Samen sturen op het werk, dat is nog niet zo makkelijk

Gedeeld leiderschap

Managers die de baas spelen, daar houden we niet van. We praten en sturen liever zelf een beetje mee. Gedeeld leiderschap heet dat in de managementliteratuur. Recent Nederlands onderzoek laat echter zien dat medewerkers niet al het leiderschapswerk even leuk vinden.

Wat is gedeeld leiderschap?

Gedeeld leiderschap betekent dat medewerkers regelmatig managementtaken op zich nemen. Zoals het plannen en verdelen van het werk. Of het op elkaar afstemmen van de taken met andere afdelingen.

Naar deze manier van ‘samen sturen’ wordt nu zo’n twintig jaar onderzoek gedaan en de resultaten lijken positief. In teams met gedeeld leiderschap is er sprake van minder conflicten, meer vertrouwen en meer samenhang dan in teams waarin de manager alles bepaalt. En dat is goed voor de prestaties.

Gedeeld leiderschap vraagt wel iets van de teamleider. Een coachende, bescheiden opstelling bijvoorbeeld. En vertrouwen in de teamleden.

Daarnaast is het belangrijk dat de medewerkers beschikken over de juiste capaciteiten en er ook een beetje zin in hebben.

Willen mensen dit?

Henrico van Roekel, bestuurskundige aan de Universiteit Utrecht, doet onderzoek naar gedeeld leiderschap. Recentelijk legde hij verschillende scenario’s op dit gebied voor aan meer dan zesduizend medewerkers in de zorg. De respondenten bleken niet op alle fronten enthousiast te zijn.

  • Medewerkers hebben minder zin in extern gerichte leiderschapstaken, zoals het vertegenwoordigen van hun team bij een directievergadering.
  • Ook zitten ze niet te wachten op het overnemen van administratieve taken van hun teammanager.
  • Waar medewerkers wél zin in hebben, is het oppakken van taken die draaien om de onderlinge relaties in het team.
  • Ook voeren medewerkers graag taken uit die te maken hebben met verandering, zoals het bedenken van manieren om het werk te verbeteren.

De motivatie is het grootst voor leiderschapstaken die ten goede komen aan anderen, zoals collega’s, klanten of patiënten. Van Roekel constateerde ook dat medewerkers een voorkeur hebben voor taken die niet meer tijd kosten dan twee tot vier uur per week. Ook vinden ze het belangrijk dat dit werk niet bovenop het dagelijkse werk komt, maar dat er tijd voor wordt vrijgemaakt in hun agenda.

Mannen en vrouwen

Niet iedere medewerker heeft evenveel trek in leiderschapstaken. En dat kan problematisch zijn.

Van Roekel vond bijvoorbeeld dat de bereidheid om dit soort werk op te pakken groter was onder medewerkers die jonger waren dan de rest van het team.

Daarnaast bleek dat mannen in het algemeen meer trek hebben in leiderschapstaken dan vrouwen. Dit laatste is niet uniek. Eerdere studies laten zien dat vrouwen doorgaans hun leiderschapskwaliteiten lager inschatten dan mannen. Ten onrechte. Onderzoekers stellen dat vrouwen hun kwaliteiten op dit gebied tamelijk realistisch beoordelen, terwijl mannen hun leiderschapstalent in het algemeen overschatten.

Het gevaar is dat vooral jonge mannen met iets te veel eigendunk staan te trappelen om managementwerk op te pakken. Dat lijkt me nou typisch een risico waarbij je als teamleider soms wél even de baas moet spelen.