Scoren met verstandelijke beperkingen in Franse hitkomedie

Negen miljoen bezoekers in drie maanden tijd: Un p’tit truc en plus van de komiek Artus was een grote hit in Frankrijk. Het is dan ook een feelgoodfilm over jongeren met een verstandelijke beperking die tijdens een vakantiekamp allerlei avonturen meemaken: altijd goed voor een lach en een traan. Hun verhaal wordt gekoppeld aan dat van een vader en een zoon die zich na een overval op een juwelier noodgedwongen aansluiten bij de jongeren en hun begeleidster. Daarbij doet zoon Paulo alsof hij ook een beperking heeft, met zijn criminele vader Orpi als begeleider. Eerst vindt Orpi het gezelschap een vervelend stelletje ‘mongolen’, later sluit hij vriendschap met een van hen – een niet heel verrassende karakterontwikkeling.

De titel Un p’tit truc en plus is te vertalen als „dat kleine beetje extra”, en dat slaat op de personages met een beperking die min of meer zichzelf spelen. Zij vormen een bont assortiment, met een jongen die zich steevast als vrouw verkleedt, eentje die in elke zin grove schuttingwoorden gebruikt en een die enorme fan is van zangeres Dalida, wier liedjes we op de geluidsband horen. Daarnaast is er een meisje dat veelvuldig een bal of ander voorwerp in haar gezicht krijgt. Het tekent de weinig fijnzinnige humor van de film die een lans wil breken voor de acceptatie van mensen met een verstandelijke uitdaging. Wat het ‘beetje extra’ is dat ze bieden, zien we continu in films en tv-programma’s met en over mensen met het downsyndroom: een vertederende onschuld, een aanstekelijke directheid die doet glimlachen en ‘naïef’ klinkende inzichten die diepe spiritualiteit suggereren.

Als je kijkt naar de representatie van mensen met een beperking is het altijd dezelfde groep, meestal redelijk verbaal begaafd; zelden zien we zware, agressieve of anderszins onhandelbare gevallen. Dat is hier niet anders en is eigenlijk best kwalijk, hoe goed de bedoelingen ook zijn van Artus, die Paulo speelt en de regie deed.