Shell kan niet worden verplicht tot concrete percentages waarmee het bedrijf de CO2-uitstoot moet verminderen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald. De uitspraak is een grote klap voor Milieudefensie, die de zaak aanspande. De baanbrekende zaak wordt al jaren met argusogen en grote spanning in de wereld gevolgd.
Milieudefensie spande de zaak aan omdat Shell ernstig tekort zou schieten in de uitvoering van de vergroeningsambities. Maar volgens de rechter bieden de tijdens de rechtszaak behandelde rapporten „onvoldoende houvast” om Shell het reductiepercentage van 45 procent van zijn eigen CO2-uitstoot én die van klanten (ten opzichte van 2019) op te leggen.
Voor het hof is het daarnaast niet zeker of een reductieverplichting voor Shell een positief effect zou hebben op het tegengaan van klimaatverandering. De redenatie: wanneer Shell door de maatregelen minder olie en gas zou gaan doorverkopen, dan zouden andere bedrijven mogelijk hun kans schoon zien om in het gat te springen.
Milieudefensie had in hoger beroep, dat afgelopen april diende, opnieuw geëist dat Shell de CO2-uitstoot die het direct en indirect veroorzaakt in 2030 met zeker 45 procent heeft verminderd. Dat percentage baseerden de eisers op wetenschappelijk onderzoek over de wereldwijde uitstootvermindering die nodig is om nog enigszins kans te maken op een opwarming van de aarde van maximaal 1,5 graad; het streven van het klimaatakkoord van Parijs uit 2016. Het hof stelt dat die algemene norm „niet fijnmazig genoeg” is om op Shell toe te kunnen passen.
Brian Eno hield niet van mediteren. Het was 1978 en de drukbezette producer zocht een manier om te ontspannen. Bovendien had de internationaal actieve Brit last van vliegangst. Daarom besloot hij zijn eigen muzikale ‘ruimte’ te creëren. Hij noemde het ‘ambient’, omgeving. De door elektronica voortgebrachte muziek was woordloos en zonder ritme. De nummers kunnen eindeloos duren, met weinig melodische fluctuatie, en hebben daardoor een ‘tijdloos’ effect. Het is muziek zonder climax of uitroeptekens.
Voor Eno’s gemoedsrust pakte het goed uit. Zijn album Music For Airports (1978) werd gedraaid op vliegvelden. Zoals hij zelf zei „Ik ben heel nerveus, maar door deze muziek word ik rustig.” Maar zijn uitvinding bracht hem geen muzikale erkenning. Integendeel, ambient werd beschouwd als ‘muziek voor watjes’. Er ontstond zelfs een bijwoord, ‘Enoesque’, voor alles wat slap en soft was. Toen zijn idool Joni Mitchell voorstelde samen een ambientalbum te maken, wees hij haar af. Voor Eno geen ambient meer.
Waar komt het vandaan?
Eno’s ijle instrumentale stijl kreeg een tweede leven aan het begin van de jaren negentig, als de nasleep van de house. Na afloop van nachtenlange raves en parties, na urenlang nonstop bewegen, bleek er behoefte aan juist deze knuffelmuur van geluid.
Ambient was geschikt om bij weg te dromen, precies wat het publiek wilde op hun afterparty’s, ochtends bij een kopje thee. Artiesten als Autechre, Aphex Twin en The Orb breidden het house-repertoire uit met ambient-platen.
Voor zijn eerste ambientplaten, zoals Discreet Music (1975) gebruikte Eno een strijkorkest én elektronica, waaronder een synthesizer met een – destijds zeldzame – ingebouwde digitale sequencer. Daarna werd de klank elektronischer en abstracter, als mistflarden met hier en daar een vlek zonneschijn. Ambientartiesten roepen in de muziek vaak beelden op uit de natuur, van golfslag, getij, bladergeritsel.
En hoe zit het nu?
De waardering voor ambient blijft, er is altijd weer behoefte aan een knuffelmuur van klank. Na de house werd ambient vaker geannexeerd: door new-age, door yoga-video’s, als achtergrond in sauna’s. Intussen is er Japanse ambient, IJslandse ambient, Noord-Amerikaanse ambient, Nederlandse ambient; er zijn vertakkingen als ambient pop en ambient house, dat uiteenlopende werelden in zich verenigt.
Nog altijd hebben muzikanten soms persoonlijke redenen om ambient te maken. Zo lijdt de Tilburgse muziekproducer Ramses3000 aan malende gedachten en slapeloosheid. Om zichzelf te ‘genezen’ maakte hij het prachtige album Thalamus (vernoemd naar dat deel van de hersenen dat onder meer slaap reguleert), waarop de klanken kabbelen. Toen hij de muziek onlangs uitvoerde in het Amsterdamse Concertgebouw, lagen sommige toeschouwers op matrassen weg te dromen.
Wie moet ik luisteren?
