N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
In de Arminiuskerk in Rotterdam presenteerde zangeres S10 haar nieuwe album. Dat is één groot verlangen naar geborgenheid.
Dat ze erop zou klimmen, had ze zich duidelijk al voorgenomen. Maar als zangeres S10 (‘es-tien’) eenmaal hoog op de houten kansel van de Arminiuskerk zingt, is de ontlading toch zichtbaar. Haar armen gestrekt, ogen gesloten in rood licht. „Laat me los. Laat me gaan”, herhaalt ze met lange halen, terwijl gitaar en drums ‘Laat Me Los’, oorspronkelijk een duet met popgroep Bløf, flink aanzetten.
„Fakking sick”, vindt een ontspannen S10 het wel in de Rotterdamse evenementenkerk waar ze voor het eerst integraal haar net een dag oude album Ik Besta Voor Altijd Zolang Jij Aan Mij Denkt laat horen. Noem die release gerust een volgend hoogtepunt in een toch al bewogen jaar met haar deelname aan het Eurovisie Songfestival en daarna vele festivaloptredens. S10 heeft haar plekje in een generatie van jonge popvrouwen als zangeressen als Froukje, Meau, Linde Schöne en Maan verankerd. Sleutel: in eigen taal het getroebleerde hart op tafel leggen.
Met een jong, meezingend publiek voor het podium en in de kerkbanken, de twee gastzangers Froukje en rapper Mula B voor een sprankelend (‘Nooit Meer Spijt’) dan wel mismoedig duet (‘De Ergste Dag’) en een stevige driemansband die de holle kerkakoestiek weg speelt, is er vanavond veel om vrolijk van te worden. Goed, er zijn wat veel her-starts van liedjes, wat het ook wel „gezellig rommelig maakt”, vindt S10. Vooral valt op hoe losjes ze die situaties oplost.
Stien den Hollander, volgende week 22 jaar, is bepaald geen zondagskind. Ze zingt het zelf al in de eerste regel van haar donderende openingstrack. Als vijftienjarige debuteerde ze als rapster, haar benauwde suïcidale gedachten kwamen op donkere soundscapes en getrapte beats. De mentale onrust loog er niet om.
Dat S10 inmiddels aan eigenliefde en vertrouwen heeft gewonnen, blijkt uit veel. Inmiddels vijf (!) korte albums verder praatzingt ze behalve zichzelf nu ook graag anderen uit de put. Ze zíet ze, haar lotgenoten. Vanavond hadden ze zich „toch maar weer aangekleed en waren ze gekomen.”. Steun komt in liedjes als ‘Hoor Je Mij’, waarin ze na een trage opbouw roept dat het niet altijd zo zal gaan. „Hoor je mij!” Scherpe beats van producer Sim Fane zijn nog altijd de basis van haar elektronische pop. Met gitarist Mick Langenberg en drummer Isaï Reiziger wordt alles gelaagder en voert naar een dansbare apotheose.
Niet dat S10 nu zelf niet meer wankelt. Haar plaat is één groot verlangen naar geborgenheid. Angst om alleen te zijn, met name ’s nachts, blijkt nog uit vele liedjes. Onzeker: „Wat als niemand op mij wacht?” In ‘Soms’, een tedere ode aan thuis, onderstreept ze hoe ze toch ook nog maar een kind is. Toch: „Ik ben eenzaam maar met jou niet meer alleen.”