Nee, Eric de Vroedt, artistiek leider van het Nationale Theater, zag niet meteen een theaterstuk voor zich bij het lezen van de vier romans van de Britse auteur Ali Smith: Herfst, Winter, Lente, Zomer. „Ik las ze in de zomers dat ze uitkwamen, vanaf 2016. In vakanties, wanneer je tijd hebt voor dat soort ingewikkeld proza. Ik bewonderde het bouwwerk, het over alles tegelijk willen hebben.”
Dat alles tegelijk was wel de trigger om met de boeken aan de slag te willen, want dat wil De Vroedt ook graag: theater over alles tegelijk, alle grote onderwerpen van deze tijd.
En dus gaat komend weekend, na een seizoen dat hij helemaal inrichtte op het maken van deze productie, de zeven uur durende theatermarathon De seizoenen in première op het Holland Festival. Een voorstelling gebaseerd op die schitterende boeken van Smith, met hun talloze personages en losjes aan elkaar verknoopte verhalen. Waarom toch? En hoe?
In zijn kantoortje in het pand van Het Nationale Theater, naast de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, begint de 53-jarige theatermaker aan een antwoord, bij het begin: „In mijn megalomanie bedacht ik vijf jaar geleden dat ik in 2025, dat toen klonk als een magisch jaar, een voorstelling over alles zou maken. Ik wilde een Toren van Babel bouwen in het theater.”
Zelfspot is De Vroedt niet vreemd, maar met die ‘megalomanie’ refereert hij in eerste instantie aan eerdere marathonprojecten, zoals het legendarische The Nation in 2017, De eeuw van mijn moeder in 2021 en de Leedvermaak-trilogie in 2023. Hij denkt graag in het groot. Zijn Mightysociety-project, waarmee hij zijn naam vestigde, was een reeks van tien voorstellingen in bijna tien jaar tijd (2004-2012). In 2016 werd hij in Den Haag artistiek leider naast Theu Boermans en toen die vertrok in 2018 werd hij artistiek directeur: als het aan hem lag zou „het hele bedrijf, alle acteurs en alle regisseurs” aan die Toren meewerken.
Hij vertelt: „In brainstormsessies werd het plan een steeds veelkoppiger monster. Dan denk je: jezus, hoe kunnen we hier ooit toneel van maken? Dan moest klimaatverandering er opeens in, weer duizend invalshoeken. Ali Smith was een van de inspiratiebronnen, tot ik dacht: waarom doen we die boeken zelf niet? Daar staat alles al in.”
Ik dacht: oké, ik regisseer nu 25 jaar, ga ik de komende 20 jaar zo door? Het was een artistieke midlifecrisis
Maar waarom zou iemand een voorstelling over ‘alles’ tegelijk willen maken? „Omdat ik vijf jaar geleden dacht: we hebben zo’n megabedrijf, en zoveel talent, zoals destijds regisseurs Eline Arbo, Erik Whien en Noël Fischer, terwijl ik steeds in mijn eentje marathonvoorstellingen maak. Laten we dat talent bundelen.”
Maar, belangrijker, voegt hij er in zijn typerende, jachtige spreekstijl aan toe, is de vraag waarom Smith over alles tegelijk schrijft. „Om dezelfde reden dat ik The Nation maakte: in de werkelijkheid komt het ook allemaal tegelijk op je af. Al die lagen wilde ik tonen. Dat zag ik bij Smith: én vluchtelingenproblematiek én populisme én klimaatcrisis én Brexit. Dat is de drang die ik als maker heb: wat we op het toneel zetten, moet de gekte waarin we leven reflecteren. De gekte én de schoonheid.”
Met ‘alles’ kun je ook een bruine brij krijgen. Hoe blijf je gefocust?
„Als je de boeken verspreid over jaren leest, kun je de onderlinge verbanden misschien over het hoofd zien. Maar die zijn er wel degelijk. Op het toneel, in de vier delen achter elkaar, zie je ze duidelijk voorbijkomen.”
Bewerkers die gevraagd waren een toneeltekst te maken op basis van de romans, gaven de opdracht terug, omdat de opgave te complex was.
„Ze zeiden: prachtig, maar niet voor toneel. Ze waarschuwden ons: doe het niet. Als je de boeken eer wil aandoen, kan het inderdaad niet. Maar ik dacht: ik haal brutaal alleen eruit wat ik mooi vind. Gewoon aanstrepen: wat raakt me, wat doet me niks. Spelenderwijs. Wat de vraag opbracht: vindt Ali Smith dit goed?”
