Een jongen in uniform knipt de heggen in de tuin in model. Een ander bezemt het regenwater van afgelopen nacht van het basketbalveldje. In de keuken van de kantine maken een paar stafleden lunch klaar voor het personeel dat de boel draaiende houdt.
Hier in het Hope Hostel, met uitzicht op de groene heuvels van de Rwandese hoofdstad Kigali, zijn de bedden in alle kamers opgemaakt. Op de nachtkastjes liggen nieuwe korans en bidkleedjes te wachten, op de onderste planken liggen badslippers. Al bijna twee jaar staat dit hostel leeg. Het grote wachten is op de aankomst van asielzoekers uit het Verenigd Koninkrijk.
Manager Bakina Ismaël geeft een rondleiding en laat graag zien hoe fijn hij denkt dat hun gasten het hier gaan hebben. Van de tent waar een pooltafel staat en televisies hangen om sportwedstrijden te kijken tot de kantine, waar ze drie gratis maaltijden per dag krijgen. „Maar als ze willen mogen ze ook zelf koken.” Eerder verbleven hier wezen van wie de ouders vermoord werden tijdens de genocide op de Tutsi’s, dertig jaar geleden, maar zij zijn eruit gezet zodra de afspraken met het VK rond waren.
Alleen waarom er nog steeds geen asielzoekers zijn gearriveerd, dat weet Ismaël niet, of dat durft hij niet te zeggen. „Mijn verantwoordelijkheid is om te zorgen dat we er 100 procent klaar voor zijn als ze komen.”
Afschrikken
Deze week neemt het Britse parlement waarschijnlijk een wet aan die mogelijk moet maken wat de regering al twee jaar geleden, onder toenmalig premier Boris Johnson, heeft aangekondigd. Migranten die het wagen om met een rubberbootje vanuit Frankrijk naar het VK te varen, moeten op een vliegtuig naar Kigali worden gezet. Het vooruitzicht van een toekomst in Rwanda moet de migranten in Frankrijk genoeg afschrikken om van de gevaarlijke oversteek van het Kanaal af te zien. Rwanda krijgt in ruil voor het opnemen van de asielzoekers 370 miljoen pond (omgerekend ruim 433 miljoen euro). Plus nog eens 151.000 pond (ruim 175.000 euro) per asielzoeker die echt overkomt.
De uitvoering van dit plan liep vertraging op, door een juridische strijd tussen de asielzoekers en de Britse staat. Totdat in november vorig jaar het Hooggerechtshof het laatste woord had en bepaalde dat uitzetten naar Rwanda niet kon. De rechters concludeerden dat Rwanda geen veilig land is: asielprocedures worden er niet gedegen afgehandeld en de kans is reëel dat asielzoekers alsnog naar een ander, voor hen onveilig land, zouden worden uitgezet.
Maar de regering van huidig premier Rishi Sunak (Conservatieve Partij) liet zich niet tegenhouden. Sunak kwam met een nieuw, omstreden wetsvoorstel, dat bepaalt dat Rwanda wél veilig is. Het voorstel verklaart ook bepaalde mensenrechtenartikelen in bestaande wetgeving tot niet van toepassing en maakt juridische procedures tegen uitzetting lastiger. Asielzoekers die straks naar de rechter zouden stappen, mogen volgens de wet ook geen beroep meer aantekenen omdat Rwanda in algemene zin geen veilig land zou zijn, maar moeten hard maken waarom het er voor hen persoonlijk onveilig is.
Maandag behandelt het Lagerhuis dit voorstel en later deze week stemt waarschijnlijk ook het Hogerhuis ermee in, nadat de Lords vergeefs hebben geprobeerd de wet af te zwakken. Het Hogerhuis stuurde de wettekst de afgelopen maanden steeds terug naar het Lagerhuis, met ideeën voor wijzigingen. Die verwierp het Lagerhuis, waar de Conservatieve Partij een meerderheid heeft, vervolgens weer. Aan dit parlementaire pingpongen komt nu naar verwachting een einde. De regering hoopt dat de leden van het Hogerhuis inbinden, met als redenering dat hun stem minder zwaar weegt omdat zij niet direct door de bevolking zijn gekozen en het Lagerhuis wel.
