N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP Gouden Kalf-winnares Ditteke Mensink volgde in de documentaire Vlucht, dans, leef een groep Oekraïense balletdansers die naar Nederland zijn gevlucht. „Het ballet is ons leven.”
Wat neem je mee als je halsoverkop het land moet ontvluchten? In de documentaire Vlucht, dans, leef (NTR), dinsdagavond te zien in Het uur van de Wolf, volgt Gouden Kalf-winnares Ditteke Mensink een groep Oekraïense balletdansers, ondergebracht in het voormalige conservatorium in Den Haag. Een universiteitsdiploma, peperdure kostuums, werkaantekeningen, een polaroidcamera. Het zijn de subtiele fragmenten die laten zien: deze dansers zijn niet alleen gevlucht voor een oorlog, de grond is ook onder hun voeten vandaan getrokken. Kunnen ze op een nieuwe plek nog wel zijn wie ze waren? En met welke spullen kunnen ze bewijzen wie ze dáár waren?
De kostuums namen de helft van zijn bagage in beslag, vertelt Oleksii. Toch pakte hij ze als eerste in, ze zijn essentieel voor zijn werk, voor wie hij is. Het is belangrijk om te blijven werken, zegt hij, als danser raakt hij snel zijn conditie kwijt. „Een half jaar en je bent geen balletdanser meer.”
„Wij zouden desnoods een kast als barre gebruiken”, zegt Violetta – ze deelt een kamer met vier andere jonge vrouwen. „Na een week begon het alweer te kriebelen. Het ballet is ons leven.” Voor Ksenia was het niet kunnen uitoefenen van haar vak, alsof ze niet meer bestond. „In Oekraïne was alles gesloten, iedereen gevlucht. Nergens kon ik meer een plek vinden voor mezelf.”
De Oekraïense vluchtelingen wonen in oude klaslokalen, repetitieruimtes en werkkamers. Op de gang staan oude schoolkluisjes, het zusje van Dmytro speelt ermee. Sommige dansers wonen er met hun gezin, sommigen alleen, sommigen met hun kat. De een volgt het nieuws voortdurend, de ander is daar al lang mee gestopt, omdat ze er te neerslachtig van werd.
Dmytro vertelt hoe zijn vriend, hij leerde hem zeven jaar geleden op de balletacademie kennen, ervoor koos om niet te vluchten maar te blijven vechten. Aan de telefoon vertelt hij Dmytro dat hij al dagen doorweekt is door de regen. Van het Oekraïense leger kreeg hij geen kleding, hij moest zelf maar iets kopen. Dmytro belooft hem warme kleding toe te sturen.
De camera zwenkt door de gangen van het oude conservatorium, achter elke deur schuilt een ander verhaal. Klaslokalen waarin ooit aardrijkskunde of wiskunde werd gegeven, lange lege gangen met systeemplafond. De dansers voor hun koffers, daarin de kleine bewijzen van wie ze zijn.
Maar al die verhalen, hoe schrijnend ook, zijn grotendeels inwisselbaar voor elkaar, en raken daarom telkens niet écht. Er waren bommen, overvolle treinen, achtergelaten familieleden. Er was angst, er was verdriet. Ondertussen blijft veel onduidelijk: zijn de meisjes die samen in een oud klaslokaal slapen vriendinnen of studiegenoten? Hoe vonden de dansers elkaar, in Nederland? Ze trainen en repeteren in de theaterzalen van het oude conservatorium, maar waarvoor eigenlijk?
Het missen van zulke details doet de aandacht verslappen, en maakt het moeilijk een band op te bouwen met de vluchtelingen. Dat er vijftien in een uur worden geïnterviewd, helpt niet mee. Zonde, want Vlucht, dans, leef is verder een prachtige film.
Geen touw aan vast te knopen
Toch kan het altijd bonter. In de eerste aflevering van Burgerzaken (KRO-NCRV), een zesdelige serie waarin het reilen en zeilen in vijf Nederlandse gemeentehuizen wordt gevolgd, zijn na twintig minuten al negentien mensen voorbijgekomen, en nog eens vijf ambtenaren. Er komen mensen trouwen, een nieuw rijbewijs aanvragen, hun baby aangeven.
„Iedere dag weer zijn de ambtenaren getuige van de mooie en herkenbare verhalen van bezoekers”, vertelt een voiceover, maar aan wat volgt is geen touw vast te knopen. Na tien minuten hebben al vier mensen gehuild en hun hele of halve levensverhaal verteld. Is dit uitlachtelevisie? Is het Hello Goodbye zonder het talent van Joris Linssen? First Dates met ambtenaren? Het blijft onduidelijk.
vervangt deze week Rinskje Koelewijn.