En?
„Haar agent liet weten dat ze vereerd met ons plan was, maar er over wilde praten. Afgaand op de foto leek het me een strenge vrouw, serieus, ik had allerlei vooroordelen. Maar ze bleek warm en open. En doordat ze zo levendig en fantasievol sprak, begreep ik haar ook beter. Ze is iemand die spelenderwijs materiaal creëert, niet intellectualistisch of vanuit een doorwrochte structuur. Dat gaf me het vertrouwen ook zo vrij de bewerking te doen. Ze zei: ‘Eric, ik snap niet hoe je het wil doen, maar ik ben benieuwd.’ Ze gaf me carte blanche.”
Heb je gezegd hoe rigoureus je haar boeken wilde bewerken?
„Nee, ik zei eufemistisch dat er veel zou moeten sneuvelen. Maar ze heeft zelf toneel geschreven, dus ze weet wat theater is, en hoe het werkt.”
Wat is de lijn geworden die je aansprak?
„Ali Smith wilde oorspronkelijk sensitieve, poëtische boeken schrijven over de seizoenen, de blaadjes, de bomen, en over haar herinneringen. Maar toen ze begon met schrijven, in 2014-2015, raakte haar land in de meest hysterische fase van de laatste decennia: de Brexit-discussie en alle shit die volgde. Ze dacht: waar ben ik mee bezig, de wereld stort in, dat moet ik gebruiken. Maar haar oorspronkelijke idee zit nog in de boeken: de cyclus van de natuur als tegenwicht voor de actualiteit. Dat ontroert en raakt me.”
Wat zeggen die romans ten tijde van de Brexit over Nederland in 2025?
„Veel. De Brexit staat symbool voor een complottheorie die politiek wordt. Het idee was dat de EU regels oplegde aan het Verenigd Koninkrijk waar het land aan ten onder ging. En dat het zonder de EU veel rijker zou worden. In die onwaarheid leven we hier nu ook. De duizenden nareizigers, de tsunami aan migranten: niet aan de hand, complottheorie. Wat in het VK gebeurde, is wereldwijd verspreid.
„Smith beschrijft een kapotte wereld, waar de politieke discussie gepolariseerd is, waar een surveillancesamenleving wordt opgetuigd, waar de vluchteling wordt opgesloten, dan wel met angst en argwaan wordt bekeken. Impliciet is haar vraag: hoe kun je menselijk blijven, en hoe hou je jezelf mentaal gezond? En haar antwoord is: door open te staan voor de onverwachte ontmoeting. In al die boeken vinden ontmoetingen plaats tussen mensen uit totaal verschillende bubbels. Die praten met elkaar en veranderen daarmee elkaars leven, soms een beetje, soms heel erg.”
Hoe kan een toevallige ontmoeting dat doen?
„Wat een grote rol speelt, is dat veel personages uit het buitenland komen. De een is een Joodse migrant uit de jaren dertig, de ander een meisje uit Kroatië of een kersverse vluchteling. Het zijn buitenstaanders, die mensen die vastgeroest zitten in beweging brengen.
„Om die ontmoeting, dat openstaan, gaat het voor mij. Kunnen veranderen, durven veranderen, is het antwoord op de verrotte wereld van nu, met dat frame van links tegen rechts en met steeds dezelfde discussies.
„Ik herken het uit mijn eigen leven. Ik heb cruciale ontmoetingen en gesprekken gehad die mijn leven een bepaalde richting hebben opgedreven. Zoals ooit met een docent bij wie ik een toneelcursus had gedaan. Na een etentje – ik waste af, hij droogde – vroeg hij wat ik later wilde worden. Ik zei: ‘Politicus: met idealen de wereld veranderen’. Hij vroeg wat ik met politiek had. Ik was een groot fan van Joop den Uyl, zei ik: hoe hij een zaal stil kreeg en kon opzwepen. Hij zei: dat is toneel. Politiek is draagvlak vinden, compromissen sluiten, vergaderen. Het was geen toevallige ontmoeting, maar hij voerde het gesprek dat mijn ouders eigenlijk met me hadden moeten voeren. Het bracht me bij wie ik wilde zijn.”

Eric de Vroedt (rechts) met acteurs van het Nationale Theater.

Scènefoto van ‘De seizoenen’.
