Elif Shafak is in haar verhalen bovenal een verteller van de stilte. Over wat in de geschiedschrijving wordt verzwegen, over personen van wie we weinig weten. Hoe was het om een Armeense zilversmid te zijn in het Ottomaanse rijk? Of een Koerdische boer? Hoe zag het leven van een gewone vrouw eruit of dat van een prostituee? „Stilte, krijg je als je daarnaar vraagt. Geschiedenisboeken vertellen hier niet over. Ik wil daarom niet alleen maar verhalen schrijven, maar over die stiltes nadenken en vertellen.” Over wat ongezien blijft, ongehoord, gecensureerd is.
Het werk van Shafak werd in meer dan vijftig talen vertaald en won vele internationale prijzen. De schrijfster was in januari kort in Nederland voor het literatuurfestival Winternachten in Den Haag. We spreken haar in een hotelkamer in het centrum, waar ze direct vanaf het vliegveld heen is gereisd.
Elif Shafak (Straatsburg, 1971) woont tegenwoordig in het Verenigd Koninkrijk, maar groeide op in Turkije en Spanje. Turkije is een belangrijk onderdeel in haar leven en haar boeken. Ze noemt Turkije een land met geheugenverlies. Een land dat niet altijd openstaat voor de verhalen die het zich niet wil herinneren. Een land dat haar wilde vervolgen voor uitspraken van een fictief personage in haar boek omdat ze Turkije zou hebben beledigd.
In haar meest recente boek Er stromen rivieren in de lucht vertelt Shafak het verhaal van twee rivieren, drie personages en één eeuwenoud gedicht. Ze verweeft het verhaal van Arthur en Zaalekha met dat van een jezidi-meisje, Narin. En alles begint met een waterdruppel die op het hoofd van de Assyrische koning Assurbanipal valt, lang geleden.
In uw boek drogen rivieren op en heerst er gebrek aan schoon water. Waarom die nadruk op water?
„Voor mij is de klimaatcrisis een zoetwatercrisis. Door overstromingen en de stijging van de zeespiegel hebben we in Europa het idee dat er meer dan genoeg water is. Maar de paradox is dat we waterschaarste ervaren. En voor ons die uit het Midden-Oosten komen, is dat geen abstractie. Zeven van de tien landen met de meeste waterschaarste liggen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Onze rivieren sterven. En dat heeft enorme gevolgen voor de armen, voor vrouwen, voor minderheden. Ik zie dit boek als mijn liefdesbrief aan water.”
In een interview zei u dat literatuur en romans de perfecte plek zijn om onderwerpen als klimaatverandering te bespreken. Waarom?
„Literatuur zorgt ervoor dat we ergens om geven. Er zijn studies waaruit blijkt dat mensen een praatje dat gebaseerd is op cijfers en statistieken na 48 uur voor een groot deel zijn vergeten. Maar als het wordt gegeven aan de hand van verhalen, dan blijft het ons bij. Waarom? We zijn emotionele wezens. We vergeten herinneringen niet die we associëren met emoties. Dus literatuur helpt denk ik ook met het langetermijngeheugen. En belangrijker: het leert ons verbinding te maken.”
Is het iets dat de wereld momenteel nodig heeft, volgens u?
„Heel erg. Er is zoveel haat, zoveel onverschilligheid, zoveel apathie. En ik zie nu, met Trumps tweede termijn, emotionele vermoeidheid. Mensen willen het nieuws niet meer lezen, niet weten wat er in de wereld gebeurt. Dat is ook gevaarlijk. We leven in een tijd waarin we plat gegooid worden met informatie. Dat kunnen we niet allemaal aan, maar we blijven scrollen. Dus we moeten de ratio veranderen, we hebben meer kennis en wijsheid nodig. Voor kennis hebben we slow journalism nodig, analyses, podcasts, gesprekken zoals dit. We hebben boeken nodig. En voor wijsheid is het belangrijk om het hart terug te brengen in het gesprek. We hebben empathie, zorgzaamheid en mededogen nodig. Dat laatste wordt zo ondergewaardeerd. In de wereld van Trump wordt het gezien als een zwakte. Dat moeten we bevechten.”
Het wordt in die wereld ook steeds lastiger voor minderheden, voor vrouwen, voor de lhbtiq+-gemeenschap. Dat zijn onderwerpen waar u ook altijd voor strijdt. Hoe kijkt u daarnaar?
„Ik denk dat we ons moeten realiseren dat democratie veel fragieler is dan veel mensen denken. Ik kan me herinneren dat een geleerde in Istanbul eens tegen me zei dat hij het logisch vond dat ik een feminist ben, omdat ik Turks ben. Als je Amerikaan of Canadees bent, was dat niet nodig, was de ondertoon.”
Alsof het daar inmiddels goed geregeld was voor vrouwen?
„Precies. Dit was eind jaren negentig. De geschiedenis laat ons zien dat als een democratie wordt vernietigd, de rechten van vrouwen en minderheden als eerste worden afgenomen. Dat zien we steeds opnieuw. We hebben nu meer vrouwen nodig in de publieke ruimte, meer minderheden. We moeten meer geëngageerd raken en verbonden. Het is een cruciaal moment voor solidariteit wereldwijd en sisterhood.”
Is dat ook de reden dat u zo uitgesproken bent over deze onderwerpen?
„Ik heb het gevoel dat ik wel moet. En eerlijk, het is niet makkelijk voor me. Ik ben van nature een introvert. Mijn natuurlijke habitat is een kleine kamer vol met boeken, daar ben ik gelukkig. Maar ik weet ook dat een verhalenverteller uit een gebroken democratie niet de luxe heeft om te zeggen: ik wil niet praten over wat er buiten mijn ramen gebeurt.”
