‘Russische spionagewalvis’ niet met opzet gedood, blijkt uit Noors onderzoek

Er zijn geen aanwijzingen dat de beloega die begin september dood werd aangetroffen voor de zuidwestkust van Noorwegen, is neergeschoten. Dat heeft de Noorse politie bekendgemaakt, meldden lokale media maandag. Eerder beschuldigden twee ngo’s autoriteiten ervan de walvisachtige te hebben doodgeschoten omdat hij door Moskou zou worden gebruikt voor spionagepraktijken. Volgens de politie heeft een houten stok in de bek van het dier geleid tot zijn dood.

Noorse vissers ontdekten de walvissoort in 2019 en zagen hoe het dier een tuigje van Russische makelij droeg waar, zo bleek later, een GoPro-camera aan vastzat. Dat voedde speculaties dat het dier mogelijk als spion voor het Kremlin opereert. Het leverde de beloega de naam ‘Hvaldimir’ op, een samenstelling van het Noorse woord voor walvis (hval) en de voornaam van de Russische president Poetin. 

Stok van 35 centimeter

Omdat deze specifieke walvissoort zestig jaar oud kan worden en Hvaldimirs leeftijd werd geschat op vijftien jaar, besloten de autoriteiten om via een autopsie de doodsoorzaak te achterhalen. Uit forensisch onderzoek blijkt nu dat „menselijke activiteit” − ondanks de claims van dierenrechtenorganisaties dat ze „meerdere kogelwonden” in het lijk hadden gezien −  niet direct tot zijn dood heeft geleid. De walvis zou zijn gestorven nadat een stok van 35 centimeter lang en drie centimeter breed in zijn bek was blijven steken. Zijn maag was leeg, de meeste organen werkten niet meer.

Volgens de politie had Hvaldimir wel enkele „oppervlakkige verwondingen” opgelopen, maar is er „geen bewijs dat Hvaldimir was neergeschoten”.  Daarom heeft de politie besloten het onderzoek, waarvan het volledige rapport over twee weken verschijnt, definitief te sluiten.