‘Ja, Hugo Claus heeft het mij wel moeilijk gemaakt”, zegt Dimitri Verhulst (52) via Zoom, daags na de Vlaamse première van zijn film Waarom Wettelen?. Over Claus’ filmdebuut De Leeuw van Vlaanderen schreef NRC ooit dat het „een wonder was” dat men de film „überhaupt één week” wilde vertonen. „De herinnering daaraan was nog niet vergeten toen wij geld zochten”, zegt Verhulst. „‘O, een schrijver die denkt dat hij een film kan maken. Dat kennen we.’ Ik hoop dat ik de nalatenschap van Claus heb gedood. Met betrekking tot film dan.”
Dimitri Verhulst is een van de weinige Vlaamse schrijvers die ook in Nederland een gevestigde naam is, sinds De helaasheid der dingen. Dit jaar kwam zijn vijfentwintigste boek uit: Bechamel Mucho, een succes bij publiek en kritiek. Waarom Wettelen? is zijn filmdebuut. Hij schreef het scenario, zocht geld, bewees in test-shoots tijdens de pandemie zijn competentie, regisseerde, en keek zich een oogontsteking in de montage.
Lees ook
De recensie van Verhulsts laatste roman ‘Bechamel Mucho’
Acht jaar geleden viel hem het idee voor Waarom Wettelen? in. Een begrafenis wordt bruusk onderbroken door de notaris. Christine’s kist ligt al in een enorm, modderig gat – de hopen aarde liggen klaar. Maar ze wilde hier niet begraven worden, meldt de notaris, wel in Wettelen. Wettelen? Ja, Wettelen: een onbekend oord op drie dagen lopen. Dus wordt de lijkwagen weer ingeladen, en rijdt hij stapvoets door, de rouwstoet erachteraan als sleep.
Verhulst kon het idee niet kwijt in een roman. Te veel geënt op beeld, te veel stilte. „Het is heel moeilijk om het idee van stilte te creëren in een roman. Misschien ben ik wel te beperkt getalenteerd. Maar dat vond ik fascinerend. Als er één ding is aan mijn karakter waar ik een hekel aan heb, is het mijn onvermogen om te zwijgen. Ik kom weleens thuis van een feest en dan denk ik, godverdomme, ik heb weer een hele avond zitten lullen.
„Zwijgen is heel schoon. Ik vind het ook een goede indicator voor vriendschap. Ik kon heel goed zwijgen met Thé Lau. We deelden een liefde voor rode wijn en sigaretten. En wij konden aan een tafeltje zitten met ons twee, uren aan een stuk, zwijgend. Oké, we rookten en we dronken. Het is een stilte die hem ook fataal geworden is, want hij heeft keelkanker gekregen. Dus ik ga daar ook niet te veel reclame voor maken.”
Frikandel
Beeld regeert dus in Waarom Wettelen?, dialogen zijn spaarzaam. Naarmate de stoet dichter bij Wettelen komt, wordt de film steeds meer een opvolging van absurdistische, schilderachtige tableaus. Een groep mannen wacht naakt voor de wasmachine. Twee trouwende vrouwen delen een frikandel, in plaats van een bruidstaart. Men eet een laatste avondmaal in een verlepte circustent: tijger op het menu.
„Ik vind de esthetische kant van cinema heel belangrijk. Dat realiseerde ik mij nooit zo, maar ik begin daar nu op een bijna filosofische manier over na te denken. Ik heb veel onbevangener in mijn leven naar films en foto’s gekeken dan ik boeken heb gelezen. Die invloeden zijn zuiverder geweest. Omdat ik niet probeerde ervan te leren.”
„Neem Amadeus van Milos Forman. Ik was dertien toen ik die zag. En die film, los van het verhaal, die deed mij iets. Maar ik kon niet zo goed duiden wat dat was. Na Waarom Wettelen? dacht ik: eindelijk snap ik het. Het heeft met color grading [kleurcorrectie red.] te maken!”
Verhulst zegt niet het „temperament van een schrijver” te hebben: „Te sociaal”. Maar misschien heeft hij ook niet de interesses van een schrijver.