Daarbij vergeleken is de ambient van Susumu Yokota onrustig. Yokota bootst verschillende natuurelementen na, maar ook klinken er beierende kerkklokken en percussieve gamelan. Bij de componisten Michael Nyman en Philip Glass hoor je pulserende pianoklanken die de hersenen ‘masseren’; Shabaka laat fluittonen klinken als wind, en zo zijn er meerdere interpretaties van ‘rustgevend’.
Voor diverse activiteiten – huiswerk maken, meditatie, lange autoritten. Veel artiesten van destijds, zoals Laraaji en Aphex Twin, blijven het genre trouw. Maar in de playlists figureert hier en daar ook generiek synthesizergepruttel dat wellicht gemaakt werd met behulp van AI en de naam ‘ambient’ niet verdient. Uiteindelijk blijken Eno’s albums, zoals Music For Airports (Ambient 1) en On Land (Ambient 4), nog altijd de beste representanten van het genre.
Het Franse defensie- en elektronicabedrijf Thales wordt verdacht van omkoping en corruptie. Dit meldde het Britse Serious Fraud Office (SFO) donderdag in een persbericht. Het bedrijf is een van de grootste defensiebedrijven in Nederland en produceert geavanceerde radartechnologie. Ook het ov-chipkaartsysteem is van Thales.
Het is nog onduidelijk wat de precieze misdrijven zijn waar Thales van verdacht wordt. Volgens persbureau Reuters heeft het onderzoek betrekking op een wapencontract in Azië. Het SFO meldt dat er een onderzoek is geopend waar de Franse en Britse autoriteiten samen aan werken.
Thales ontkent vrijdag, nadat de koers van het bedrijfsaandeel met meer dan 5 procent was gedaald, alle beschuldigingen. Het zegt volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek.
In juni schreef Reuters dat onder meer de Nederlandse politie kantoren van Thales had doorzocht. Dit zou onderdeel zijn geweest van twee eerder begonnen onderzoeken die, onder andere, ook over corruptie gaan.
Volgens de eigen website heeft Thales meer dan 2.000 werknemers in Nederland. Het bedrijf heeft vestigingen door het hele land, waaronder in Hengelo, Eindhoven, Delft en Amersfoort. Het Franse bedrijf maakte in 2023 een omzet van 18,5 miljard euro.
Lees ook
Nu westerse overheden weer geld uitgeven aan defensie, stromen de opdrachten bij Thales binnen
Het had best anders kunnen lopen voor Bruce Liu. Een leven als pianist was een optie, maar er waren nog zoveel meer interesses. En toen won hij in 2021 plotseling de eerste prijs op de Chopin-competitie in Warschau. Enkele concerten per jaar werden er ineens honderd. „Daarvóór was ik gewoon een normale conservatoriumstudent met een stabiel leven. Mijn dagelijkse ritme was heel duidelijk. Dat is het nog steeds, maar nu op een hele andere manier: mijn agenda ligt al voor de komende twee jaar vast.”
Als kind overwoog hij een carrière als atleet. Liu: „Tot mijn vijftiende had ik professioneel zwemmer kunnen worden. Daar was ik vrij serieus in.” Ook karten is een van zijn grote passies, „maar daar was ik te laat bij. Kartracers beginnen soms al op driejarige leeftijd, nog vroeger dan de meeste pianisten.”
Voor Liu (1997) – kind van Chinese immigranten in Frankrijk, opgegroeid in Canada – kwam ook de piano pas relatief laat in beeld. Hij komt niet uit een muzikale familie. Het keyboard dat hij op zijn achtste kreeg was vooral bedoeld om hem dagelijks twintig minuten zoet te houden. „Ik was een druk kind”, vertelt hij videobellend vanuit zijn huis in Montreal. „Ik ben nooit gepusht om piano te spelen. Ik had er gewoon plezier in. Pas toen het serieuzer werd, wilde mijn vader investeren in een akoestische piano.”
Een klein hommage aan die rechtopstaande piano hoor je, fastforward naar 2023, op Bruce Liu’s eerste studioalbum Waves. Daar klinken naast werken op de vleugel zes korte stukjes van Erik Satie op een ‘upright’ piano – ongebruikelijk voor klassieke pianisten, die vrijwel uitsluitend op een vleugel spelen. „Zo’n gewone piano heeft iets huiselijks en relaxts. Klassieke muziek kan soms afstandelijk en verheven aanvoelen, maar met zo’n upright klinkt het alsof er iemand in je huiskamer zit te spelen.”
Het was niet de ouderlijke huiskamer waar Bruce Liu’s talent als eerste werd opgepikt. Hij ging op les, maar was aanvankelijk geen bijzondere leerling, vertelt hij zelf. „Mijn ontwikkeling ging erg geleidelijk. Vanaf mijn veertiende of vijftiende begon ik deel te nemen aan concoursen, en dan ga je steeds uitdagender repertoire instuderen. Dan kun je ineens dezelfde stukken spelen als je idolen.”
Wat neem je mee op tournee?
