Schitterend debuut toont het complexe en gevaarlijke lot van Afghanen in Iran

Hoeveel ongedocumenteerde Afghaanse vluchtelingen er precies in buurland Iran leven, is onbekend. Volgens een titelkaart aan het begin van In the Land of Brothers zijn het er meer dan vijf miljoen. Vluchtelingenorganisatie UNHCR van de Verenigde Naties becijferde dat er minstens 4,5 miljoen ontheemden met verschillende achtergronden en statussen in Iran verblijven. Dat is hoe dan ook een veelvoud van de 750.000 Afghanen die de Iraanse regering noemt.

Zoals het trefzekere Iraans-Nederlandse fictiedebuut van Raha Amirfazli en Alireza Ghasemi laat zien, verliet het merendeel van hen Afghanistan in de twintig jaar tussen de Amerikaanse inval in 2001 en 2021, toen de buitenlandse troepen Afghanistan weer verlieten en de Taliban de macht weer overnamen. In drie korte hoofdstukken portretteren zij verschillende leden van een familie die in die twintig jaar over het land is uitgewaaierd.

In de traditie van de Iraanse film worden ze met een reeks van dilemma’s geconfronteerd. Het geeft een grimmige kijk op de rechteloosheid, het machtsmisbruik en de bureaucratie waarmee ongedocumenteerde, Afghaanse ‘broeders’ in Iran te maken krijgen. De film ging eerder dit jaar in première op het Sundance filmfestival voor onafhankelijke films en werd daar bekroond met de prijs voor Beste Regie in de categorie Wereldcinema.

In interviews vertellen de regisseurs hun film te hebben gebaseerd op de verhalen van Afghaanse oorlogsvluchtelingen met wie ze naar school gingen en die dan weer plotseling verdwenen. Ze deden diepgravend onderzoek én zetten hun fantasie aan het werk: wat zou er met hen zijn gebeurd? Ze waren vooral geïnteresseerd in het lot van de sjiitische Hazara, een van de grootste etnische groeperingen in het soennitische Afghanistan. In het sjiitische Iran worden zij als ‘religieuze’ broeders beschouwd, maar ze zijn ook een etnische minderheid.

Chantabel

In het eerste van de drie hoofdstukken zie je de complexe en gevaarlijke situaties waar dat toe leidt. Tiener Mohamad gaat naar school, studeert Engels met zijn nicht Leila (de betere toekomst is altijd verder weg), en plukt tomaten met zijn familie. Zijn verblijfsstatus is onduidelijk, en wordt in de film bewust vaag gehouden. Dat betekent dat hij in een chantabele positie verkeert. En dat weet de agent die hem op een dag na school aanhoudt om de gevolgen van een lekkage in het politiebureau te komen opruimen.

Amirfazli en Ghasemi zijn meesters in elliptisch vertellen – ook visueel. Daardoor worden de morele dilemma’s scherp voelbaar. Wat zich afspeelt tussen Mohamad en de agent zien of horen we niet. Het gaat over blikken, pauzes, tegenshots die nooit komen, zaken die buiten het kader blijven. Over een bloedneus. Een arm in het gips. Het is sinister.

En het zet de toon voor de volgende delen. Daarin moet Leila een plotseling sterfgeval verborgen houden voor de welgestelde familie waarvoor ze werkt, en krijgt haar broer Qasem te maken met een geradicaliseerde zoon die in Syrië vecht. Zo rijgt de film niet alleen levens, maar ook een eindeloze keten van oorlogen aaneen.

In the Land of Brothers vertelt (ook in Iran) onderbelichte verhalen en geeft een stem aan een aanzienlijke populatie. Het is een film over „daar” en „hier”, waarbij daar en hier zowel de beide kanten van de Afghaans-Iraanse grens vertegenwoordigen, als de afstand waardoor mensen doof en blind blijven voor de kettingreacties van wereldwijde conflicten. Ook dat is schitterend vormgegeven in camerabewegingen en kadreringen die soms net iets anders laten zien dan je verwacht. Zo confronteert de film je ook met je eigen beperkte blik.