken te vertonen. Thuis kregen we te horen dat het daar chill is, dat gevorderden beginners niet uitlachen maar verder helpen, dat geslaagde trucs worden beloond met respect en ontzag. Ja, op sommige skateparken werd geblowd maar daar deden zij natúúrlijk niet aan mee. Ze gingen het land doorreizen om andere skateparken te bezoeken, het liefst buiten. Het had iets te maken met vrijheid en avontuur.

De skateparken in hun filmpjes leken in niets op de met onkruid overwoekerde pleintjes vol graffiti die ik nog voor ogen had. „Vroeger koos een ambtenaar wat prefab stalen toestellen uit een catalogus met daarin ook wipkippen en schommels”, zegt Damiaan Winkelman, oprichter van skateparkleverancier SkateOn. „Wij kijken naar de locatie en het budget, en gaan met lokale skaters in gesprek om uit te zoeken wat ze precies willen.”

Skateboarder op skatepark Zaltbommel.

Foto Mathijs Tromp

„Moderne skateparken zijn van beton en met de hand gemaakt en afgewerkt”, zegt Max Hartveld (35), die in Utrecht een skateboardschool runt. „Met spuitbeton kun je elke vorm maken. Dat maakt ieder park uniek en het bezoeken waard.”

Sociale acceptatie

Als landingsbanen met obstakels liggen de betonnen skateparken in het landschap. Op steeds meer plaatsen schieten ze uit de grond. Dit voorjaar kregen naast Zaltbommel ook Rosmalen, Rijswijk (ZH) en Capelle aan den IJssel er een. „Elke gemeente wil iets met een skatepark”, zegt oprichter Jeroen van Eggermond van skateparkleverancier Nine Yards. Steden als Rotterdam, Almere, Dordrecht en Roosendaal hebben grote versies. Op het Zeeburgereiland in Amsterdam ligt het grootste van het land.

Bij de leveranciers zitten skateboarders aan de knoppen – die nu de skateparken maken waar ze vroeger van droomden. „Asfalt wordt snel ruw en in de zon een beetje flexibel”, zegt Damiaan Winkelman van SkateOn. „Wij zagen in de VS, Spanje en Scandinavië heel mooie betonnen parken. Dat wilden wij ook.” Beide Nederlandse bedrijven leggen naar eigen zeggen zo’n twintig betonnen skateparken per jaar aan. In het hele land zouden er nu zo’n 150 zijn.

Goedkoop: nee. Voor anderhalve ton kun je iets maken, zegt Winkelman, maar een echt goed skatepark kost volgens hem tussen de 200.000 à 300.000 en 2 miljoen euro. Dat is een veelvoud van de prijs van de oude variant met asfalt. Hoe krijgen skateboarders het voor elkaar dat hun hobby zo ruimhartig wordt gefaciliteerd? Er zijn in Nederland best veel skaters – volgens een ruwe schatting van Skateboard Federatie Nederland 200.000 tot 300.000 – maar het blijft een kleine minderheid.

Skateboarden wordt de laatste jaren veel serieuzer genomen, zegt skateschoolhouder Max Hartveld. Sinds 2021 is het een olympische sport. Skatekanalen op YouTube hebben miljoenen volgers. „Je ziet ook veel reclame-uitingen met skaters erin. Dat telt allemaal mee in de sociale acceptatie.”

Foto Mathijs Tromp

Hartveld, een skatende jurist die is afgestudeerd op ‘regels voor skateparken’, legt uit hoe het kan gaan. De ‘skate-community’ in een gemeente – het volwassen en mondige deel daarvan – vraagt om een nieuw skatepark. Eventueel organiseert ze een crowdfunding om bij te dragen aan de kosten. Best kans dat de gemeente zit met oude skateparken die aan vervanging toe zijn, met jongeren die iets te doen moeten hebben, met kinderen die moeten bewegen. En dat de gemeente dus welwillend reageert. Zeker als ook BMX’ers, steppers en inlineskaters iets aan het skatepark hebben.

Toch zijn er volgens Hartveld nog genoeg gemeenten die verouderde skateparken niet of op een ouderwetse manier vervangen. Of die een skatepark aanleggen op een onmogelijke plaats. „Kinderen die in de buurt van een goed skatepark wonen hebben geluk, de rest heeft pech. Daar komt het toch op neer.”

Kiss & Ride

Zichtbaar én bereikbaar is het tijdelijke skatepark achter station Utrecht Centraal, open sinds 2019. Het is aan alle kanten omgeven door hoge gebouwen, waaronder de witte torens van het stadhuis. Er ligt een Kiss & Ride naast en een taxistandplaats. Forenzen op de fiets scheren er rakelings langs.

Ideale plek, vindt Max Hartveld. „Een goed bereikbare locatie wordt veel meer gebruikt.” „Vroeger werden skateparken weggestopt ver buiten een dorp”, zegt Damiaan Winkelman. „Jongeren die niet skaten gingen daar bier drinken, lieten glas en blikjes achter. De laatste jaren komen skateparken vaker in het centrum van steden. Daar is sociale controle. Bij het onderhoud hebben wij veel minder last van graffiti en vandalisme.”

