Schilder Jacob Vrel, voorloper van Vermeer, laat zich even moeilijk kennen als zijn personages

Recensie

Beeldende kunst

Tentoonstelling Het Mauritshuis toont met dertien schilderijen de eerste expositie ooit over de zeventiende-eeuwse meester wiens werken soms werden verward met die van Johannes Vermeer.

Jacobus Vrel, Vrouw bij een venster, kijkend naar een kind, (detail) na 1656. (Olieverf op paneel, 45,7 x 39,2 cm.)
Jacobus Vrel, Vrouw bij een venster, kijkend naar een kind, (detail) na 1656. (Olieverf op paneel, 45,7 x 39,2 cm.)

Beeld Fondation Custodia, Collectie Frits Lugt, Parijs.

Een geheimtip onder liefhebbers van zeventiende-eeuwse schilderkunst is een klein schilderij van een kamer met daarin een vrouw op een stoel die door een binnenraam tuurt. Het werkje wordt bewaard in de Fondation Custodia in Parijs, een kunstcollectie die teruggaat tot de Nederlandse verzamelaar Frits Lugt (1884-1970) die het in 1918 verwierf. De voorstelling van het nog geen halve meter hoge schilderij is aantrekkelijk en raadselachtig tegelijk. De vrouw, met een donkere rok en witte omslagdoek, zit op het puntje van de houten zetel die daardoor omhoog wipt. Opvallend genoeg zien we haar op de rug gezien terwijl ze haar aandacht richt op een kind, van wie alleen het wazig weergegeven hoofd zichtbaar is achter een ruitjesraam dat bijna de gehele achtergrond beslaat.

De maker van het schilderijtje is J. Vrel, zoals te lezen is op een stukje papier op de grond. Uit andere, stilistisch vergelijkbare schilderijen die uitvoeriger zijn gesigneerd, en eenmaal ook voorzien van een jaartal (1654), valt op de maken dat de kunstenaar Jacob of Jacobus Vrel heette en dat hij zo ongeveer tussen 1640 en 1660 werkzaam moet zijn geweest. Waar hij vandaan kwam en waar hij werkte, is onbekend. Zijn keuze voor verstilde interieurs met weinig figuren zou kunnen duiden op Delft, waar dergelijke thema’s in de latere schilderkunst ook veel voorkwamen. Sommige van Vrels stadsgezichten, met straten en gebouwen en die doen denken aan Zwolle, duiden echter ook op het oosten van het land.

De expositie in het Mauritshuis, die voor het eerst uitvoerig aandacht besteedt aan Vrel, is dus veelbelovend. In de eerste serieuze monografie die van hem verscheen, Jacobus Vrel: Looking for Clues of an Enigmatic Painter, worden verschillende aspecten van zijn werk besproken en ongeveer vijftig werken geïnventariseerd die aan Vrel worden toegeschreven. Van die toeschrijvingen zijn er in het Mauritshuis dertien bijeengebracht. Vaak zijn het voorstellingen van statige vertrekken met hoge ramen, vrij karig ingericht met wat meubels, een schouw of een bedstee. Menselijke activiteit beperkt zich veelal tot een enkele vrouwenfiguur die, zoals in het schilderij in Parijs, haar rug naar de kijker keert om nu eens uit het open raam te kijken, dan weer in de haard te poken.

Toneeldecors

Soms valt er meer te beleven: een zittende vrouw die een kind voorleest dat tegen haar schoot aanhangt, of een vrouw in profiel die bezig is met een fijne kam het lange haar van een meisje te kammen of ontluizen. Een jongetje staat bij de open deur en een hoepel ligt op de vloer. Van een andere aard zijn Vrels scènes in de buitenlucht, met gezichten op straatjes die zo volgepakt zijn met huizen dat ze toneeldecors lijken voor de weinige figuren, die ook hier vaak op de rug worden gezien.

Jacob Vrel wordt in de expositie losjes gepresenteerd als voorloper van de Delftse schilder Johannes Vermeer die inderdaad eenzelfde voorkeur aan de dag legde voor intieme interieurs en, in één geval, een „straatje”. In de negentiende eeuw zijn werken van Vrel, soms met vervalste signaturen door handig gebruik van hun identieke initialen, verhandeld onder de naam van Vermeer. Sindsdien is het oeuvre van Vermeer echter gedetailleerd in kaart gebracht en is de verwarring nauwelijks meer voor te stellen. Weliswaar ademt een compositie van een zittende oudere vrouw die geconcentreerd in een groot boek leest terwijl achter het raam rechts een jongen staat, de intimiteit van werk van Vermeer. Maar tegelijkertijd vertoont het schilderij, in het rood aangelopen vrouwengezicht met een klein knijpbrilletje op de neus, bijna karikaturale elementen die je bij Vermeer nooit ziet. En het schilderij van een straatje met een bakkerswinkel heeft, met de rugfiguren op straat en de bakker die slaperig uit een raampje op de bovenverdieping kijkt, iets van de goedmoedige nostalgie van Anton Pieck.

Net als zijn afgekeerde personages is Vrel een schilder die zich niet gemakkelijk blootgeeft. Hij is niet zo heel goed in het weergeven van gezichten; misschien dat hij die daarom zo vaak verbergt. En ook zijn perspectivische constructies wringen. Maar wie er wat langer naar kijkt, vindt er juist ook een zekere charme in zit. Je herkent dan ook de aandacht die Vrel besteedde aan details als sierbordjes boven de schouw, gebarsten ruitjes, en in een handvol werken een diffuus tegenlicht uit de vensters in de achtergrond.


Beeldende kunst Naar een museum? Dit zijn de beste exposities die je nu kunt zien