Midlifecrisis
Over durven veranderen gesproken: wie De Vroedt als regisseur wilde zijn veranderde het afgelopen jaar, vertelt hij. In 2018 volgde ik hem maandenlang tijdens repetities. De kop van de reportage, ‘Ze worden wel eens gek van me’, was een opmerking waarmee hij erkende te beseffen hoe intens zijn manier van regisseren voor zijn acteurs was: veel pratend, veel onderbrekend, veel voordoend, totale controle. Hij zegt: „Mensen lezen dat stuk nog steeds ter voorbereiding op werken met mij, zoals nu weer gastacteur Nur Dabagh. En dan is er altijd de grap, omdat dit voorkwam in het artikel: ‘Je mag zelfs niet gaan plassen tijdens het repeteren.’ Maar vorig jaar raakte ik met die werkwijze op een eindpunt, tijdens het maken van Brown Sugar Baby. Dat stuk ging over de jazzbands van mijn opa en dat wilde ik zó perfect brengen, dat ik bijna al het leven eruit had gezogen. Ik wist zó precies wat ik wilde, dat het voor mijzelf voorspelbaar werd. Ik dacht: oké, ik regisseer nu 25 jaar, ga ik de komende 20 jaar zo door? Het was een artistieke midlifecrisis.” En in één adem door: „O, dat wordt zeker de kop straks?”
Waaruit maar weer eens blijkt dat die controledwang nog niet helemaal is gesleten. Hij koos dit seizoen wel een andere aanpak.
„De wens om te veranderen kwam ook van de acteurs. Omdat ik mijn acteurs goed ken, kunnen we snel werken. Maar dat ging ten koste van hun spontaniteit en eigenaarschap. Ik laat acteurs ter inspiratie de eerste week van de repetities acht documentaires zien en maak een reader met artikelen. Maar dat was niet hun manier van geïnspireerd raken.”
Wat was hun manier?
„Op hun verzoek gingen we wandelen in het bos, naar het museum. En na zo’n eerste week zijn we elk van de vier delen meteen met een doorloop begonnen, met het script in de hand. Heel anders dan wat jij destijds zag, waarbij ik op de vierkante centimeter werkte.
„Op een gegeven moment vroegen ze alsnog of ik een scène kon indelen. Ik ging aftasten waar ze structuur nodig hadden. En toen merkte ik: waar ik soms weken aan werk kunnen ze, als ze het zelf doen, binnen drie dagen.
„Ook bij de montage, waarbij licht en decor normaal gesproken minutieus zijn voorbereid, werkte ik intuïtief en liet ik impulsen toe, om maar tot beelden te komen die ik niet vooraf zou hebben bedacht. En dat werd heel mooi, met dank aan scenograaf Julian Maiwald.”
Het klinkt als de werkwijze van een collectief.
„Het was open en vrij. Met elkaar. Maar we merken, nu we nog maar enkele weken hebben, dat we toch ook precies moeten zijn. Maar de basis is anders, omdat de acteurs zich eigenaar voelen van het materiaal. Ze weten waar het vandaan komt. Mijn oude methode kan ik alsnog inzetten, en dan is de controlfreak er weer, en dat mag ook van de acteurs, maar die staat naast een nieuw ontdekte wereld. Ik kan schakelen tussen die rollen.”
Actrice Mariana Aparicio zei vanmiddag dat ze de Eric terugzag met wie ze vijftien jaar geleden bij Mightysociety werkte. Alsof je jezelf hebt teruggevonden.
„Maar toen was het onkunde. Ik moest me nog ontwikkelen als regisseur en dus liet ik de regie soms open. Dat was fijn voor acteurs: een regisseur die het even niet weet. Want dan kunnen zij hun gang gaan. Nu weet ik het, tussen aanhalingstekens, ‘heel goed’, maar kan ik die openheid bewust opzoeken en toelaten.”
Nog een vraag over de complexiteit van de romans van Smith. De surrealistische wendingen die ze toepast: hoe breng je die op het toneel?
„Het makkelijke antwoord is: Shakespeare. Smith baseert zich op Shakespeare. En in zijn werk barst het van de rare, magische momenten: geesten, heksen, betoveringen. Omdat het zo sprookjesachtig is, kan publiek daar goed in mee, zeker als je dat openlijk doet, met lichtheid en ironie.”
Hoe openlijk doe je dat?
„De acteurs spelen dat ze spelen. Samen fantaseren ze dit verhaal, als het ware. ‘Stel je voor dat jij een man bent, een filmregisseur, dat je op een perron staat. Stel je voor dat ik een meisje ben dat jou kan betoveren.’ Zo komt het stuk tot stand. Eigenlijk is het de basis van toneel: elkaar een verhaal vertellen.”
