Schrijfster Lisa Weeda bezoekt de bookfair in Kyiv: ‘Ik lig op een stretcher in de schuilkelder, voel me puberaal onhandig’

Lisa Weeda Schrijfster Lisa Weeda reist naar het literaire festival Book Arsenal in Oekraïne, waar haar oma vandaan komt en veel familie woont. Ze was met haar roman ‘Aleksandra’ te gast in het panel ‘bezetting en familieverhalen’. „Deze boeken gaan naar het front. In verhalen kunnen soldaten even verdwijnen.”

Lisa Weeda op het Book Arsenal festival in Kyiv

Lisa Weeda op het Book Arsenal festival in Kyiv

Foto Kostyantyn Chernichkin

Donderdag 30 mei

Kyiv-express

De oorlog begint al in de ‘Kyiv-express IC’ van Warschau naar Chełm. Een Oekraïens koppel in mijn coupé praat over de net overleden journaliste Iryna Tsybukh. Tsybukh werkte als vrijwilliger bij het Hospitaalbataljon. Ze zou 26 worden deze week.

In het stationsgebouw van Chełm hebben de wc-deuren geen sloten en is de handzeep op. De nachttrein naar Kyiv staat klaar, we mogen er zo in. Overal klinken rolkoffers. Ik bel mijn geliefde, er lopen vier vrouwen voorbij, zestien wieltjes klikken op de perrontegels: „Is dat een koets?”, vraagt ze. „Ja”, zeg ik, „er zijn hier overal koetsen met prachtige paarden.”

Twee vrouwen in mijn couchette zijn ongeveer even oud als mijn moeder. Ik kijk hoe ze voorzichtig bewegen onder hun deken, soms wat mompelen en met één wijsvinger telegramberichten tikken. Een van de twee, Tetiana, vertelt me dat ze in Polen was om haar kleinzoon te zien. „Verder woon ik in Kyiv, achter het Sint Michielsklooster. Toen het begon, de invasie, was het zo vreemd: op 6 maart wilde ik naar buiten, ik moest wandelen. Er was vrijwel niemand op straat. Niet op de Maidan, niet bij de Sofia kerk. Het was een dystopische film. Wat doe jij hier?”

Vrijdag 31 mei

Rauw en onschuldig

Op Kyiv Centraal zwaait Tetiana me uit. „Succes met je boeken en je festival!”

De stad is broeierig en ziet er zoals altijd statig, rauw en onschuldig uit. Het is druk, taxi’s rijden af en aan, soms loopt er een soldaat voorbij. Ik dump mijn spullen in het extreem hippe Bursa hotel, douche en pak de metro naar Book Arsenal.

Voor ik binnen mag, moet ik door detectiepoortjes. „Ik heb alleen pennen”, grap ik. Het wordt niet van harte ontvangen.

Het terrein is groot. Buiten staan eetkramen en binnen, in de twee hallen van het Mystetskyi Arsenal museum, staan tientallen boekenstands en zeker vijf podia. Er is ook een tentoonstelling. Om 18.00 uur opent directeur Yuliia Kozlovets het festival met de titel Life on the edge. Ik drink champagne en eet worst, augurken en sjieke vegetarische broodjes met smeersels. Na afloop spreek ik Yuliia: „Twee weken terug begon de stroomuitval. We vonden een onderneming die generatoren regelde voor het hele terrein. We werken nu ook met een anti-mijn bedrijf, mocht iemand een verdacht object zien. En als iemand een paniekaanval krijgt, is er een psycholoog. Daarbij komt het productionele deel van vijfduizend man naar de schuilkelder krijgen als het luchtalarm gaat. We organiseren eigenlijk drie festivals ineen.”

Verschroeide boeken van de gebombardeerde drukkerij DRUK in Charkiv werden geexposeerd op de Arsenal boekenbeurs in Kyiv. Foto Kostyantyn Chernichkin

Voor ik ga, bekijk ik de typografie-sectie en de tafel waar verschroeide, zwartgeblakerde boeken liggen, afkomstig van drukkerij DRUK in Charkiv. Vorige week werd het gebombardeerd – 50.000 boeken werden vernietigd. De geur van brand en vuur prikt de hele weg naar het hotel in mijn neus. De stad is zacht, het laatste zonlicht valt oranjegeel op lichtblauwe huizen. Om middernacht gaat de avondklok in.

02.44 uur – luchtalarm.

Ik lig op een stretcher in de schuilkelder, voel me puberaal onhandig. Naast me ligt een documentairemaakster: „Ik heb mijn sleutel vergeten”, fluistert ze. „Komt goed”, zeg ik. Ik open X, er zijn 75 Oekraïense krijgsgevangenen terug uit Rusland. Ze zien er uitgemergeld uit, hun ogen zijn leeg.

