N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
The Little Mermaid De personages en muziek in de live action versie van de beroemde Disneyfilm zijn aangepast aan de huidige tijdsgeest. Componist Alan Menken: „We schrijven altijd al nummers waar een zo breed mogelijk publiek plezier aan beleeft.”
Het is geen „remake”, maar een „herinterpretatie” van de originele animatiefilm, benadrukt The Little Mermaid -regisseur Rob Marshall . „Dat is ook wat Disney ons heeft gevraagd.” Marshalls aanpassingen in de live action versie van de geliefde animatiemusical uit 1989 zorgden vanaf de eerste bekendmakingen voor reuring.
De meeste aandacht kreeg zijn keuze om de Afro-Amerikaanse actrice Halle Bailey te casten als Ariel, de zeemeermin die geobsedeerd is door de mensenwereld, verliefd wordt op mensenprins Eric en bij zeeheks Ursula haar sirene-stem inruilt voor benen, zodat ze deel kan uitmaken van zijn wereld. In Disney’s live actionfilms spelen echte acteurs, met behulp van veel computer en andere technieken, de oorspronkelijk getekende personages.
Het leidde tot gretig gedeelde beelden van gekleurde peuters die hysterisch van vreugde kijken naar de trailer met een donkere Disney-prinses, maar evenzeer tot racistische oprispingen. Maar de casting was niet bedoelt als statement, stelt Marshall tijdens een korte zoomsessie waarin journalisten vragen mogen stellen: „We zagen honderden vrouwen van alle mogelijke etniciteiten. We zochten een actrice die kan zingen, iets bovennatuurlijks heeft, maar die ook passie, vrolijkheid en onschuld uitstraalt, en jong is. Veel van de vrouwen die we zagen waren te volwassen voor de rol. Toen Halle auditie deed was ze achttien en ademde ze een soort kinderlijke verwondering.”
Lees ook dit stuk over kleurenblind casten: Een zwarte Ariel, een woedende menigte
Marshall heeft de animatiefilm ook op talloze andere vlakken ‘geherinterpreteerd’ en uitgebreid. In de nieuwe versie verzucht zeemeermin Ariel niet meer smachtend dat mensenprins Eric „zo knap” is. De karakters van de tieners Ariel en Eric zijn meer uitgewerkt. Ze vallen niet meer alleen voor elkaars looks, maar ook voor elkaars persoonlijkheid. Ze hebben beiden verzamelwoede, maar delen ook hun idealisme en een conflict met een ouder die in tegenstelling tot zijzelf huiverachtig staat ten opzichte van het onbekende. Ariels vader Triton moet niets hebben van de mensenwereld, Erics adoptiemoeder huivert bij de zeewereld.
Toestemming voor een kus
Ook de teksten van een aantal bekende nummers werden aangepast aan hedendaagse opvattingen. Zo fluistert krab Sebastiaan prins Eric in het zwoele ‘Kiss The Girl’ niet langer in het oor dat je geen woorden nodig hebt om erachter te komen of een meisje je ziet zitten, maar dat een kus voldoende is. Subtiel werd de opmerking „vraag het haar” door de componisten in de originele tekst verweven.
Componist Alan Menken, die meewerkte aan de nieuwe nummers maar ook verantwoordelijk was voor de muziek in de tekenfilm uit 1989, relativeert de vraag of het lastiger is geworden om de soundtrack van Disneyfilms te schrijven. Ieder detail lijkt tegenwoordig immers onder een vergrootglas te liggen.
Menken wijst op het nummer ‘Arabian Nights’, dat hij samen met Howard Ashman schreef voor de tekenfilm Aladdin (1992). Hierin omschreven ze het thuisland van de hoofdpersoon als een plek „waar ze je oor afhakken als ze niet houden van je gezicht”. Na kritiek van Arabische-Amerikanen dat de film vol racistische stereotypen zat, kreeg het nummer in 1993 een neutralere tekst over de hitte in de woestijn.
