Robert Pattinson komt uit de 3D-printer in Bong Joon-Ho’s langverwachte sciencefictionfilm ‘Mickey 17’

‘Geschiedenis herhaalt zichzelf steeds”, stelt de Zuid-Koreaanse filmmaker en scenarist Bong Joon-Ho (1959) tegen ons groepje journalisten op het filmfestival van Berlijn. Het is volgens hem de reden dat zijn nieuwe sciencefictionfilm Mickey 17 soms zo akelig actueel voelt. En sinds zijn première afgelopen maand zelfs elke dag profetischer lijkt te worden.

In de film geeft schlemiel Mickey (Robert Pattinson) zich op voor een buitenaardse kolonisatie-missie, omdat hij op aarde achternagezeten wordt door een sadistische schuldeiser die hem wil laten bewerken met een kettingzaag. Hij gaat in de ruimte klusjes uitvoeren met zeer hoge sneuvelkans. Omdat Mickey’s data zijn opgeslagen in een futuristische 3D-printer, wordt elke keer dat hij sterft simpelweg een nieuwe versie van hem geprint.

Het verhaal voelt vooral actueel door de vele parallellen tussen de dictatoriale politicus die de kolonisatiemissie leidt, Kenneth Marshall, en Donald Trump. Mark Ruffalo speelt Marshall met Trumpiaanse mimiek, spierwitte tanden en gebronsd gezicht. Zijn volgers dragen rode petjes, er scheert een kogel langs zijn wang bij een moordaanslag en hij is meer geïnteresseerd in hoe hij overkomt op camera dan in nadenken over zijn beleid. Met mogelijk desastreuze gevolgen voor de schattig-enge wezentjes op de planeet die hij wil koloniseren.

De opnames van Mickey 17 werden al afgerond in 2022, de post-productie in 2023. „De release van de film werd vervolgens uitgesteld wegens de stakingen in Hollywood en distributieproblemen”, vertelt Bong. „Maar er gebeurde zo veel in de tussentijd. Een groot deel van de satire in de film zit samengebald in het personage van Ruffalo. Hij is een samensmelting van alle slechte leiders uit de geschiedenis, in talloze landen. Ik wilde tonen wat er in het verleden is gebeurd, wat resulteerde in dat ik iets maakte over het heden en mogelijk over wat er aan zit te komen.”

De vraag of de Amerikaanse president echt geen inspiratiebron was voor Ruffalo’s personage, ontwijkt Bong vakkundig. Lachend: „Ik wil niemand tegenhouden om die associatie te maken, maar eerlijk: ik deelde als referentie met Mark een foto van een grappige Koreaanse politicus uit het verleden. En zelf kwam Mark ook met Amerikaanse politici die niet meer actief zijn als voorbeeld.”

Zuid-Koreaanse Spielberg

Los van de link met de actualiteit was Mickey 17 al een van de films waarnaar het meest werd uitgekeken dit jaar. Bong schreef in 2020 Oscargeschiedenis door met zijn klasse-satire Parasite (2019) als eerste niet-Engelstalige film het beeldje voor beste film binnen te slepen. Maar ‘de Zuid-Koreaanse Spielberg’ had daarvoor al talloze kassuccessen die ook door critici werden omarmd, zowel in zijn geboorteland als internationaal. In zo goed als al zijn films vermengt de als socioloog opgeleide Bong genrefilmconventies met sociaal commentaar en zwarte humor. Soms op meer subtiele wijze, zoals in Parasite. Soms liggen de metaforen en maatschappijkritiek er dikker bovenop, zoals in zijn Engelstalige dystopie Snowpiercer (2014), waarin tijdens een nieuwe ijstijd de klassenstrijd plaatsvindt in een trein. Of in Okja, over een gigantisch genetisch gemanipuleerde supervarken en de gruwelijkheden van de vleesindustrie.

Mickey 17 maakt deel uit van die minder-subtiele Bongfilms. Zo zijn er expliciete statements over kolonisatie. De planeet die de expeditie wil ‘bevolken’, wordt al lang bewoond: door wezens waarvan Marshall en de zijnen de intelligentie onderschatten. Maar ook over het behandelen van testdieren: verschillende versies van Mickey sneuvelen bij vaccinexperimenten. Bong noemt de korte sequentie hierover belangrijk. „Het toont echt de essentie van zijn werk. Als je nadenkt over wat robots en machines niet kunnen vervangen, kom je uit bij deze gevaarlijke biologische experimenten. Het publiek herkent het ook, omdat we zo recent de pandemie hadden.”