Vrijheid van meningsuiting
Op de markt in hartje Kigali heeft lang niet iedereen gehoord over de overeenkomst tussen Rwanda en het VK. De vraag roept lege blikken op bij handelaren in winkeltjes die van alles verkopen, van ondergoed tot horloges, van slippers tot handtassen. „Als de twee overheden het hierover met elkaar eens zijn, lijkt het mij prima”, zegt Robert, zijn achternaam houdt hij liever privé. Hij verkoopt elektrische scooters. „Hier geloven we dat de overheid altijd de juiste beslissingen neemt.” Vrijheid van meningsuiting ligt problematisch in Rwanda; wie kritiek op het regime levert, riskeert intimidatie of arrestatie.
Lees ook
‘Rwanda is geen vrij land, en zeker niet voor vluchtelingen’
Voor de markt wacht een groepje brommertaxichauffeurs op passagiers. Eén van hen is chauffeur Jean Baptiste, en met zijn helm nog op zijn hoofd vertelt hij dat het geen probleem vindt als er asielzoekers uit het VK naar Rwanda zouden komen. Blijkbaar hebben de Engelsen andere plannen met hun maatschappij, zegt hij. „Als er veel mensen naar hun land komen, verstoort dat misschien hun eigen plannen. Zeker als het om illegale migranten gaat, begrijp ik het wel.”
Maar dat Rwanda onveilig zou zijn, dat is onzin, zegt Baptiste. „We zijn vrij om te gaan en te staan waar we willen. Volgens mij is het hier veiliger dan in sommige Europese landen.” Baptiste is 32 jaar en hij houdt aan zijn werk gemiddeld 3.000 Rwandese frank per dag over, omgerekend ongeveer 2,20 euro. Daar zijn dan de kosten voor benzine en de afbetalingen voor zijn brommer al van af. „En op een dag heb ik die brommer afbetaald.”
Ongeveer 40 procent van de Rwandezen verdient vergelijkbare bedragen als Jean Baptiste of nog iets minder, volgens gegevens van de Internationale Arbeidsorganisatie ILO. Ondanks de economische ontwikkeling van afgelopen jaren blijft Rwanda een lagelonenland en ligt het percentage inwoners dat in armoede leeft er hoger dan gemiddeld in Afrika ten zuiden van de Sahara. Voorzichtig brengen critici dit ook in tegen de overheidsplannen om asielzoekers te laten overkomen. „Wij leveren nog een strijd voor infrastructuur, elektriciteit, water. Voor scholen en ziekenhuizen. We moeten hier opnieuw over nadenken”, zei Jean Claude Ntezimana, lid van een kleine oppositiepartij, tegen nieuwszender CNN.
Een meerderheid van de Rwandezen werkt in de informele economie, dus zonder officieel contract of als kleine zelfstandige. Ze verkopen hoopjes zelf geteelde groenten of fruit op de markt. Tomaten, wortels of uien. Anderen krijgen een kleine premie voor de verkoop van mobiele data, ze zitten op straat onder een gele parasol van telecombedrijf MTN of een rode van Airtel. Zulk soort werk zou voor asielzoekers die de lokale taal niet goed spreken lastig te doen zijn.
Niemand blijft
Op anderhalf uur rijden van Kigali, in Gashora, ligt een opvangcentrum voor asielzoekers van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Met borden vol friet, linzensalade en schijven watermeloen lopen ze de gaarkeuken uit, de lunch is net geserveerd. De asielzoekers hier komen uit Libië, waar ze in mensonterende omstandigheden leefden nadat ze hun thuislanden Somalië, Soedan of Eritrea hadden ontvlucht vanwege het geweld en conflict daar. Er wonen nu ruim zeshonderd asielzoekers.
Dit centrum, met bungalows voor gezinnen en een laag flatgebouw voor alleenstaande asielzoekers, komt het dichtste in de buurt van een toekomst zoals asielzoekers uit het VK die in Rwanda zouden hebben. Ze krijgen drie keer per dag eten, mogen werken als ze willen en kunnen taallessen volgen.
Tegelijk zijn er grote verschillen met de Britse Rwandadeal. Deze vluchtelingen zijn vrijwillig vanuit Libië overgekomen. Ze krijgen de keuze om hier te blijven en asiel aan te vragen, of door te reizen naar een ander land via het hervestigingsprogramma van de UNHCR. Dan komen ze in westerse landen terecht als Canada, Noorwegen, Frankrijk of Nederlan. Al mogen ze het land niet zelf kiezen, hun asiel daar is gegarandeerd. Sinds het kamp is opgericht in 2019 heeft nog nooit iemand ervoor gekozen om in Rwanda te blijven. Gemiddeld blijven ze hier zes tot negen maanden, terwijl voor de asielzoekers uit het VK de bedoeling is dat ze hun leven in Rwanda gaan opbouwen.
