Schrijver Valentijn Hoogenkamp beklimt de Himalaya: ‘Bij Shiva’s tempel vraag ik om gezondheid’

Het mooiste wat ik ooit heb gezien: mensen die voor het eerst sneeuw zien. Abhishek, Latesh, Hemant, Roshan, Gokulraaj, Hasmukh, Harshita, Hiren, Jitendra, Kimaya, Manmeet, Nitesh, Nitu, Rakhi, Rakshith, Sanjeev, Tejal, Tharangani, Vaishu, Gokula Krishnan (Hulk), Shunmuga, Subbu, Vaishnavi, Tapan, Ranveer, Pawan, Randhir, Manish. Dit zijn de namen van de sterren met wie ik de Kedarkantha in het Himalayagebergte beklom.

Zaterdag 22 februari Autorit van Dehradun naar Kotgaon, 10-11 uur, 185 km

Met onze reisorganisatie Indiahikes heb ik afgesproken dat ik in de female slaapzaal zal slapen. Na de medische check-in en een maaltijd van dahl, chapati’s en rijst maken we kennis met onze gidsen: trekleader Ranveer en gidsen Randhir, Pawan en Manish. We worden gevraagd om onze intenties voor de trek te delen: uit je comfortzone komen, wordt genoemd, onze fitheid testen en voor het eerst sneeuw zien. De voertaal in de groep is Hindi, maar er wordt ook Engels en Tamil gesproken en Kannada, zoet als honing.

Tijdens deze reis hou ik een dagboek bij dat de Bezige Bij wil gaan publiceren als boek. In dit dagboek wissel ik impressies van mijn reis af met gedachten en gesprekken over sterfrituelen in verschillende culturen. Carl Jung zegt dat je vier soorten mensen hebt, en twee daarvan staan lijnrecht tegenover elkaar: diegenen die de hemel willen vinden en diegenen die vooral samen willen zijn op aarde (of in de hel). Ben ik meer zoals mijn moeder, die graag in haar eentje naar de hemel zocht, of zoals mijn vader, die boven alles samen wil zijn? Eigenlijk ga ik naar de Himalaya om te kijken of ik daar begraven wil worden.

Zondag 23 februariKamp Khujaai, 5 uur, 5,5 km

We worden ingehaald door ezeltjes met belletjes en gaan aan de bergkant lopen. Door het eikenbos slingert een stijgend pad omhoog. Mijn trekbuddie Hasmukh, wiens naam ‘lachend gezicht’ betekent, is 25 jaar getrouwd met Renu, die hij liefkozend Rain noemt. Omdat zijn vader eerst geloofde dat hun liefde een bevlieging was, hebben Hasmukh en Rain een jaar niet met elkaar gepraat, om te bewijzen dat hun liefde niet over zou gaan. Voor hun huwelijksjubileum stel ik voor dat hij haar een liefdesbrief schrijft en ik vertel hem wat ik over liefdesbrieven weet: dat je nooit een vrouw met fruit mag vergelijken en nooit een zin met ‘ik’ moet beginnen. In ruil hiervoor geeft Hasmukh mij beleggingstips.

We pauzeren op de besneeuwde Mohlani-weide en de eerste keer sneeuw is pure magie: er wordt voorzichtig aan gevoeld, mee gegooid en op gedanst. Vanaf de weide loopt een goudkleurige hond met ons mee, die ik Moppie noem en Hasmukh Theo. In Khujaai staan de gele koepeltentjes verspreid over de sneeuwhelling en bij de ingang van het kamp valt Haksmukh op zijn knieën om Moppie te knuffelen. ’s Avonds vertelt hij de groep dat ik in India ben om mijn boek Antiboy te presenteren. Uitgeverij Seagull Books heeft Antiboy in het Engels laten vertalen en me uitgenodigd voor optredens in Kolkata, Mumbai en Bengaluru. Hasmukh vraagt aan de groep of ze niet alleen de veiligheidsinstructies van de gidsen voor me willen vertalen in het Engels, maar ook de grapjes, zodat ik mee kan lachen. Als we later in onze slaapzakken liggen vraagt mijn tentgenoot Harshita of ik denk dat voor liefde veel moed nodig is.

