Sergej Loznitsa filmt in docu ‘The Invasion’ een Oekraïne dat kreunt maar niet breekt

Halverwege The Invasion worden stapels Russische boeken ingeleverd bij een Oekraïense boekhandel. Boeken van Dostojevski en Poesjkin; ‘Sloop me’ heeft iemand even verderop op diens standbeeld gespoten. Maar ook een Russische vertaling van Stefan Zweig. Alles gaat naar de pulpmolen, om er toiletpapier van te maken.

Tribalisme? Patriottisme? Oorlog verandert alles en dwingt tot keuzes. Op 24 februari gaat de (tweede) Russische invasie in Oekraïne zijn derde jaar in. Een griezelig moment voor Oekraïne, dat militair in het defensief is terwijl Trump zaken doet met Moskou, buiten Brussel en Kyiv om.

Twee jaar lang filmde de Oekraïense filmmaker Sergej Loznitsa wat de oorlog aanricht in zijn land. Zonder commentaar, met statische camera en gefocust op het burgerleven. We zien begrafenissen, vrijwilligers die fronttroepen bevoorraden, een alledaagse raketinslag van het formaat Bijlmerramp. Een schoolklas die vaderlandsliefde leert. Een bruiloft. Vaak loeit er luchtalarm. Meestal haalt men daar de schouders over op.

Loznitsa’s film in opdracht van Arte ging in Cannes in première, maar wordt volgens Loznitsa in Oekraïne niet vertoond. Dat wil eerder escapisme. Met zijn strenge, grimmige speelfilms en montage-documentaires is Loznitsa dé chroniqueur van de Sovjet- en post-Sovjet-geschiedenis. Van Stalins begrafenis (The Funeral) tot de coup tegen Gorbatsjov (The Event). Commentaarloos, met niet apert manipulatieve montage – al weet Loznitsa wat hij doet als hij in The Invasion een schoolklas na een raketinslag monteert.

Tegen boycot

Loznitsa’s documentaire Maidan, een verslag van de burgeropstand op het Maidan-plein in Kyiv begin 2014, werd gewaardeerd, net als zijn speelfilm Donbass (2018), een macaber mozaïek van het leven in de corrupte ‘volksrepublieken’ die Rusland had ‘bevrijd’. Na de invasie van 2022 raakte Loznitsa evenwel in onmin met patriotten omdat hij zich tegen een boycot van alle Russische cultuur keerde – de verpulping van Poesjkin verwijst ernaar.

De oorlogsinspanning is vermoedelijk meer gediend bij de wervelende, heroïsche Oscarkandidaat Porcelain War, die Oekraïenese schoonheid en offerzin tegen de grauwe Russische doodsmachine afzet. The Invasion biedt een somber beeld van een natie die voortploetert, met de jerrycan bij de waterpomp moppert, mijnen ruimt en in slaap valt in de wetenschap dat er ’s nachts zomaar een raket op je flatje kan landen. Aan het eind stapelt een vrouw bakstenen in de ruïnes van haar dorp; koppig als Sisyphus is ze haar eigen wederopbouw begonnen. De zon gaat onder, een hond blaft, in de verte knetteren schoten.

Het is een dof portret van een land waar oorlog een toestand is en de aanvankelijke hectiek routine werd. Geen spannende, zelfs geen interessante kijkervaring. Wel een blik op een natie die kreunt en lijdt, maar niet breekt.