Seks tussen broer en zus als heimwee naar een verloren jeugd

Waar Victor ook naartoe reist, van Amsterdam naar Parijs naar München, nooit kan hij zijn verliefdheid op zijn zus Lisa achter zich laten. In de bejubelde debuutroman De eeuwige jachtvelden (1995) van Nanne Tepper volgen we Victor, Lisa en hun jongere zus Anna, die opgroeien in een gehucht in Oost-Groningen. Het eenzame leven met hun alcoholische vader en hun emotioneel afwezige moeder versterken hun onderlinge band, die ook als ze volwassen worden onverbrekelijk blijkt – de kinderen blijven terugverlangen naar hun drie-eenheid.

De theaterbewerking van het Drents productiehuis Mevrouw Ogterop begint met een beeld dat die verbintenis onderstreept: zwijgend staan de drie voor een graf, identiek gekleed, een witte bloem in de rechterhand. Vanaf de begrafenis komen Victor (Marcel Osterop), Lisa (Lotte Dunselman) en Anna (Terri van Splunder) in hun ‘geheugenpaleis’ terecht: fragmentarisch reconstrueren ze hun jeugdherinneringen.

Het leidt, zeker voor bezoekers die de roman niet hebben gelezen, tot een wat stroef begin. Regisseur Liliane Brakema kiest voor een afstandelijke speelstijl die goed aansluit bij de beschouwende, terugblikkende toon van de personages. Tegelijkertijd zet de live muzikale omlijsting van componist Joost Dijkema vol in op emotie: zijn dromerige folkgeluid creëert al een atmosfeer van nostalgie voor we goed en wel weten wie deze personages zijn.

De twee inzetten zitten elkaar danig in de weg: de meer conceptuele, abstraherende vorm die uit tekst en spel volgt wordt ondermijnd door de melodramatische, filmische soundtrack. Bovendien is de kindertijd het minst interessante deel van het verhaal – de scènes voelen niet specifiek genoeg en blijven steken in clichés over een jeugd in een afgelegen dorp (ondertussen platgetreden door andere Nederlandse romans en hun respectievelijke theater- en filmbewerkingen).

Scène uit De eeuwige jachtvelden
Foto Sanne Peper

Onderdrukt

Als de overstap naar volwassenheid wordt gemaakt en de kinderen het ouderlijk huis verlaten, wordt het interessanter – ook omdat de muziek dan een minder dominante rol begint te spelen. Naarmate de focus meer op de onderdrukte verliefdheid tussen Victor en Lisa komt te liggen, met Anna als derde wiel, vernauwt de voorstelling zich tot een broeierig en claustrofobisch portret van een incestueuze relatie.

De expliciete beschrijvingen van seks, tegenwoordig zo zeldzaam in het Nederlandse theater, dompelen de kijker onder in de sensualiteit van de personages, waardoor het je onmogelijk wordt gemaakt een gemakkelijke morele positie ten opzichte van hen in te nemen. Het is bijzonder knap hoe Osterop en Dunselman de chemie tussen broer en zus neerzetten: afwisselend schaamtevol en euforisch, en steeds balancerend tussen kinderlijkheid en volwassen erotiek.

De link tussen de verboden liefde van de hoofdpersonages en hun onvermogen hun kindertijd achter zich te laten, wordt mooi onderstreept door het decorontwerp van Loes Schakenbos: een verzameling levensgrote blokken uit een blokkendoos, bekleed met zachte stof, waarmee de personages muren en (liefdes)bedden bouwen. Het creëren van je eigen nestje om maar niet op te hoeven groeien, wordt zo expliciet gemaakt.

Als de muziek van Dijkema aan het slot opnieuw voor een vettig sentimenteel sausje zorgt, kun je dat van je laten afglijden: De eeuwige jachtvelden heeft dan inmiddels zo’n stevige belevingswereld neergezet, dat die zich niet meer laat torpederen.