
Op zaterdag 7 juni gingen 300.000 demonstranten in Rome de straat op, na een oproep van de progressieve oppositie, tegen het oorlogsgeweld in Gaza. De betogers riepen de Italiaanse regering – een trouwe bondgenoot van Israël – ook op de militaire samenwerking met Israël stop te zetten en de Palestijnse staat te erkennen. Ook Gad Lerner, in Italië een bekende schrijver, journalist en tv-persoonlijkheid, sprak de menigte toe. Lerner, die Joods is, zei dat hij zich als zionist omschrijft – „maar dat is niet hetzelfde als een fascist en moordenaar” – en werd om die uitspraak door een enkeling uitgefloten.
Hij maakte ook duidelijk dat deelnemen aan een manifestatie voor Gaza binnen zijn gemeenschap zeker niet bij iedereen in goede aarde valt. „Ze zetten ons weg als verraders. Maar wij voelen de urgentie om Israël te beschermen tegen zichzelf.”
Thuis in Milaan, op de sofa in zijn met boeken en familiefoto’s volgestouwde werkkamer, vertelt de auteur dat hij met Gaza – haat en liefde voor Israël vorig jaar een boek schreef dat hij liever niet wilde schrijven, maar dat door Gaza onvermijdelijk werd. Niet zonder gevolgen. „Als bekende Jood was ik al gewend aan antisemitische beledigingen via de sociale media. Maar ik was erg verbaasd toen de politie me bescherming aanbood, bezorgd dat rechtse Joden mij in elkaar zouden slaan.”
Lerner sloeg het aanbod af. „In de Joodse gemeenschap van Rome vind je gewelddadige extremisten, maar hier in Milaan voel ik mij veilig op straat.” Naast een fysieke dreiging is er ook intimidatie. In februari verscheen in de Italiaanse kranten La Repubblica en Il Manifesto een oproep tot „een einde aan de etnische zuivering”, ondertekend door tweehonderd Italiaanse Joden, onder wie ook Gad Lerner. Het initiatief ontketende in de Joodse gemeenschap een storm van protest. „Ik veeg mijn kont af met die oproep”, reageerde Riccardo Pacifici, oud-voorzitter van de Joodse gemeenschap in Rome, tegenover de Huffington Post.
„De reacties waren heftig”, blikt Lerner terug. „Sommigen vonden dat de rabbijnen ons, de ondertekenaars, moesten excommuniceren en dat we uit de gemeenschap moesten worden gezet. De hoofdrabbijn van Rome en de nationale voorzitter van de Joodse gemeenschap waren het daar gelukkig niet mee eens.”
Ligt kritiek uiten op Israël in Italië enkel moeilijk binnen de Joodse gemeenschap?
„Nee, ook erbuiten, en zeker vlak na 7 oktober. De politiek, maar ook het journalistieke establishment steunden Israël onvoorwaardelijk. Bij de grote landelijke kranten ontbrak elke kritische reflex. Corriere della Sera stuurde zijn reporter met veel Israël-ervaring liever naar Oekraïne, na kritiek van de Joodse gemeenschap in Milaan dat hij ‘te pro-Palestijns’ zou zijn. En La Repubblica had toen Maurizio Molinari als hoofdredacteur, een Romeinse Jood die in Jeruzalem heeft gestudeerd en Benjamin Netanyahu goed kent, en enkele maanden eerder nog breed had geïnterviewd.
„Mijn boek, dat erg kritisch is over Israël en veel werd gelezen, kreeg geen enkele recensie in de grote kranten, en werd doodgezwegen in de publicaties van de Joodse gemeenschap. Tegelijk gingen wekelijks demonstranten de straat op tegen de oorlog. Eerst vooral migranten, later ook universiteitsstudenten. Zoals elders werd dat ‘antisemitisme’ genoemd.”
Premier Giorgia Meloni reisde na 7 oktober als een van de eerste leiders naar Netanyahu. Waarom is deze premier, met uitgerekend wortels in het neofascisme, zo pro-Israël?
„Rechts en extreemrechts willen de boodschap uitsturen dat het fascisme, met de rassenwetten, in het verleden ligt en hun antisemitisme voorbij is. Meloni, maar ook vicepremiers Matteo Salvini en Antonio Tajani gingen op tv verkondigen dat zij de échte vrienden van Israël zijn. De leiders van onze kleine gemeenschap – Italië telt slechts zo’n 30.000 Joden – voelden zich gerustgesteld en beschermd.