03.36 uur – verhoogde dreiging in jouw regio, blèrt de luchtalarm-app.

05.25 uur – ‘The air alarm is over, may the force be with you’, klinkt de stem van acteur Mark Hamill. Ooit speelde hij Luke Skywalker, in 2022 sprak hij teksten in voor de luchtalarm-app – niet vreemd, hij vocht als Skywalker immers tegen het kwaad, The Empire. ‘Don’t be careless’, adviseert hij telkens als Russische MIGs, drones en bommenwerpers in het Oekraïense luchtruim verschijnen en de app alarm slaat, ‘your overconfidence is your weakness.’

Ik schrik wakker uit een droom: samen met schrijver Olesya Khromeychuck smeedde ik plannen over hoe je kunst kan inzetten om de ervaring van oorlog over te brengen. Ik droomde van een grote witte ruimte met in het midden één verschroeid boek uit Charkiv op een sokkel, verder alleen de geur van brand, die in de kleren van bezoekers zou trekken.

Zaterdag 1 juni

Geëxecuteerd

Ik zoek de postuum uitgegeven dichtbundel van de literair veelbelovende Victoria Amelina, die op haar 37ste overleed na een Russische raketaanval op Kramatorsk. Ik tref haar uitgever, Mariana. „Mijn auteur Aseyev is aan het front”, zegt ze, „en culinair schrijver Andriy Hudyma werd vorig jaar gedood. Wist je dat Amelina stierf op de verjaardag van Vakulenko, de schrijver wiens dagboek zij opgroef en uittikte nadat hij geëxecuteerd was? Het is gekkenwerk. Er zijn al meer dan 52 auteurs dood.”

Ik koop de bundel en loop tegen schrijver Tanja Maljartsjoek aan. Ze heeft een filmcrew van de Oostenrijkse televisie bij zich. „Er is bijna niemand uit het buitenland die dit vastlegt”, zegt ze. „Mensen moeten dit zien: de interessante panels, de tientallen schrijvers, al deze boeken, de goede sfeer, de blije mensen, de nachten dat je bang bent voor nieuwe aanvallen. Goed dat je hier bent, het geeft mensen het gevoel dat ze gezien worden.”

Lisa Weeda op het Arsenal Book Festival
Foto’s Kostyantyn Chernichkin

Zondag 2 juni

Kombucha

De laatste dag Book Arsenal. De oorlog is er, de oorlog is er niet. Mijn vriendin Dasha appt: „Ik ben bij de herdenking van mijn overleden vriendin Iryna Tsybukh op de Maidan, zie je straks.” Ik haal een koffie en kijk naar jonge vrouwen die bespreken welke boeken ze hebben gekocht en soldaten die kombucha drinken met hun moeders.

Als Dasha en ik een biertje drinken in het gras, naast een roodharige ‘2000’s’-dichter die zichzelf Poseidon noemt, zegt ze: „Zo zijn de dagen nu. In de ochtend ga je naar een herdenking, in de middag leef je door. Iryna had alles voor haar begrafenis al opgeschreven: ‘Geen bloemen; geen zwart; tien Oekraïense liedjes, ik wil dat mensen ze zingen. Niet om mij huilen, het is goed zo’.”

We struinen over de bookfair, maken grappen, Dasha vertelt over een onderzoeksrapport over de opgeblazen Nova Kakhovka-dam waar ze aan werkt: „Het telt zeker 370 pagina’s.” We stoppen bij de kraam van Cultural Forces Military. De boomlange Andriy staat achter een munitiekist vol gedoneerde boeken. „Dit gaat allemaal naar het front”, vertelt hij, „lezen is een manier om emoties te verwerken. In verhalen kunnen soldaten even verdwijnen. Poëzie doet het erg goed. Fantasy is ook populair.”

Drie uur later sta ik voor het station. De zon gaat onder, Kyiv lijkt bijna van goud. Kinderen trekken rolkoffers met astronauten- en dinosaurusprints door de vertrekhal. In de nachttrein komt een vrouw met twee kinderen binnen. Haar dochtertje begint te huilen. Alle rolgordijnen voor de ramen zijn dicht. Het meisje rukt aan de grijze stof, huilt steeds harder.

„Papa!”, roept ze. „Papa, papa!” Ik help het gordijn omhoog te schuiven, kijk de moeder even aan en draai me dan weg. Ik durf niet te kijken hoe de vader eruit ziet.

In bed denk ik aan een kinderboek dat ik gisteren kocht: Tukoni, bewoner van het bos, van Oksana Bula, en aan hoe onschuldig de illustraties zijn: een zacht fantasiedier, alleen in het bos onder een groene deken, beschermd door een naïef bladerdak.