Hoe het werkt op een competitie leerde Liu van een ervaringsdeskundige. In Montreal studeerde hij piano bij Dang Thai Son, zelf winnaar van de Chopin-competitie in 1980. Die bracht hem naast muzikale vaardigheden ook de fijne kneepjes bij van het bestaan als reizend concertpianist. „We spraken veel over praktische zaken. Wat moet je allemaal inpakken als je op tournee gaat? Dat soort dingen zou je eigenlijk op het conservatorium moeten leren. Niemand vertelt je daar bijvoorbeeld hoe je omgaat met een jetlag, terwijl dat een optreden compleet kan veranderen. Of hoe geef je een interview? Al die logistieke aspecten zijn best uitdagend.”
Sinds zijn doorbraak in 2021 ontkomt hij niet aan de concertpraktijk. „Het lastige aan dit beroep is dat alles zo ver vooruit wordt gepland. Ik ben nu al bezig met wat ik in 2027 ga spelen, terwijl je natuurlijk nog helemaal niet weet hoe je je voelt tegen die tijd. Dat geldt ook voor het maken van opnames. Je moet maar net dat creatieve vonkje hebben tijdens die vijf dagen in de studio.”
Gelukkig vindt Liu de opnamestudio een fijne omgeving. „Voor sommige artiesten is het een martelgang. Je mist de sfeer en opwinding van een concertpubliek, maar ik hou wel van het kalme, rationele vakmanschap in de studio. Dat steeds opnieuw inspelen, terugluisteren, en weer iets nieuws uitproberen. Je kunt wat meer spelen met artistieke vrijheden die je in
een concert niet zou durven nemen.”
Deze maand verscheen Bruce Liu’s tweede studioalbum, een opname van Tsjaikovski’s ‘De seizoenen’. Twaalf miniatuurtjes – één voor elke maand van het jaar – waarin de componist het Russische plattelandsleven tot leven brengt. Geen geijkt virtuozenrepertoire, maar gecomponeerd voor goede amateurpianisten. Het wordt dan ook niet zo vaak integraal uitgevoerd. „Tsjaikovski blinkt niet uit als componist voor piano solo”, geeft Liu toe, „maar je herkent er veel van zijn kernrepertoire in terug: balletmuziek, folkloristische invloeden, en soms zelfs een beetje van de brille uit zijn pianoconcerten. De muziek is heel sfeervol, heel poëtisch. Je hoort Tsjaikovski op z’n intiemst.”
Zomervakantie
Liu brengt ‘De seizoenen’ deze week mee naar het Concertgebouw in Amsterdam, waar hij zijn opwachting maakt in de serie Grote Pianisten. In het recital splitst hij de set in tweeën: eerst de maanden januari tot en met juni, dan een paar andere werken, en pas na de pauze de maanden tot december. „Iedereen heeft behoefte aan zomervakantie”, lacht hij, „De ‘Vierde pianosonate’ van Skrjabin is even een wild uitstapje.”
Verder staan er werken van Mendelssohn en Prokofjev op het programma. Opvallend afwezig is de muziek van Chopin, die Liu’s internationale doorbraak betekende en waarmee hij sindsdien vaak geassocieerd wordt. „Ik ben nog echt aan het ontdekken welke componisten goed bij me passen en welke stijlen ik meer wil verkennen. Een topsporter gaat op mijn leeftijd aan zijn pensioen denken, maar als artiest begint mijn muzikale identiteit zich nu pas te ontwikkelen. Met elk concertseizoen leer je jezelf beter kennen.”
„Ook van Chopin zijn er stukken waar ik me nog niet comfortabel mee voel. Zijn oeuvre loopt erg uiteen. We denken bij Chopin altijd aan melancholie en mooie melodieën, maar op de competitie in Warschau speelde ik bijvoorbeeld werken uit zijn vroege periode, uit de tijd dat hij nog een partyanimal was. Dat biedt een hele andere kijk op Chopin.”
„En bij de Mazurka’s denk ik: óf je kunt er wat mee, of het komt nooit. Mozart lijkt me daarentegen juist vooral geschikt voor kinderen, of voor pianisten op leeftijd. Daartussen raken we vaak te veel verstrikt in de hectiek van het leven. Als volwassenen maak je dingen zo complex dat je uit het oog verliest wat écht essentieel is. Dat werkt niet bij muziek van zo’n pure en eenvoudige schoonheid.”
Wat staat er verder op stapel? „Ik weet het nog niet precies. Misschien een opname van Tsjaikovski’s ‘Pianoconcerten’. Uiteindelijk hoop ik ook bij Brahms en Schumann uit te komen.” En wie Bruce Liu in Chopin wil horen schitteren hoeft niet lang te wachten: in het voorjaar tourt de Canadees met Amsterdam Sinfonietta door heel Nederland met een arrangement van het ‘Tweede pianoconcert’.
Bruce Liu speelt op 1/12 in het Concertgebouw, Amsterdam. Info: concertgebouw.nl