Maandag 24 februari Bhoja Dhadi, 3,5 uur, 3,5 km

Aangekomen in kamp Bhoja Dhadi kiezen Harshita en ik een tent aan het randje van het plateau met uitzicht op de diepte waaruit we zijn opgeklommen. De volgende dag gaan we naar de piek van de Kedarkantha lopen, dus we zullen om 4.00 uur opstaan. We mogen onze tanden niet poetsen en onze gezichten niet wassen vanwege de kou en krijgen het advies om alvast in onze trekkleren te gaan slapen. Tijdens het eten vertelt Rakshith dat hij met zijn moeder samenwoont en bij de Shivatempel op de top een wens zal doen voor zijn dierbaren.

Gids Pawan en de hond Moppie.
Roshan met zijn zoon

Dinsdag 25 februariKedarkantha Summit, 7-8 uur, 9 km

In het donker gaan we 2 tot 3 uur klimmen om de top te bereiken. Raskshith heeft gezworen er als eerste te zijn, dus blijf ik vlak achter hem. Als we stil staan om te wachten op de anderen zing ik een paar zinnen: ‘raise a glass to freedom, something they can never take away,’ en Manish en Pawan, die geen Engels spreken, zingen de woorden mee. Zigzaggend klimmen we over de gladde, bevroren paden tussen rododendrons en na de boomgrens lopen we door Tiefschnee, waar je tot je middel in weg kunt zakken. De gidsen prikken met een bijl in de sneeuw om de diepte te bepalen. Door in de stappen van je voorganger te blijven lopen ontstaat er een pad.

De vorige groepen hebben vanwege het slechte weer van de afgelopen weken de top niet bereikt, maar wij halen het, allemaal. Gids Manish wijst de bergen aan die we vanaf hier kunnen zien: Mt Swargarohini, Mt Bandarpoonch en Mt Kalanag. Bij Shiva’s tempel vraag ik om gezondheid: voor mijn zus, voor de moeder van Jona, voor baby Yanice. Roshan komt naast me zitten en ik zeg dat ik het zo mooi vindt dat hij als vader deze tocht maakt met zijn volwassen zoons, hoe ze voor elkaar zorgen. Hij vertelt over zijn eigen vader Alexander, die is gestorven met zijn hoofd in Roshans schoot. Daarom heet zijn zoon Tapan Alexander.

Woensdag 26 februari Kotgaon 5 uur, 5,3 km

Tijdens het dalen kunnen we niet te lang stilstaan, want de verse sneeuw bedekt de voetstappen van onze gidsen en het pad bevriest. Dus ontwijken we gladde modderplassen en banen ons stap voor stap een weg omlaag door het bos, tot we ineens weer in het dorp lopen waar kinderen cricket spelen. We gaan in een grote kring zitten om elkaar te bedanken. Roshan zegt: „Go fast, go alone. Go far, go together.”

Donderdag 27 februariRit van Kotgaon naar Dehradun, 9-10 uur, 185 km

Manmeet, Nitu, Rakshith en ik besluiten na Dehradun door te reizen naar yogahoofstad Rishikesh. Tijdens de busrit krijgt iedereen weer bereik. Omdat het in Nederland vier en een half uur vroeger is, duurt het nog een paar uur voordat ik mijn vader eindelijk kan videobellen.

Vrijdag 28 februariRishikesh

In het hostel leert Rakshith ons dansen en Nitu en ik doen mee, terwijl Manmeet filmt. Door het raam is de heilige rivier Ganges zichtbaar. Later die dag zal ik me drie keer onderdompelen en de woorden herhalen die Nitu me heeft geleerd, Shiva bedanken voor het veilig volbrengen van onze tocht. Elk gebed is een liefdesbrief. Rakshith koopt een groene sjaal voor mijn zus.

Valentijn Hoogenkamp op de top.