Menken: „De wereld is dus niet zo veel veranderd. Wij waren erg brutaal en speelden met stereotypen, we hoorden dat niet iedereen zo grappig vond wat we deden, dus veranderden we het.”
Het is niet nieuw dat mensen meningen hebben, stelt Menken, het verschil is dat je tegenwoordig het internet hebt. „En wij willen gewoon nummers schrijven die leuk zijn en waaraan een zo breed mogelijk publiek plezier beleeft.”
Herverpakken
Het afgelopen decennium bracht Disney live actionfilms uit van bijna al haar beroemde kinderfilms, van Alice in Wonderland (2010) tot The Lion King (2019). Het levert het ‘huis van de muis’ geregeld de kritiek op dat ze voor winst te veel teren op oude successen. De live actionfilms zijn financieel vaak succesvol – geen betere marketing dan nostalgie bij ouders die bioscoopkaartjes kopen voor hun kroost – maar worden door critici vaak minder warm onthaald.
De nieuwe films passen wel perfect binnen de Disney-traditie om eeuwenoude folklore, sprookjes of mythes te herverpakken tot een product dat een breed, hedendaags publiek aanspreekt; de originele kleine zeemeermin-tekenfilm was een light versie van een Hans Christian Andersen-sprookje uit 1837. Maar de live actionfilms hervertellen soms op weinig originele wijze. Zo zagen de computergegenereerde dieren in de live action versie van The Lion King (2019) er levensecht uit, maar werden het verhaal en de camerastandpunten van de tekenfilm deels één-op-één overgenomen.
In Marshalls The Little Mermaid lijkt het tekenfilmverhaal iets meer gemoderniseerd, het was ook al ouder dan The Lion King. Maar ook hier zitten beelden in die een computergegenereerde kopie lijken van de animatie uit 1989. Marshall: „Dat soort scènes zijn in onze film op één hand te tellen en het zijn iconische momenten die net zo belangrijk zijn als dialoog of liedteksten. Elementen waarvan het een fout zou zijn om ze niet te hergebruiken, zoals het moment dat ze [Ariel, red.] voor het eerst uit het water komt om te ademen. Dat is gewoon iconisch.”
Fantasiewezens
Marshalls film doet er alles aan om kijkers te laten vergeten dat ze kijken naar echte mensen die fantasiewezens spelen. We zien Hollywoodsterren als Melissa McCarthy (zeeheks Ursula) en Javier Bardem (zeekoning Triton) in de film als zeewezens door het water glijden alsof het een fluitje van een cent is. In realiteit zaten ze een groot deel van de opnames vastgesnoerd in harnassen en andersoortige tuigen die hen door de lucht bewogen voor een blauw scherm, soms omgeven door wel twintig stuntmensen die iedere beweging begeleidden. Die hulp werd vervolgens weggewist en vervangen door een achtergrond vol levensechte vissen en andere zeewezens. De filmopnames voelden volgens Marshall vaak als een balletopvoering.
Als je over de complexiteit van de opnames hoort, vraag je je soms af of het wel de moeite is om fantasiewezens te laten spelen door echte mensen, maar regisseur Marshall is ervan overtuigd dat je een „diepere en meer emotionele ervaring” krijgt met echte acteurs. Samen met de producent vroeg hij de acteurs ook om op een moderne manier na te denken over de verlangens en angsten van de tekenfilmfiguren die ze speelden.
Actrice Melissa McCarthy vindt dat de live actionfilm mede daardoor complexere personages heeft dan de animatiefilm, zegt ze. „De knoeiboel van emoties die mensen tot mensen maakt, bezie je nu door het prisma van alle individuele acteurs.”
En dat werkt beter via acteurs dan met getekende personages? McCarthy: „Ik hoop het, ik ben acteur! Als ik hier ‘nee’ antwoord, zorg ik ervoor dat ik word ontslagen.”