N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Shame De Engelse rockgroep Shame werd in 2018 uitgeroepen tot ‘Britain’s most exciting new band’. Op hun nieuwe album ‘Food For Worms’ blijken ze de postpunk te zijn ontgroeid. Zanger Charlie Steen: „De pandemie bood de denkruimte die ik me lange tijd niet kon veroorloven.”
2018 lijkt een eeuwigheid geleden voor een rockgroep die in dat vruchtbare postpunkjaar werd uitgeroepen tot ‘Britain’s most exciting new band’. Shame uit Zuid-Londen voegde de daad bij het woord met explosieve optredens waarbij zanger Charlie Steen het publiek in beweging bracht met uitdagende, in staccato uitgespuwde teksten. Bassist Josh Finerty speelde foutloos door terwijl hij koprollen maakte en zich met doodsverachting ter aarde stortte. Shame was de band die je gezien moest hebben; hun albums Songs Of Praise en Drunk Tank Pink vingen de opwinding van hun optredens maar ten dele.
En toen: de pandemie. Tournees werden afgebroken of opgeschort, bandleden zagen elkaar soms maandenlang niet en de claustrofobie van eindeloos binnen zitten diende zich aan.
Charlie Steen had er vrede mee, zegt hij. „We hadden meer dan een jaar bijna onafgebroken in de tourbus doorgebracht, met de anderhalf uur die je elke dag op het podium staat als enige afleiding. Ik vond het stilletjes wel een verademing dat we gedwongen waren om uit die routine te stappen. Het gaf me de denkruimte die ik me lange tijd niet kon veroorloven.”
Steen schreef een song over de vertekende werkelijkheid, als je de buitenwereld beschouwt vanuit een afgesloten ruimte. „Resort to your delusions/ and live within your head” zing-zegt hij in ‘Six-Pack’, een van de meest urgente nummers op het nieuwe album Food For Worms.
Lees ook: Tomeloze inzet bij Britse branieband Shame
Noodzakelijke verandering
Voedsel voor de wormen, is dat niet wat gezegd wordt over mensen die dood en begraven zijn, zes voet onder de grond? Steen, geflankeerd door gitarist Sean Coyle-Smith in het Amsterdamse kantoor van hun platenmaatschappij, verklaart zich nader. „Onze band is niet dood, integendeel. De albumtitel is een hint naar de wedergeboorte die we hebben ondergaan. Een nieuw hoofdstuk, de noodzakelijke verandering, een stap voorwaarts. Al het oude voeren we aan de wormen.”
Eén ding hebben ze het meest gemist: de verbinding met het publiek. Niet voor niets begint Charlie Steen alle optredens met een weids armgebaar. Kom hier, wil hij ermee uitdrukken, kom erbij! „Charlie heeft wel iets van een predikant”, zegt Coyle-Smith daarover. „Hij bezit die zendingsdrang om de muziek naar de mensen te brengen.” De woede, het vuur dat uit hun vaak heftige muziek spreekt, hoort daarbij. „Alle energie die in mij opgekropt zit, moet eruit”, zegt Steen. „De agressie die daarbij vrijkomt, is niet destructief bedoeld. Ik heb geleerd mijn vocale uitbarstingen te doseren, want een ongecontroleerde schreeuwstem hou je geen kwartier achter elkaar vol. Zingen doe ik met mijn hele lichaam. Er zijn technieken om dat op een verantwoorde manier te doen. Daarom zal ik me in de toekomst niet meer zo snel schor schreeuwen.”
Postpunk is een loze term geworden. Het was een handige manier om een aantal nieuwe groepen op een hoop te gooien.
Sean Coyle-Smith gitarist
Postpunk is een loze term geworden, zegt Coyle-Smith. „Het was een handige manier om een aantal nieuwe groepen op een hoop te gooien, maar voor mij betekent die term net zo weinig als ‘post-Brexit’ of andere gekke stromingen die door de pers bedacht worden. Noem ons maar gewoon een rock-’n-rollband. Sinds ons eerste album hebben we een forse muzikale ontwikkeling doorgemaakt. Er is maar één band die klinkt als Shame, en dat zijn wij.”
Zijn bijzondere stijl van zingen, op de confronterende toon van een zanger die weet wat hij wil overbrengen, dankt Charlie Steen voor een belangrijk deel aan de invloed van Mark E. Smith van The Fall. „Toen we zeventien waren, draaiden we niets anders, Josh (Finerty) en ik. Hun album Grotesque met het nummer ‘The N.W.R.A.’ (The North Will Rise Again) ken ik uit mijn hoofd. Als kind kun je geobsedeerd zijn door de eerste popmuziek die tot je verbeelding spreekt. Op latere leeftijd komt daar een element van toewijding bij, alsof je een code hebt ontcijferd die andere mensen niet doorgrond hebben. Het was de eerste stap bij het vinden van mijn eigen zangstijl.”
Gestapelde gitaarpartijen
Een belangrijk onderscheidend element in Shame’s muziek is de interactie tussen de gitaren. „Wij doen niet aan afzonderlijke ritme- en solopartijen”, zegt Sean Coyle-Smith. „Het grote crescendo in een song als ‘Orchid’ bereiken we door tegen elkaar op te bieden met gestapelde gitaarpartijen. In de studio is dat geen kwestie van hard spelen, maar juist van een subtiele manier om een song op te bouwen. Het zat ook al in ons vroege nummer ‘Concrete’. Sinds ons debuutalbum zijn we daar steeds beter in geworden.”
Charlie Steen zingt over de dingen die hem bezighielden in het dagelijks leven, zoals de periodes van neerslachtigheid en de paniekaanvallen die hem overvielen. „I seem to look my best whenever I’m depressed”, zingt hij relativerend in ‘The Fall of Paul’. „Als popartiest kun je maar beter niet te vaak lachen op foto’s”, zegt hij. „Als je somber kijkt, word je serieuzer genomen.”
De Amerikaanse zangeres Phoebe Bridgers vervult een gastrol in het nummer ‘Adderall’. „We durfden haar eerst niet te vragen”, zegt Charlie, „Zelfs niet toen we in hetzelfde studiocomplex aan het opnemen waren met onze producer Flood. Phoebes manager kwam de studio binnen en zei, alsof het een conversatie uit een Amerikaanse speelfilm was (zet een diepe stem op): ‘Is that yóu, Flood? Can I shake your hand?’ Flood is nogal een legende, moet je weten. Hij produceerde eerder Nick Cave en U2. Via haar manager durfden we Phoebe te vragen, die eigenlijk al op weg was naar buiten. Als een ware professional zong ze haar partij in luttele minuten. Haar stem mengde zo goed met die van ons, dat je moet weten waar ze zingt om te horen dat zij het is. De laatste zin van het laatste refrein: ‘You’ve got nothing at all’. Ze is het echt!”