
Als we Adi vijf woorden horen zeggen in Three Kilometers to the End of the World is het veel. Hij is de hoofdpersoon van deze Roemeense artfilm die vorig jaar in Cannes met de Queer Palm werd bekroond. Hij zit in elk shot. Zijn warrige krullenbol. Zijn ineengedoken schouders. En zijn gezicht. Dat is het grootste gedeelte van de film een slagveld van blauwe plekken, schrammen, bloederige hechtingen en een opgezwollen oog, waardoor het nog eens extra lastig is te lezen wat er in dit personage omgaat. Alleen al naar hem kijken doet pijn.
Een film met een queer thema, maar Three Kilometers is ook een heel herkenbare film uit de Roemeense filmgolf die sinds 2000 door het internationale artfilmcircuit spoelt. Regisseur Emanuel Pârvu (1979) begon zijn carrière als acteur bij landgenoot Cristian Mungiu, die met een Gouden Palm in Cannes voor het minimalistische abortusdrama 4 maanden, 3 weken en 2 dagen (2007) eigenhandig de Roemeense Noul val (‘nieuwe golf’) op de kaart zette.
De methode-Mungiu: talig, juridisch en procedureel in combinatie met totaalshots die vaak net níet laten zien wat er precies aan de hand is – zie ook Three Kilometers. Adi wordt het slachtoffer van een haatmisdrijf nadat de twee zonen van de lokale maffiabaas hem met een vakantieganger hebben ‘betrapt’. Dat er iets sluimerde tussen die twee hebben we zelf met eigen ogen in de openingsscènes kunnen zien. Ze slenteren door de avondschemer. Adi blesseert zijn hand – een doorn, een insect? De vakantievriend zuigt het wondje uit. In de ogen van twee ouwe dronkenlappen die dat vanuit het café zien, waren ze elkaar aan het aflikken. Het escaleert. Als de lokale gangster, aan wie Adi’s vader nog geld verschuldigd is, het navertelt (roddel gaat sneller dan WhatsApp in dit kleine gehucht in de Donaudelta) dan horen we: „Zo komen ze hier op vakantie, dan gaan ze op de hoek staan neuken. Voor je het weet zit het er vol mee.” Ook die retoriek kennen we.
Artfilms met een queer thema doen het de afgelopen jaren goed op filmfestivals en in de filmtheaters. Vorig jaar rond deze tijd draaide het Macedonische, in Venetië met een Queer Lion bekroonde Housekeeping for Beginners in de Nederlandse bioscopen. Uit Polen kwamen het Call Me By Your Name-achtige Elefant en coming-out-film Norwegian Dream. De Georgische regisseur Levan Akin had veel succes met And Then We Danced en het in de transscene in Istanbul gesitueerde Crossing Istanbul – een film die hij in eigen land niet kon maken. Want net als het Roemenië van Three Kilometers zijn dat landen waar queers gevaar lopen, zowel van overheidswege als van homofobe burgers.
Iedereen praat in Three Kilometers. Maar wat zeggen ze nu echt? Ook dat is karakteristiek voor de Roemeense film. Een agent stelt een vraag. Een getuige zegt dat dit niet de goede vraag is. En voor je het weet hebben ze het woordenboek erbij gehaald om over de betekenis van woorden te discussiëren. Zo blijven de belangrijke dingen onbenoemd. De vooroordelen. De onuitgesproken trias van corruptie, religie en justitie.
Wie niet oplet, kan zomaar denken dat de film over de geldproblemen van Adi’s vader gaat. Zo’n man die alles over heeft voor zijn zoon. Maar die stiekem ook vindt dat dit homoseksuele gedoe hem nu even niet zo goed uitkomt. Het zijn woorden die echoën in de oren van oudere Nederlanders, toen ook hier nog meer intolerantie en repressie was. En we zien ook nu wereldwijd hoe fragiel de situatie op het gebied van mensenrechten is. En dat de erosie daarvan begint bij queerrechten, de kanarie in de kolenmijn.
Niet alleen kijken naar Adi doet pijn, ook het luisteren naar de manier waarop hij monddood wordt gemaakt. En zijn zwijgen.