Lees ook

‘Mickey 17’: Een absolute must see én een ongemakkelijke zit (●●●●)

‘Mickey 17’: Een absolute  must see  én  een ongemakkelijke zit

Het door Bong Joon-Ho geschreven scenario is gebaseerd op de roman Mickey7 van Edward Ashton, al paste de regisseur het verhaal aan: hij laat zijn hoofdpersoon bijvoorbeeld vaker sneuvelen en herprinten dan in het boek. In Berlijn vertelt Bong dat Marshalls expeditie in zijn film ook is geïnspireerd door een gigantische religieuze sekte die vroeger in Korea bestond en die „eveneens een zakelijke onderneming was die bijvoorbeeld drankjes verkocht”. „Ik las hierover en vroeg me af hoe het er zou uitzien als dit soort religieuze/zakelijke instanties buitenaardse kolonisatieprojecten gaat doen.” Maar de film probeert geen diepte-analyse te maken van dit soort systemen, benadrukt de regisseur. Zijn focus ligt op „een individu, een arme, aardige knul die erin vastzit”.

Al bij het schrijven wist de regisseur dat deze aardige ‘loser’ Mickey 17 én zijn meer zelfverzekerde dubbelganger Mickey 18, die ontstaat door een printfoutje, moesten worden gespeeld door Pattinson. „Ik schrijf altijd met acteurs in gedachten. Toen ik klaar was met het bewerken van de roman, had ik mijn zinnen al gezet op Rob. In het alledaagse leven, als hij niet zijn best doet om een stoer personage te spelen, heeft hij iets heel schattigs en zots. Hij ziet er uit alsof hij aardiger is dan goed voor hem is. Perfect voor Mickey 17. Ik raakte overtuigd dat hij ook Mickey 18 aankon, een complete gek, door zijn spel in The Lighthouse”.

Militaire dictatuur

Bong maakte deel uit van een generatie filmmakers die zorgden voor een renaissance van Zuid-Koreaanse films vanaf de late jaren negentig. In de late jaren tachtig en vroege jaren negentig kwam er een einde aan drie decennia militaire dictatuur in Zuid-Korea, na een intense strijd voor meer democratie. Bong: „Ik groeide deels op onder de militaire dictatuur, tijdens mijn middelbare schooljaren en nog een paar jaar op de universiteit. Iedere dag zag ik gevechten en demonstraties.” Tegelijkertijd vond er volgens de regisseur een soort popculturele explosie plaats en doken er in hoofdstad Seoul overal arthouse bioscopen op. Er ontstonden ook clubjes waar studenten samen filmklassiekers bestudeerden. Bong, een sociologiestudent die altijd al regisseur had willen worden, maakte deel uit van zo’n groepje. Op Netflix staat een amusante docu over het clubje, Yellow Door: ’90s Lo-fi Film Club, waarin ook de eerste ‘monsterfilm’ te zien is die Bong maakte samen met enkele leden.

Hoe staat het er cultureel gezien voor in het huidige Zuid-Korea, afgelopen jaar weer vaak in het nieuws? Bong: „Het jaar dat Zuid-Korea een Nobelprijs wint, pleegt de president een staatsgreep. Dat is surreëel. Gelukkig komen we daar nu weer bovenop via gerechtelijke procedures.” De huidige Koreaanse cultuur noemt Bong „dynamisch en eng” tegelijkertijd. „Waar andere landen doorheen moeten in een paar eeuwen, gaat Korea doorheen in tien of twintig jaar. Elke week gebeurt er te veel om op te noemen. Als je het positief omschrijft, zou je het dynamische van de Koreaanse cultuur inspirerend kunnen noemen, maar de realiteit is dat het vooral moeilijk en heel vermoeiend voelt.” Lachend: „Vooral voor iemand als ik, die tegenwoordig van middelbare leeftijd is.”

Hoe ziet de regisseur de toekomst? Gelooft hij, zoals sommigen in zijn film, dat de toekomst van de mens zich buiten de aarde bevindt? „Alle geld dat wordt gespendeerd aan de verkenning van de ruimte kan volgens mij beter geïnvesteerd worden in het herstellen van de aarde. Ik zou het liefst films blijven maken op aarde. Ik wil best even op locatie gaan filmen op Mars, maar ook terug kunnen komen op aarde.”