Op de Parijse middelbare school voor glaskunst Lucas de Nehou is geen ruimte voor religie, maar des te meer voor laïcité – de scheiding van kerk en staat. Overal in het klassieke schoolgebouw zijn kunstwerken van leerlingen over dit thema te vinden: een kleurrijke boom van glas, een spiegel met de tekst: ‘laïcité, mijn vrijheid’. Bij de ingang hangt een met glas versierd ‘handvest’ met de regels.
Voor het kantoor van rectrix Mahi Traoré (52) staat een portret van Samuel Paty, de docent die in 2020 door een islamitische terrorist werd vermoord – een gebeurtenis die het debat over laïcité nieuw leven inblies. Deze week eindigde de rechtszaak over de moord, aanleiding voor Traoré om terug te blikken op de gevolgen ervan voor Franse scholen. Zij kan het weten: sinds vijf jaar is ze rectrix op Lucas de Nehou, daarvoor werkte ze op zeventien andere scholen in en rondom Parijs. Ze schreef haar ervaringen op in Moi, proviseure (Ik, de rectrix), dat deze herfst verscheen.
U schrijft dat u sinds 2001 ziet dat leerlingen vaker religieuze kleding dragen en groepjes vormen op basis van afkomst. Hoe gaat u daarmee om?
„Leerlingen zijn meer identitair geworden. Ik zag eens op het schoolplein een groepje Noord-Afrikaanse meiden samen staan, een groepje zwarte meiden en een groepje jongens. Ik snap dat: toen ik op de witte universiteit Sorbonne begon, trok ik aanvankelijk ook naar andere zwarte studenten. Maar het kan leiden tot communautarisme, waarbij leerlingen in hun eigen gemeenschap blijven. En ik geloof juist in mixité scolaire: op school moet je leerlingen met verschillende achtergronden, kennisniveaus en interesses zoveel mogelijk samenbrengen.
„Ik ben naar het groepje zwarte meisjes gegaan en vroeg: waar komen jullie vandaan? Ze vertelden dat ze uit Ivoorkust kwamen, Mauritanië, Senegal, Tsjaad. Maar jullie zijn toch hier geboren, vroeg ik. Vous êtes françaises! Hiermee zeg ik dat ze volwaardige Fransen zijn en zet ik ze aan tot nadenken over hun identiteit, die is opgebouwd uit allemaal verschillende lagen en niet alleen bestaat uit het land waar hun wortels liggen.”
Maar we leven in een tijd waarin mensen van kleur juist vaak wordt verteld: jullie zijn geen echte Fransen.
„Ze hebben ook geen ongelijk dat ze zich zo voelen. Het is een maatschappijbreed probleem. We moeten ervoor zorgen dat iedereen het gevoel krijgt erbij te horen. Daarvoor moeten we stoppen met het brute racisme waarbij we zeggen dat een deel van de bevolking alleen op papier Frans is.”
In Frankrijk geldt laïcité op openbare scholen, wat onder meer betekent dat leerlingen geen hoofddoeken, keppeltjes en kruisjes mogen dragen. Waarom is dat belangrijk?
„School moet een veilige haven zijn, zonder invloeden van religie, bedrijven of politiek. Laïcité beschermt ons en de leerlingen daartegen, waardoor we ons beter kunnen focussen op waarvoor we op school zijn: kennis overbrengen.”
Wat doet u als leerlingen toch religieuze tekens dragen?
„Uitleggen waarom laïcité belangrijk is en wat de precieze regels zijn. Zo mag je ook geen hoofddoek op tijdens klassenuitjes. Toen een leerlinge zich daar tegen verzette, ben ik gaan praten met haar en haar ouders. De moeder was zeer bereid tot samenwerking. En toen zag de leerlinge in dat de school, haar medeleerlingen én haar ouders het allemaal eens waren over het belang van een strikte laïcité.
„Het helpt ook als er duidelijke regels zijn. Schoolhoofden vinden het daarom fijn dat de regering vorig schooljaar de [Arabische jurk] abaya heeft verboden. Daarmee is het niet meer aan ons om te bepalen of een kledingstuk religieus is, maar kunnen we gewoon verwijzen naar de wet. Verder behandelen wij laïcité niet één dag per jaar of alleen als er een incident is. We praten er het hele jaar over.”
Veel leerlingen ervaren dat de maatregelen vooral tegen moslims gericht zijn. Hoe gaat u daarmee om?
„Als iemand een enorm kruis draagt, moet dat absoluut ook af. Verder moet je mensen niet verbieden te spreken, of meteen zeggen: wat je zegt is onwaar. Ik luister naar mijn leerlingen, en nodig ze uit na te denken over wat laïcité is, over hoe het onze fundamentele vrijheden beschermt en ons helpt om samen te leven.”
In haar boek beschrijft Traoré een incident uit 2017. Haar toenmalige school deed dienst als eindexamenlocatie, waar leerlingen van allerlei scholen hun examens aflegden en de laïcité-regels niet golden. Traoré controleerde de handschoenen en hoofddoek van een aantal leerlingen op spiekbriefjes, waarna één van hen op Twitter schreef dat ze „ruw was gefouilleerd” – volgens Traoré een leugen. De media pikten het op en online ontstond een storm van kritiek.