Het skatepark bij Utrecht CS, dat zo’n 150.000 euro kostte, heeft ook toestellen voor calisthenics en bootcamp. In afwachting van bouwplannen voor een nieuwe toren wilde de gemeente wel investeren in „een podium voor ‘gezond stedelijk leven’, een activiteit „die voor dynamiek zou zorgen buiten de kantoortijden”, aldus een woordvoerder. De bedoeling is dat iets ervan terugkomt in het nieuwe gebouw. Het schetsontwerp voorziet in een urban sports-hoek voor skaten en boulderen.

Het nieuwe skatepark van Zaltbommel ligt wél ver buiten de bebouwde kom, ongemakkelijk ingeklemd tussen kassen en de N322. Met regelmaat dendert een vrachtwagen voorbij.

Het afgelegen skatepark Zaltbommel is dit voorjaar aangelegd.

Foto Mathijs Tromp

Een locatie vinden was lastig, zegt projectleider Nanda Jooren. „Niet iedereen wil een skatepark voor zijn deur.” In Middelburg hebben omwonenden een skatepark weggeprocedeerd. Nadat in Zaltbommel allerlei plekken afvielen, ook omdat er bijvoorbeeld geen veilig fietspad naartoe ging, bleef deze locatie volgens Jooren als enige over. Een zwaktebod, vindt Jeroen van Eggermond van Nine Yards. „Wij hebben deze plek meerdere malen afgewezen.” SkateOn vond de locatie net aanvaardbaar en legde het parkje aan. „Er liggen sportvelden naast en mensen laten er de hond uit”, zegt Damiaan Winkelman. „Plus: er was geen alternatief. En de lokale skaters zaten al jaren met de handen in het haar.”

Niet zo van de teamsport

De skaters die er deze dag zijn vinden de ligging prima. „Je moet weten dat het er is, daardoor is het nooit te druk”, zegt Ari (12), een meisje uit Zaltbommel in een wijde broek met zakken, haar achternaam wil ze liever niet in NRC. Wel is ze die ochtend aangereden door een BMX’er, vertelt ze lachend. „Het hoort erbij. Je valt toch wel.” Storend vindt ze de fietsen en steppers op het skatepark niet. „Ik ruil mijn oude skateboard weleens tegen een step. Dan kan ik dat ook eens proberen.”

Santana-Jay (11), in het zwart, komt uit Herwijnen aan de overkant van de Waal. Hij heeft het nieuwe skatepark op internet ontdekt en zijn moeder zover gekregen erheen te rijden. Moeder Sonja Lemmers (44) zit ontspannen op een granieten bankje in de zon. Haar zoon „heeft weinig hobby’s en is niet zo van de teamsport”. „Ik vind het wel belangrijk dat hij íéts doet.” De kinderen van Herwijnen zouden ook wel zo’n skatepark willen, zegt ze. „Maar ja, ze zijn duur.”

Met dat brandweerpaaltje bootsen ze de straten van LA na

Boas Hopma (25) skater

Zonder lokale skater Boas Hopma (34), eventmanager in het World Skate Center in Den Bosch, was het skatepark er misschien niet gekomen. Tijdens corona verhuisde hij noodgedwongen terug naar zijn ouderlijk huis in Zaltbommel. En ontdekte dat het skatepark waar hij zijn halve jeugd had doorgebracht, had plaatsgemaakt voor een zwembad. „Ik heb meteen de gemeente gebeld.” Die liet Hopma prompt een ‘ambitieplan’ schrijven voor een nieuw skatepark. Hij heeft „misschien een beetje gebluft” over de omvang van de skate-community in Zaltbommel. „Maar er is ook veel jeugd die stept, er zijn BMX’ers, er komen mensen van buiten.” Hij zette een crowdfunding op die „een kleine 5.000 euro” opleverde. Totale kosten: 135.000 euro.

Hopma is tevreden met het resultaat. „Alles wat ik heb gevraagd zit erin.” Hij wilde een stukje street („trapjes, randjes, leuningen”) en een stukje transition („gebogen vormen zoals halfpipes en quarterpipes”). „Ze hebben zelfs een rood brandweerpaaltje neergezet. Daarmee bootsen ze de straten van LA na. Daar had ik niet om gevraagd, dat is gewoon fun.” Vorige week is het skatepark wel met graffiti beklad.

Stadsparken van de toekomst

Voor Max Hartveld zijn echt goede skateparken in Nederland nog altijd schaars. Zijn ideaal is een stad die zelf geschikt is voor skateboarden. „In Kopenhagen wordt echt gekeken: hoe kunnen we de stad skatevriendelijk maken. In Parijs worden sommige pleinen erop aangepast. In Barcelona is de openbare ruimte al goed. Er is veel graniet gebruikt, je kunt grinden op randjes, door hoogteverschil zijn er hellingen.” Misschien gaat het in Nederland ook die kant op. Gemeenten vragen volgens Jeroen van Eggermond steeds vaker urban sports te verweven in aan te leggen stadsparken. „Met skateable meubels, vormen waarop je sport kunt beoefenen. Dat zijn de stadsparken van de toekomst.”

Zo nestelt de skate-community zich meer en meer in de niet-skatende samenleving. Hopma: „Volgens mij vindt iedereen het leuk om skaters te zien. Elke gemeente zou een skatepark moeten hebben. Lekker buiten spelen met zijn allen.”