Abdifatah Ahmed vluchtte uit Somalië en woont hier met zijn vrouw, een kindje van twee en een tweeling van bijna één jaar. Hij vindt de opvang in Rwanda „heel erg fijn” en vooral een enorme verbetering ten opzichte van Libië. „Daar durfde ik na zessen de straat niet meer op, hier kun je ’s nachts om twaalf uur nog naar buiten als je wilt. Als me gevraagd zou worden om hier te blijven, zou ik dat geen probleem vinden”, zegt Ahmed. Toch vertrekt ook hij binnenkort, het wordt België. Hij volgt alvast Franse les.
Dromen van Europa
Buiten het asielzoekerscentrum, aan een stoffige straat met een paar cafés en een markt zit Patrick Ruhumuriza met drie vrienden te kletsen. Hij studeert in het noorden van Rwanda, in Musanze, maar hij heeft nu vakantie. Zijn ouders wonen hier in de buurt en hij heeft goed contact met de mensen in het opvangcentrum. „Ik help ze als ze een geit of kip willen kopen voor als iemand een afscheidsfeest wil geven voor hij naar Europa vertrekt.”
De asielzoekers uit het VK zijn hier welkom, zegt hij, want Rwandezen nemen anderen zoals ze zijn. „Door de genocide zijn we extra alert op veiligheid en op het voorkomen van eventuele verdeeldheid in de samenleving.” Tegelijk begrijpt Ruhumuriza heel goed waarom uiteindelijk geen asielzoeker in het centrum van de UNHCR ervoor kiest om te blijven. „Elke Afrikaan wil naar Europa of naar de Verenigde Staten, het is een soort ziekte.” Zelf droomt hij er ook van, geeft hij toe. „De mogelijkheden om te studeren, om geld te verdienen, daar levenservaring op te doen… Het liefst zou ik naar Europa gaan, daar zijn ze minder racistisch dan in de VS.”
Het Rwandese regime houdt zich intussen op de vlakte over de Britse binnenlandse problemen rond de deal. In november reageerde een woordvoerder alleen kort op het vonnis dat Rwanda onveilig is – een „teleurstellende” conclusie „die niet klopt”, zei ze. Als bewijs daarvoor verwees ze naar de opvang van de UNHCR-vluchtelingen in Gashora.
Opnieuw rechtszaken
Gaat komende week het Hogerhuis inderdaad akkoord met Sunaks wetsvoorstel, dan zou het nog vier tot zes weken duren voor de eerste vlucht kan vertrekken, zeggen hoge ambtenaren tegen Britse media. Al is nog onbekend welke luchtvaartmaatschappij de deportatievluchten zou gaan uitvoeren. Luchtvaartmaatschappij Rwandair (helemaal in handen van de staat) heeft een aanbod van de Britse regering volgens de Financial Times geweigerd.
Lees ook
Tegenslag voor Sunak bij pogingen zijn omstreden asielplan te redden: Hogerhuis wil uitstel
Hoewel de nieuwe wet expliciet rechtszaken over dit onderwerp verbiedt – wetgevingstechnisch nogal ongebruikelijk – zullen vluchtelingenorganisaties toch asielzoekers gaan helpen om juridische stappen te ondernemen. Ze zullen de wet testen, zowel bij de binnenlandse rechter als bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Al heeft premier Sunak gewaarschuwd dat hij „geen buitenlandse rechter” een vlucht zou laten tegenhouden.
Volgens de Britse regering is het aantal migranten dat het VK naar Rwanda kan uitzetten onbeperkt, maar de faciliteiten in Kigali zijn dat niet. Het Hope Hostel in Kigali – „Kom als gast, vertrek als vriend”, staat op een groot spandoek bij de ingang – heeft vijftig kamers, met elk twee bedden. Andere hotels in de stad zijn gevraagd om stand-by te staan voor als er meer vluchtelingen zouden overkomen, maar precieze voorspellingen over aantallen ontbreken. Zou Rwanda duizenden extra inwoners aan kunnen? Natuurlijk, zegt student Patrick Ruhumuriza. „Het zou alleen maar goed zijn voor onze economie, want al die mensen hebben ook spullen nodig. Al die rechtszaken zijn zonde van de tijd. Rwanda ís veilig.”