Hoe heeft u de rust doen terugkeren?
„Ik heb meteen de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Toen bleek dat er een medewerkster was die een beetje onaardig had gedaan tegen die meiden. Op de vraag wie die nare fouille zou hebben gedaan, kwam er geen antwoord omdat die niet had plaatsgevonden. Dat wist iedereen na dit gesprek en daarmee was het afgedaan.”
Uw benadering is anders dan het ‘geen golven maken’ (pas de vagues) dat lang de praktijk was in Frankrijk: leraren gingen religieuze en andere conflicten uit de weg om problemen te voorkomen. Hoe verklaart u deze mentaliteit?
„Het lerarenvak is zwaar, leraren krijgen er steeds meer taken bij en ze worden slecht betaald.” Het gemiddelde salaris van een Franse docent is minder dan 52.000 euro per jaar, onder het OESO-gemiddelde van ruim 56.000 euro. „En ons schoolsysteem is erg verticaal. Ik mag niet eens mijn eigen docenten aannemen: de verdeling wordt door het ministerie gemaakt. Hierdoor voelen veel leraren zich ondergewaardeerd en hebben ze het idee dat ze weinig vrijheid en autonomie hebben. Ik zeg mijn docenten altijd: autorisez-vous. Durf voor jezelf op te komen, met ideeën te komen en je uit te spreken.
„Sinds de moord op Paty ziet men in dat de pas de vagues-instelling moet stoppen. Dat zie ik bijvoorbeeld aan het feit dat meer docenten melding doen van inbreuken op de laïcité. Het is zoals met #MeToo: we hadden een schok nodig om wakker te worden.”
Waar komt uw visie vandaan?
„Ik ben opgegroeid in Mali. In Mali is het hele dorp betrokken bij de opvoeding van een kind – ik werd bijvoorbeeld niet alleen gecorrigeerd door mijn ouders maar ook door de buurman. Het is een collectieve klus. Dat wil ik hier ook uitdragen. Ik combineer het Malinese dorp met het verticale Franse systeem.”
Ook Paty’s moord begon met een discussie over religie, een leugen van een leerling en berichten op sociale media. Hoe was dat voor u?
„De moord op Paty is een 9/11-moment voor leerkrachten: iedereen weet waar je was toen het bekend werd. Ik kwam zelf thuis van school met mijn zoon en was als versteend, mijn bloed veranderde in ijs. Bij [de aanslag op de redactie van het satirische blad] Charlie Hebdo schrokken we ook, maar we wisten dat de redactie werd bedreigd. Het was onvoorstelbaar dat een leerkracht gedood kon worden.”
Wat heeft de moord concreet in uw werk veranderd?
„Ik laat niets meer over mijn kant gaan. In het verleden heb ik ook wel eens bedreigingen gehad – dan zei een ontevreden leerling: ‘pas maar op als je naar buiten komt’. Nu zou ik meteen aangifte doen – ik heb laatst nog aangifte gedaan tegen een man die de school binnenkwam omdat hij wilde plassen en onbeschoft deed. Ook elke inbreuk op de laïcité meld ik.
„En na de moord op Dominique Bernard [de leraar uit het Noord-Franse Arras die in 2023 werd vermoord door een geradicaliseerde oud-leerling] heb ik camera’s laten installeren bij de voordeur. En alle rectoren hebben tegenwoordig zo’n kastje”, zegt ze wijzend op een wit kastje naast haar bureau: een noodknop waarmee ze direct in contact komt met de politie. „We doen ook geregeld aanslagoefeningen in de school. Samuel Paty was de eerste, Dominique Bernard was de tweede en er gaat een derde komen.”
Is er dan niets geleerd?
„Dominique Bernard kon ín zijn school vermoord worden, dat is weer een stap verder. Er zijn wel wat lessen getrokken. Dat zagen we bij de zaak van [de Parijse middelbare school] Maurice Revel waar mijn collega moest stoppen met werken omdat hij ernstig bedreigd werd naar aanleiding van een leugen op sociale media.” De rector van deze school werd eerder dit jaar online beschuldigd van het slaan van een leerlinge die haar hoofddoek niet wilde afdoen, en daar een bericht over plaatste op sociale media. „Toen heeft de staat preventief ingegrepen door aangifte te doen tegen de leerlinge.”
Weer sociale media…
„Die zogenaamde ‘sociale’ media zijn een dumpplaats voor haat en wrok en een bedreiging voor scholen en onze maatschappij. Vroeger vertelde je pas als je thuis was aan je ouders wat er was gebeurd op school, nu sturen leerlingen tijdens de schooldag al een appje naar hun ouders – die sowieso veel bemoeieriger zijn geworden – of ze zetten hun grieven online. Een klein dingetje of een leugen kan zo een enorme vlucht nemen en eindigen in een drama.”