Er is bewondering voor de lelijkste kant van Israël
„In Rome en Milaan, waar de meeste Italiaanse Joden wonen, wordt de Joodse gemeenschap geleid door mensen van Libische origine. Zij schromen niet om zich aan de kant van extreemrechts te scharen, net als Netanyahu. Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 is een grote groep Joden uit Libië, Libanon en Iran naar Italië geëmigreerd. Zij zijn voor de Arabieren gevlucht, een blijvend trauma. In Italië hadden ze geen moeite om goede relaties aan te gaan met oud-fascisten, vanuit een gebrek aan kennis en desinteresse voor de seculiere en anti-fascistische traditie van de Italiaanse Joden, die een belangrijke rol hadden gespeeld bij de partizanen, het verzet. Voor Italiaanse Joodse families die zich de rassenwetten [ingevoerd in Italië in 1938, veel Joden verloren hun baan en hun bezittingen] nog herinneren, zou een nauwe band met een post-fascist taboe zijn, maar niet voor Walker Meghnagi. De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Milaan is een intieme vriend van Ignazio La Russa.”
Deze post-fascistische politicus van Fratelli d’Italia, de grootste Italiaanse regeringspartij, is Senaatsvoorzitter. Hij pochte ooit in een reportage met zijn verzameling borstbeeldjes van Benito Mussolini.
Voelt u zich daarom zelf niet beschermd door de steun van deze regering?
„Het zaad van racisme, etnocentrisme en xenofobie is niet verdwenen uit Fratelli d’Italia. De woordenschat die nu tegen Arabische, Afrikaanse en latino-migranten wordt gebruikt, lijkt sterk op de antisemitische campagne van de vorige eeuw.
„Wat rechts en extreemrechts bewonderen aan Israël, is een land dat zich brutaal gedraagt, en zichzelf opwerpt als het laatste baken van de westerse cultuur die de islam bestrijdt. Een land dat een samenlevingsmodel verdedigt waarin minderheden zich te schikken hebben naar de wil van de meerderheid, en dat exclusief wordt gevormd rondom het Joodse volk. Er is bewondering voor de lelijkste kant.
„Maar zodra Israël voor dit soort politieke leiders een probleem wordt, laten ze Israël weer even snel vallen en grijpen ze terug naar de antisemitische clichés: Joden zijn gewelddadig en wraaklustig, en die wreedheid komt uit het Oude Testament. Dit zijn de minst gewenste vrienden voor de Joodse wereld. Onderbouwde kritiek helpt Israël veel meer vooruit dan kritiekloze steun van deze zogenaamde vrienden.”
‘Remigratie’
Lerner ziet veel overeenstemming tussen extreemrechtse Israëlische ministers als Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir, en radicaal-rechtse politici zoals Matteo Salvini van de regeringspartij Lega, maar ook Geert Wilders. Onlangs hielden extreemrechtse Europese jongeren, ook uit Nederland, een bijeenkomst in Gallarate, nabij Milaan, om het over ‘remigratie’ – het idee om migranten massaal weg te sturen – te hebben. Verschillende Lega-politici namen deel.
Maar ook PVV-leider Wilders zei na de Maccabi-rellen dat daders met de dubbele nationaliteit hun Nederlands paspoort moesten verliezen. „Ik schrok van die uitspraak”, zegt Lerner. „Ga je die jongens, die ook Nederlandse burgers zijn, dan uitzetten? Dat idee van ‘remigratie’ slaat wel op een deel van je eigen samenleving.”
Die welwillende Europese houding jegens Israël heeft niet alleen te maken met wroeging over de Holocaust?
„Het zit inderdaad dieper. Rechtse politici vonden het lang best om Netanyahu het vuile werk te laten doen. Want wie weet zwakt hij wel het moslimextremisme af en versterkt hij de controle op de regio, ten nadele van de macht van onder meer Hezbollah, het Syrische regime of Iran. Ook Donald Trump zat op die lijn.
„Het ongenoegen ontstond pas toen Netanyahu het staakt-het-vuren doorbrak, tegen Trumps wil. Daarom neemt ook de regering-Meloni nu een kritischer houding aan, al blijft het erg voorzichtig. Zo stemde Italië tegen een EU-onderzoek dat moet bepalen of Israël zich nog wel houdt aan de mensenrechten en democratische principes, waarop het Associatieverdrag EU-Israël is gebaseerd.”
