Seks hoeft niet zo eng te zijn als ouders denken

‘Nog niet kijken”, roept een jongen, terwijl hij zijn voeten in een paar zwarte laarzen met duizelingwekkend hoge hakken wurmt. Zijn broertje staat aan de andere kant van het rek met verkleedkleren in het Onderwijsmuseum in Dordrecht. Aan het rek hangen jurken, leren handschoentjes, blazers. Ernaast staat een bed met daarboven briefjes waarop bezoekers liefdesgeheimen neer kunnen pennen. Zacht klinken er liefdesliedjes door de ruimte. Het is allemaal onderdeel van de tentoonstelling Aahhh…! over lichaam, seksualiteit, gender en consent, instemming.

Lieneke Bouwer kijkt naar haar zoontjes van acht en tien die op de hakken door de ruimte stampen. „Pas op, dadelijk verzwik je nog je enkels”, lacht ze. „De oudste krijgt volgend jaar, in groep acht, pas de eerste seksuele voorlichting op school”, zegt Bouwer, terwijl ze hem in een jurk helpt. Vrij laat, vindt Bouwer. Ze heeft het zelf al over seks gehad met haar kinderen.

Als er wél aandacht voor seks is in de klas, dan is bij docenten de behoefte aan hulp groot, merkt Janneke Pierhagen van het museum. Scholen schreven zich meteen na de opening van de tentoonstelling in voor het educatief programma. „Dat gebeurt bij andere tentoonstellingen niet.”

Deze week werd duidelijk dat een groot deel van de jongeren de seksuele voorlichting op school maar matig vindt. Jongeren geven de voorlichting gemiddeld een 5,6, een iets lager cijfer dan in 2017. Dit bleek uit het grootschalig kwantitatief onderzoek ‘Seks onder je 25e’, over seksuele gezondheid onder jongeren. Expertisecentrum Rutgers en Soa Aids Nederland polsten zo’n tienduizend jongeren tussen de 13 en 25 jaar over hun ervaringen met seks. De vorige keer dat het onderzoek werd uitgevoerd, was in 2017, daarvoor in 2012. Uit het onderzoek blijkt ook dat jongeren later met seks beginnen, meer acceptatie hebben voor seks zonder liefde en minder aan de pil gaan.

Even kijken of de hoge hakken passen.
Foto’s Saskia van den Boom

Seks zonder verliefdheid

„Aan de ene kant gaat het goed met onze jongeren, maar op sommige punten maken we ons zorgen”, zegt Hanneke de Graaf. Zij leidt bij Rutgers al jaren het project ‘Seks onder je 25e’. „Jongeren geven hun seksleven een ruime zeven, dat vonden we mooi. Maar je kunt ook denken: waarom geen acht?”

Een opvallende conclusie uit het onderzoek: jongeren beginnen steeds later met seks. In 2012 had de helft van de jongeren op hun zestiende hun eerste ervaring met samen aftrekken of vingeren gehad, in 2017 was dat op hun zeventiende, en in 2023 werd dat nog een jaar later. De eerste keer vaginale seks heeft de helft van de jongeren gehad als ze 18,7 jaar zijn, in 2012 was dat nog anderhalf jaar eerder. Vergeleken met voorgaande jaren vinden de jongeren seks zonder verliefdheid vaker oké. Inmiddels vinden evenveel meiden als jongens dit. „Een stukje emancipatie voor die meiden”, zegt De Graaf. Ook neemt acceptatie van genderdiversiteit en LHBTIQ+ toe.

Jongeren ervaren wel vaker seksueel grensoverschrijdend gedrag, laat het onderzoek zien. Onder meiden is het percentage dat wel eens gedwongen is over haar grenzen heen te gaan, toegenomen van 12 procent in 2017 naar 20 procent in 2023. Ook opmerkelijk: de groep jonge mensen die géén anticonceptie gebruikt, wordt groter. Onder jongeren die ooit vaginale seks hadden, gebruikte in 9 procent geen anticonceptie in 2012. Die groep groeide naar 20 procent in 2023.

„Over dit soort onderzoeken wordt vaak gepraat in termen van: ‘Oh nee, wat zijn die jongeren allemaal aan het doen?’, zeggen Krista en Marcelle Arriëns, beter bekend als ‘de sekszusjes’. Ze lazen het onderzoek met veel belangstelling. In 2019 begonnen Krista en Marcelle met een YouTube-serie (VPRO) voor jongeren over seks, vanuit het idee dat voorlichting veel beter kan. In afleveringen met titels als ‘PorNO or yes?’, ‘Misverstandjes’, ‘Getver schaamhaar’, ‘Spijt hebben van seks’ en ‘Blij met je kutje’ bespreken de vrouwen kwetsbaar en open hun eigen ervaringen. De serie werd zo populair dat er een uitgebreid tv-programma volgde, waarin de zussen zelf seksuele voorlichting gaven aan middelbare schoolklassen.

„Ons viel op dat alle trends in het onderzoek misschien wel te verklaren zijn door een groeiend bewustzijn”, zegt Krista. „Wat is bijvoorbeeld de reden voor de stijging van seksueel geweld? Wordt er misschien meer gerapporteerd, omdat er minder schaamte is om hier open over te zijn?”

