N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kunstmarkt De internationale handel in topkunst is traditioneel het domein van grote veilinghuizen en galeries. In Liechtenstein is nu de eerste aandelenbeurs voor schilderijen opgericht.
Omgerekend 0,6 vierkante millimeter. Het is niet veel wat je krijgt voor één aandeel in een drieluik uit 1963 van Francis Bacon – maar het kost dan ook slechts 100 dollar. Over een paar maanden kan iedereen mede-eigenaar worden van het schilderij, want het gaat naar de beurs. Artex, een bedrijf in Liechtenstein, gaat als beursplatform aandelen verhandelen van schilderijen uit het uiterste topsegment. Zodat iedereen kan beleggen in kunst, zoals je ook belegt in bedrijven, goud of staatsobligaties.
Three Studies for a Portrait of George Dyer is het eerste schilderij dat bij Artex een beursnotering zal krijgen, kondigde het bedrijf eind mei aan. Het beursplatform schat de waarde op 53 tot 57 miljoen dollar. Naar verwachting gaan over twee maanden in Liechtenstein de aandelen in de verkoop.
Daarna moeten er dit jaar nog enkele schilderijen volgen, en nog eens twintig werken in 2024 – elk met een waarde van minstens 50 miljoen dollar. Artex belooft dat alle schilderijen die op zijn beurs aangeboden worden, gratis tentoongesteld worden in een museum ergens ter wereld.
Artex wil zo zorgen voor „democratisering” van het investeren in kunst, zegt bestuursvoorzitter Yassir Benjelloun-Touimi in een telefoongesprek. „Je moet miljardair zijn om jezelf een kunstwerk van deze waarde te kunnen veroorloven. Met een prijs van 100 dollar per aandeel kunnen zoveel mogelijk mensen instappen.”
De miljoenenhandel in kunstwerken is traditioneel het domein van grote veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s, en van internationale topgaleries als Gagosian, David Zwirner en Pace. Vorige week nog bracht het schilderij Dame mit Fächer (‘Dame met waaier’) van Gustav Klimt bij Sotheby’s in Londen omgerekend 86 miljoen euro op, het hoogste bedrag ooit voor een kunstwerk dat in Europa geveild werd. Een anonieme bieder uit Hongkong is de nieuwe eigenaar.
Pensioenfondsen
Vooral de meest gewilde kunstenaars – denk aan Picasso, Basquiat, Warhol of Monet – zijn de afgelopen twintig jaar in een hoog tempo duurder geworden. De veilingopbrengsten van de honderd meest gewilde kunstenaars (bijgehouden in de Artprice100-index) stegen sinds 2000 met gemiddeld 8,9 procent per jaar, veel sneller dan de aandelenkoersen.
Niet alleen voor rijke particulieren is kunst de afgelopen decennia een investeringsvehikel geworden. Het pensioenfonds van British Rail kocht al in de jaren zeventig een collectie schilderijen als waardevaste investering. Vervolgens ontstonden fondsen, zoals het Zwitserse Anthea Art Investments, die een portfolio van kunstwerken bezitten en beheren voor een „sophisticated, high-profile clientele”. „Daar leg je normaal gesproken een half miljoen of meer in, en dat zet je voor een jaar of tien vast”, zegt Benjelloun-Touimi. „Eerder uitstappen kan niet.”
Recenter ontstonden ook fondsen voor een bredere groep klanten. Het bekendst is het in 2017 opgerichte Amerikaanse bedrijf Masterworks, dat al 278 werken aankocht en voor 787 miljoen dollar aan beeldende kunst bezit. Financieel gewin staat er expliciet voorop. Een niet nader beschreven werk van de Franse abstracte schilder Pierre Soulages is het afgelopen jaar 13,9 procent in waarde gestegen, meldt de website prominent, een Banksy zit op 32 procent.
Masterworks hanteert een minimum inleg van 15.000 dollar, maar klanten kunnen hun investering ook opknippen in kleinere aandelen en die onderling (dus niet op een beurs) verhandelen. Of kopers zich aandienen, is onzeker, waarschuwt Masterworks op zijn website: „Het is mogelijk dat er geen actieve handel ontstaat.”