U bent erg kritisch over Israël, maar weigert van een genocide te spreken. Waarom?
„Ik heb mijn kritiek op Israël snel uitgesproken. Al vormen we een minderheid, heel wat Joodse vrienden dachten er net zo over als ik, maar zwegen. Vanwege de schok die 7 oktober was én de angst om als verraders te worden weggezet.”
Sommigen willen heel graag horen dat wij, Joden, net zoals onze nazistische beulen zijn geworden
De ruk naar rechts in de Italiaanse Joodse gemeenschap heeft niet alleen met de vrij recente immigratie van Arabische Joden te maken, legt Lerner uit. Ondanks de sterke antifascistische traditie die de Italiaanse Joden aan de politieke linkerzijde bond, kwam het in 1982 tot een breuk. Dat jaar vond een Palestijnse terreuraanslag op de Grote Synagoge in Rome plaats. „De aanslag, waarbij een kind omkwam, gebeurde in een klimaat van linkse betogingen vol vijandigheid jegens Israël, dat Libanon was binnengevallen.” Veel Italiaanse Joden voelden zich in de steek gelaten. Voor de keuze gesteld tussen links in Italië en Israël, zouden zij Israël kiezen, zegt Lerner. En dat gevoel leeft vandaag nog door.
„Publieke figuren in Italië als senator Liliana Segre en schrijfster Edith Bruck, allebei Holocaustoverlevers, zijn onder enorme druk gezet om Israël scherp te veroordelen en dit een genocide te noemen. Stel je even voor wat dat doet met twee vrouwen die Auschwitz hebben overleefd. Ik voel ook die druk. Vrijwel de hele familie van mijn vader ligt in de massagraven van Oekraïne. Ik weet wat zo’n loodzware erfenis met een familie doet; mijn grootmoeder werd haast gek nadat ze iedereen had verloren. Segre en Bruck hébben hun ontzetting over Netanyahu’s acties publiekelijk uitgesproken – omdat Israël onverdedigbaar ís – maar zonder het genocide te noemen. Ik sluit me bij hen aan.”
Maar niet van een genocide spreken, omdat het Joodse volk hetzelfde is overkomen, is toch geen rationeel argument? Ook het internationaal gerechtshof onderzoekt of Israël in Gaza genocide pleegt.
„En dat proces respecteer ik. Maar in het publieke debat gebruik ik het woord niet, omdat het verdeelt en ook niet voor andere situaties wordt gebruikt. Sommigen willen dolgraag horen dat wij Joden net zoals onze nazistische beulen zijn geworden.”
Misschien omdat daar een kern van waarheid in schuilt?
Geëmotioneerd: „Misschien wel, ja. Primo Levi [Italiaanse Joodse schrijver en Holocaustoverlever], met wie ik een sterke band had, schreef dat de meeste Duitsers het niet wisten, omdat ze niet wilden weten, of sterker, omdat ze wilden niet weten. Hij waarschuwde herhaaldelijk dat dit opnieuw kon gebeuren – en dat wij, of onze kinderen het zouden kunnen doen.
„Maar in dit genocidedebat stel ik mij pragmatisch op: helpt het ons vooruit door tegen de Joden te zeggen: jullie doen nu precies hetzelfde?”
Wat helpt ons dan wel vooruit?
„Het lijkt mij nuttiger dat een bekende Jood als ik tracht het immobilisme in mijn gemeenschap te doorbreken. Onlangs hebben we in Milaan de Oscar-winnende documentaire No Other Land, over Israëls bezetting van de Westelijke Jordaanoever getoond, met een nabespreking met sprekers uit beide gemeenschappen. Van beide kanten kwamen verwijten van verraad.
„Natuurlijk is de ruimte voor wederzijds begrip en samenwerking sterk gekrompen. Maar sinds kort demonstreren vrouwen in Tel Aviv met foto’s van dode kinderen uit Gaza. En in Gaza wordt tegen Hamas betoogd. Die mensen zijn onze broeders. Intussen moeten wij hier in Europa de dissidente stemmen aan weerszijden stimuleren. Dat is makkelijker dan daar, waar je door met de andere kant te praten je leven riskeert.”