De Graaf benoemt die mogelijkheid ook. Jongeren weten door maatschappelijke ontwikkelingen of berichtgeving misschien beter wat seksueel geweld is. „Voor een verdiepend onderzoek neigen we naar een focus op dit thema”, zegt de onderzoeker. „Meer dan de helft van de jongeren die seksueel geweld meemaakte, liet niet merken dat ze niet wilden. Daar willen we over doorpraten.”

Eigen keuzes

Onderzoeker De Graaf ziet dat groeiende bewustzijn ook. „Als ik één verbindende factor in het rapport zou moeten noemen, is het dat er meer ruimte lijkt te zijn voor eigen keuzes”, zegt de Graaf. Zo is de laatste sekspartner van een jongere vaker iemand met wie ze geen relatie hebben, en identificeren meer jongeren zich tegenwoordig als anders dan cisgender – bij cisgender komt de genderidentiteit overeen met het geboortegeslacht.

De sekszusjes zien die keuzevrijheid ook terug in de afname van het pilgebruik, dat overigens niet lijkt te leiden tot meer ongewenste zwangerschappen of meer seksueel overdraagbare aandoeningen. De meeste meiden die geen pil slikken, zeiden dit te doen omdat ze niet zoveel hormonen in hun lijf willen.

„Ik had daar ook graag meer over nagedacht”, zegt Krista. „Vroeger ging je naar de huisarts, die schreef de pil voor en je slikte hem”, zegt ook De Graaf. „Meiden die er nu voor kiezen om niet de pil te slikken vanwege de hormonen, moeten wel een goed alternatief gebruiken, zoals een koper-spiraal of condoom”, zegt Krista.

Foto’s Saskia van den Boom

Dat jongeren later beginnen met seks valt niet per se te koppelen aan meer bewustzijn. De groep jongeren onder de achttien die ervaring heeft met verliefdheid en verkering, is kleiner geworden, ziet de Graaf. „En de meeste jongeren hebben vooral binnen een relatie seks.” Uit eerder onderzoek blijkt dat maatschappelijke druk om het ‘goed’ te doen op school misschien ook een rol speelt. „Dat remt af in het feesten, flirten en dus seks hebben.” Worden jongeren niet domweg preutser? „Dat hoor je veel”, zegt Marcelle. „Maar daarin zit heel duidelijk een oordeel van een oudere generatie, die zelf jonger met seks begon.”

De leuke kanten van seks

Dan de voorlichting. Jongens en meiden zijn ontevreden over het seksonderwijs op school, queer-jongeren zelfs nog iets meer. De 22- tot 24-jarigen gaven het onderwijs het laagste cijfer. „Misschien zijn zij terugkijkend negatiever geworden”, zegt De Graaf. „Iemand van 24 moet natuurlijk een stukje terugdenken. Maar het kan óók dat de seksuele vorming nu beter is dan toen”, zegt De Graaf. „Dat hopen we dan maar.”

Ongeveer de helft van de jongeren vond dat zij op school voldoende informatie krijgen over soa’s en anticonceptie. Meer dan de helft kreeg niets of te weinig te horen over verliefdheid, zwangerschap en abortus. En een ruime meerderheid vond dat er onvoldoende aandacht was voor de leuke kanten van seks, seks in de media, seks tegen je wil en aan consent.

Toch merkten Krista en Marcelle tijdens hun schoolbezoeken dat leerlingen beter op de hoogte waren dan de zussen zelf in hun tienerjaren. „Ik denk dat de smartphone daar een belangrijke factor in is. Veel meer informatie komt naar je toe”, zegt Krista. De jongeren waren zich bijvoorbeeld bewust van een thema als consent, aldus de zussen, maar ze weten nog niet hoe dat zich in de praktijk vertaalt.

Marcelle: „Als we oefeningen gingen doen waarbij ze grenzen moesten aangeven, lukte dat niet zo goed.” Zo moesten leerlingen voor elkaar een taartje versieren, en precies aangeven hoe zij dat wilden hebben. „Als je maar een klein beetje vla wilt, en iemand gooit er een half pak op, durf je dan te zeggen: ik vind dit te veel?”, zegt Krista. „Dan ben je vaardigheden voor in de slaapkamer op een hele veilige manier aan het oefenen. We hebben het 80 procent van de tijd niet eens over seks gehad.” En dat is voor scholen die bang zijn dat ouders in opstand komen tegen de lessen, ook prettig om te weten.

Marcelle: „Het hoeft niet zo eng te zijn als sommige ouders denken.”

Het zijn ook vooral de ouders die zich druk maken om dingen die kinderen eventueel in de tentoonstelling zien, zegt Janneke Pierhagen van het Onderwijsmuseum. „Maar wat kinderen niet wíllen zien in de tentoonstelling, gaat gewoon aan ze voorbij.”

De kinderen van Lieneke Bouwer vliegen door de tentoonstelling, trekken ‘naaktpakken’ aan en tekenen piemels op een krijtbord. Bij het onderdeel over consent drukken de jongens op knoppen op een bord, bij elke knop schalt een andere kinderstem met een vraag door de ruimte: „Moet je iemand altijd zoenen als-ie dat wil?”, klinkt het. Bouwer grijpt haar kans. „Als oma langskomt en zegt: geef mij eens een kus, moet dat dan of mag je nee zeggen?”, zegt ze. Haar zoons, in koor: „Je mag altijd nee zeggen!”

Attribuut te zien op de expositie.
Foto Saskia van den Boom