Masterworks kocht 278 werken aan. Financieel gewin staat er voorop
Voor Artex, dat gevestigd is in Liechtenstein, is de snelle, openbare handel in kunstaandelen juist de kern van het bedrijf. Artex is, in tegenstelling tot investeringsfondsen, geen eigenaar van de schilderijen die het zal verhandelen – het faciliteert alleen de markt. „Je kunt elke seconde handelen”, zegt directeur Benjelloun-Touimi.
De beursgang van het Bacon-drieluik was aangekondigd voor juli, maar dat wordt nu „waarschijnlijk in september”. Volgens de bestuursvoorzitter zijn zoveel internationale banken en brokers geïnteresseerd in handel op de Artex-beurs dat het meer tijd kost dan verwacht om al die financiële instellingen aan te sluiten. Of de beursgang uiteindelijk doorgaat, is overigens nooit zeker – ook bedrijven besluiten wel eens om op het laatste moment een beursgang uit te stellen bij tegenslag.
„We willen de wereld van het geld en die van de kunst laten samenwerken”, zegt Benjelloun-Touimi, die carrière maakte bij Londense banken en een hedgefonds oprichtte. Artex heeft nauwe banden met de Liechtensteinse zakenbank LGT Group, die eigendom is van de prinselijke familie – Artex werd mede opgericht door prins Wenceslas. Zijn vader, ook een prins, zit in de directie.
Benjelloun-Touimi vindt het tentoonstellen van de aangeboden werken essentieel. „De eigenaar van de Bacon brengt zijn werk naar onze beurs omdat hij denkt er een goede prijs voor te krijgen, en omdat hij wil dat het werk voor het publiek te zien is.”
„Mogelijk dit jaar nog” organiseert Artex een evenement in Amsterdam, zegt de bestuursvoorzitter. „Als we niet op korte termijn een Hollandse meester in ons portfolio krijgen, zouden we onszelf niet erg serieus nemen.”
Goede prijs
Kunstspecialist Eugénie Dumont van de Belgische vermogensbeheerder Degroof Petercam vindt de samenwerking met musea het interessante aspect van Artex, vertelt ze. „Alle werken die in handen zijn van investeringsfondsen zoals Masterworks zijn voor lange tijd voor niemand te zien. Het initiatief van Artex slaat een brug tussen private eigenaren en het publiek.”
Dumont adviseert klanten niet om via Artex of fondsen in kunst te handelen – en ontvangt hoe dan ook geen commissie. „Wij adviseren verzamelaars die hun collectie willen opbouwen.” Kunst als puur financiële investering is een heel ander vak, benadrukt ze. „Dit maakt kunst nog meer tot een commodity – handelswaar.”
Ze vraagt zich af of beleggers zonder kennis van kunst de risico’s van hun investering goed kunnen inschatten. Absolute topkunst werd de afgelopen decennia weliswaar snel duurder, maar dat geldt lang niet voor álle waardevolle werken. „Kunsthandel kent een substantieel risico. Er zijn weliswaar steeds meer data beschikbaar om de waarde van kunstwerken te bepalen, maar deels blijft dat toch subjectief. Je blijft afhankelijk van de informatie die de aanbieder geeft.”
Als een bedrijf een beursnotering heeft, is er veel informatie beschikbaar om de waarde ervan in te schatten, zoals omzet en winst. Maar een kunstwerk geeft geen kwartaalcijfers.
Het meeste houvast geeft de vorige veilingopbrengst: de huidige eigenaar van Three Studies for a Portrait of George Dyer kocht het werk in 2017 voor omgerekend 52 miljoen dollar. De richtprijs van Artex van zo’n 55 miljoen dollar bij de beursgang betekent dus slechts een beperkte waardestijging. En die prijs staat niet vast: pas zodra de handel in de aandelen echt begint, bepaalt de markt de waarde van de Bacon.
Artex-directeur Benjelloun-Touimi stelt dat topkunst van boven de 50 miljoen dollar sowieso een veilige investering is. „In de afgelopen eeuw zijn topwerken bijna nooit in waarde gedaald, alleen bij heel grote crises zoals de beurskrach van 1929. De prijs blijft omhoog gaan, elke minuut.”