In ‘Er stromen rivieren in de lucht’ vertelt u ook over de grootschalige moord op jezidi’s in 2014, gezien door de ogen van de 10-jarige Narin. Waarom wilde u dat verhaal vertellen?
„De jezidi’s zijn een van de meest onbegrepen, verguisde en aangevallen minderheden ter wereld. Niet alleen nu, maar door de hele geschiedenis heen. De genocide van 2014 begon met een aanval op het water. Het eerste wat de IS-fanatici deden was het vergiftigen van de waterputten en de fonteinen. Het tweede was het vermoorden van de ouderen. In een gemeenschap als de jezidi’s is het geheugen belangrijk voor de identiteit. Als je de ouderen vermoordt, dan vermoord je de collectieve herinnering. Daarna hebben ze de mannen vermoord en kinderen en vrouwen ontvoerd. Op dit moment zijn er nog altijd meer dan 3.000 vrouwen vermist.
„Toen ik dit boek aan het schrijven was, is een jonge jezidi-vrouw gevonden in Ankara, in de wijk waar ik ben opgegroeid. Dat raakte me heel hard. Hoe is het mogelijk dat iemand onder deze omstandigheden wordt vastgehouden en dat de hele wijk dat niet ziet? Hoe worden we zo onverschillig voor elkaars verhalen?”
U bent al jaren niet in Turkije geweest, nadat ze u probeerden te vervolgen voor uitspraken in een boek. Wat betekent het dat u niet naar Turkije kan gaan?
„Emotioneel voel ik me heel erg verbonden met de mensen, de cultuur, het eten, de muziek, Istanbul. Ik hou van Istanbul, ik mis Istanbul. Ik heb daar familie, mijn moeder is daar en zoveel lezers. Dus mijn hart is ermee verbonden. Maar als ik naar de politiek en de politici kijk, dan voel ik me erg gedemoraliseerd. Het is een erg moeilijke omgeving voor schrijvers.
„Ik woon inmiddels meer dan zestien jaar in het VK. Ik ben erg gehecht geraakt aan het land, maar ik ben ook een immigrant. Een dubbele: ik schrijf in een taal die niet mijn moedertaal is. Ik schrijf in mijn derde taal.” (Shafak spreekt ook nog Turks en Spaans, red.)
Dat is ook een beetje wat het personage Zaleekha meemaakt in uw boek. Of vooral haar oom: hij moet overleven in een land dat niet het zijne is. Is dat herkenbaar voor u?
„Ik denk dat het mogelijk is om meerdere landen als je thuis te hebben. En ik denk ook dat het mogelijk is om dat te omarmen. Als ik naar mezelf kijk, dan zie ik vele lagen. Er zijn meerdere draden in ons.
„Vrouwen begrijpen dit meer, omdat we constant in verschillende richtingen worden geduwd. Een deel van je wil misschien thuisblijven, meer huiselijk zijn. Een ander deel wil bijvoorbeeld meer intellectuele dingen doen. Dan zijn er nog vragen over het moederschap. Er komt een moment dat je je realiseert dat je een innerlijke democratie nodig hebt in plaats van één stem die de andere onderdrukt.”
Nadat uw ouders scheidden, bent u met uw moeder bij uw grootmoeder gaan wonen. Hoe belangrijk is zij voor u geweest?
„Wat mijn grootmoeder deed was bijzonder, want het veranderde ons leven voor generaties lang. Zij is degene die me heeft bewezen dat je geen diploma van een school nodig hebt om slim te zijn. Ze was zelf van school gehaald omdat ze een meisje was.
„Haar leven thuis was heel interessant. Ze voorspelde met koffiedik de toekomst”, vertelde verhalen en er waren altijd veel vrouwen. Het was een door vrouwen gedomineerde plek. Het is voor mij interessant om te zien dat in een strikt patriarchale en conservatieve samenleving vrouwen hun eigen ruimtes creëren, waar ze elkaar kunnen vasthouden. Ik observeerde dat, terwijl ik opgroeide. Ik luisterde naar verhalen, maar misschien ook naar de dingen die ze niet vertelden. Dat alles heeft mij en mijn schrijven gevormd. Een deel van mij is heel erg verbonden met de mondelinge cultuur.”
De recensie van Shafaks roman ‘Er stromen rivieren in de lucht’
Als het over uw ‘thuisland’ gaat, dan noemt u ‘storyland’, verhalenland. Waarom is dat zo belangrijk voor u?
„Het is waar ik me vrij voel, waar ik me kan vermenigvuldigen, het is een toevluchtsoord. Voor mij is literatuur niet perse autobiografisch. Ik begrijp het als mensen zeggen dat er persoonlijke echo’s klinken in wat we schrijven. Maar ik ben gaan schrijven omdat de wereld om me heen me verveelde. Het was een conservatieve omgeving, ik voelde me alsof we niet thuishoorden in de omgeving van mijn grootmoeder. Ik voelde me de ander en groeide op zonder mijn vader te zien. Hij kreeg na de scheiding van mijn moeder twee kinderen voor wie hij wel een goede vader was. Ik was een vergeten kind. En in de literatuur voelde ik me thuis. Ik meen het echt als ik zeg dat boeken ons kunnen redden, want het is mij ook overkomen. Het waren boeken die me lieten zien dat er ook andere mogelijkheden waren, dat het leven dat ik leidde niet het enige leven was.”