„Een jaar of tien geleden heb ik ooit eens, heel arrogant, in een interview gezegd dat ik meer verstand heb van fotografie dan van literatuur. Daar werd ik onlangs mee geconfronteerd. Of het waar is? Ik stel vast dat ik veel fotografie koop. Ik loop vaak met een camera rond. Ik heb ook wel een boek gemaakt samen met Magnum-fotograaf Harry Gruyaert. Dus ik ben er altijd mee bezig geweest, zonder aspiraties of verwachtingen dat ik daar ooit in zou thuiskomen, die fotografietaal.”
Temptation Island
Eerder kwam hij al dicht bij film, in het theater. „Dat is gewoon een paar miljoen goedkoper.” Maar met film heb je meer controle, zegt Verhulst. „In het theater ben je na aanvang van de voorstelling de controle kwijt. Elke voorstelling zal er anders uitzien. Als romancier raak je die ook kwijt. Een lezer leest tien pagina’s, morgen dertig, dan laat hij het twee weken liggen omdat hij te druk is met de kinderen. Bij film ziet iedereen in één keer hetzelfde. Je kan als regisseur zelfs tussen het publiek zitten, meelachen en meewenen. Dat trekt mij heel sterk aan.”
Waarom kan en waagt Verhulst zich aan al die disciplines? Centraal: „De kern is het vertellen van verhalen.” En: „Het is tegenwoordig makkelijk om een autodidact te zijn.”
Waarom Wettelen? is daarom een film, maar toch onmiskenbaar Verhulst. Een verhaal met veel sympathie voor normale mensen die zijn verzonken in tragedie. Zoals de vrouw die begrafenissen afstruint op zoek naar een partner. Verhulst: „Ik vind dat wel origineel van haar, en niet zo gek, in een tijdperk waar jongeren bijna hun gescheiden moeders opgeven voor realityshows als Temptation Island.”
De film is ook een verhaal met veel humor, laverend tussen ‘laag’ en ‘hoog’: een terugkerende grap over in je broek „kakken” en diepe rouwsymboliek, of „het surrealisme terugbrengen in de Vlaamse kunst”. Verhulst noemt zich „een filosofische vetzak”.
„Als ik één hoofdgedachte in de film heb gestopt, is het dat een mens zicht voortplant in verhalen. Op de begrafenis blijkt: niemand kende Christine echt goed. Maar iedereen vertelt wat over haar, en zo vindt er een wedersamenstelling van de overledene plaats. Stel: ik ga een avond naar de kroeg. Ik zal zeggen dat het een aangename avond was als ik terugkom met een verhaal. Zo is het ook met een leven. Wanneer daar niks meer over te vertellen valt, stopt het.”
Toen Verhulst op 26-jarige leeftijd als schrijver debuteerde, vond hij zichzelf voor een debutant al acht jaar te oud, want Claus debuteerde als achttienjarige. Nu is hij twee keer zo oud, en debuteert hij als filmmaker. „Ik voel me nu gezegend”, zegt hij. „Ik ben rijper, of rotter, maar in ieder geval volwassener. De behoefte om te gloriëren is minder. Stoer wil ik er niet over doen. Schouderklopjes zijn nog altijd fijn. Maar, weet je, toen ik mijn tweede boek schreef, had ik eigenlijk maar één ambitie: ’m beter maken dan het eerste. Dat is geen gezonde instelling.”
Wat Verhulst níét wil, is te boek staan als ‘schrijver die het ook eens in de bioscoop probeert’. „Het is niet zo dat ik als schrijver behoefte had aan een dure hobby. Ik heb het héél serieus genomen. Maar als een kunstenaar multidisciplinair blijkt te zijn, worden andere disciplines vaak niet zo serieus genomen als de hoofddiscipline.
„Lou Reed exposeerde zijn foto’s ooit in New York. Maar hij werd gezien als een rocker die dacht: ‘Ik heb toch naamsbekendheid, ze zullen die foto’s ook wel kopen.’ Ik denk dat dat niet leuk was voor Lou Reed. Ik geloof die man wel als fotograaf. Dat zou moeten kunnen.
„Na het schrijven van het scenario heb ik de schrijver in de koelkast gezet. En ben ik als filmmaker gaan denken.”
Plannen voor een nieuw boek heeft Verhulst nu niet. Voor een nieuwe film is „het denkwerk wel ingezet”. Al is „de weg lang, alleen al financieel. Maar ik heb nu de microben, en ik ben niet van plan antibiotica in te nemen.”
Waarom Wettelen? is sinds donderdag in de bioscoop te zien.