N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Christian Petzold, regisseur Christian Petzold – al sinds zijn debuut een lieveling van critici – won in februari zijn tweede Zilveren Beer voor regie op de Berlinale met ‘Roter Himmel’, een zwoele zomerfilm in de dreigende gloed van bosbranden. Over liefde en tijdverspilling met een vleugje noodlot.
Christian Petzold start het gesprek over Roter Himmel, op het filmfestival van Berlijn in februari, met de opmerking dat hij vandaag wat „koortsig en buiten westen” is. Ligt het aan de Covid die rondgaat op het festival, aan een te heftig premièrefeest de avond daarvoor of is het simpelweg de zeer associatieve geest van de Duitse regieveteraan? De antwoorden van Petzold schieten in ieder geval alle kanten op en verzanden geregeld in ludieke beschrijvingen van filmscènes die meestal weinig te maken hebben met de gestelde vraag. Zo volgt op een opmerking over zijn voorkeur voor „slimme acteurs” een beschrijving van Fellini’s Casanova waarin de hoofdpersoon dankzij intellect en wat eieren een sekswedstrijd wint tegen een zeer potente boerenknul.
Petzold is al sinds zijn debuut een lieveling van critici. Hij won in 2012 de Zilveren Beer voor Beste Regie op het Filmfestival van Berlijn, voor Barbara, over de paranoia van een arts in de DDR van de jaren tachtig. In zijn latere films vermengde hij politiek met sprookjesachtige elementen. Zijn veelgeprezen Undine (2020) gaat over een waternimf in het hedendaagse Berlijn en over „het betoveren van een wereld die door het kapitalisme werd onttoverd”.
Ook in Roter Himmel, waarvoor Petzolds zijn tweede Zilveren Beer voor Regie won, zitten sprookjesachtige, maar tegelijkertijd duistere beelden. Bosbranden kleuren de hemel rood rondom het vakantiehuisje waar de jonge, arrogante schrijver Leon (Thomas Schubert) samen met een vriend verblijft. In het huisje blijkt ook de jonge Nadja (Paula Beer) te logeren. Overdag verkoopt zij ijsjes, de nachten vult ze met luidruchtige seks met strandwacht Devid. De sfeer tussen de twintigers in het huisje is zwoel en speels. Alleen Thomas is zo ingenomen met zichzelf en het herschrijven van zijn tweede novelle, Club Sandwich, dat hij niet doorheeft wat er rondom hem gaande is.
Roter Himmel voelt, ondanks de dreiging op de achtergrond, lichter dan Petzolds eerdere films. „Misschien is het omdat ik de zestig voorbij ben”, grapt Petzold. Maar mogelijk komt het ook doordat hij tijdens de Covid-periode veel Franse zomerfilms zag, vertelt hij. „Het werk van Guilllaume Brac, over het vinden van liefde aan de kust tot oude Éric Rohmer-films. Ik bedacht me hoe rijk zomerfilms kunnen zijn, waarin het niet gaat over jongeren die een beroep moeten vinden of geld verdienen, maar juist over het verspillen van tijd, over verliefd worden, over kwetsen of gekwetst worden.”
Dit soort lichte, elegante films bestaan amper in Duitsland, zegt Petzold. „In Duitse films gaan jonge mensen in de zomer naar hun ouders om te vertellen dat ze homoseksueel zijn. Of vertellen ouders in de zomer dat ze gaan scheiden en belandt hun 31-jarige zoon vervolgens in een depressie.” Volgens Petzold maakten Duitsers ooit wél films waarin je de zomer en het genot van vrije tijd voelt, als People on Sunday (1930). Maar het fascisme maakt het genre kapot en joeg de makers ervan in ballingschap. Samen met hen vertrok de zomer uit de Duitse bioscopen.
Blokhuthorror
Petzold blijkt nog een andere inspiratiebron voor Roter Himmel te hebben, wanneer hij plots een ode begint aan de gruwelijke rape revenge film I Spit on Your Grave uit 1978. Hij is een groot liefhebber van Amerikaanse „cabin in the woods”-horror. „Waar Fransen in films het strand nodig hebben om loyaliteit, solidariteit en liefde tussen jonge personages te laten ontstaan, hebben Amerikanen daar een blokhut en horror voor nodig.” Althans bij de paar personages die overblijven aan het einde van zulke slachtfilms, lacht de Duitser. De anderen eindigen in wat hij plastisch omschrijft als „goulash”. Hij wijst op de autopech die Leon en Felix krijgen op weg naar het vakantiehuisje en hun besluit om een shortcut door het bos te nemen. „Je voelt als kijker dat deze twee jongens I Spit On Your Grave hebben gezien. Deel één én de beroerde vervolgfilm.”
De horror in het bos is in Roter Himmel van een heel andere aard. Petzolds film kun je lezen als metafoor voor hoe velen omgaan met de klimaatcrisis. Personages én kijkers weten dat de bosbranden er zijn, maar laten zich gemakkelijk verleiden er niet aan te denken. Tot het te laat is. Hoewel het onderwerp hem interesseert, was het niet Petzolds bedoeling om een eco-thriller te maken. Wel was de regisseur zelf overdonderd door de gevolgen van de bosbranden die hij zag in de buurt van Silifke in Turkije. „Ik heb daar voor het eerst ervaren hoe echte doodse stilte klinkt, er is niets, geen insecten, geen vogels, alleen verbrand woud, zo ver als je kunt kijken.” Hij wijst erop dat de eerste brandsirene die je in Roter Himmel hoort niet geënsceneerd is, maar echt weerklonk in de bossen waar ze filmden.
Bij zomerfilms horen ook vaak beelden van schaars geklede, vaak jonge vrouwelijke lichamen waar toeschouwers zich aan kunnen verlekkeren. Het enige naakt in Roter Himmel is eerder grappig dan wellustig: Devid die ’s nachts poedelnaakt door de tuin snelt, terwijl Thomas hem chagrijnig nakijkt wegens het verstoren van zijn nachtrust. De film speelt juist met de beelden die mannen projecteren op vrouwen, legt Petzold uit. In Roter Himmel vormt Leon al snel een beeld van Nadja. „Maar zij is totaal niet geïnteresseerd in de negentiende-eeuwse ideeën van deze man. En ze geeft hem ook geen kans om de clichés die hij in zijn hoofd heeft, op haar te projecteren. Ze is de enige in de film die echt werkt, ze kookt, maakt schoon, maar ondertussen leeft ze ook, rijdt ze rond op haar fiets, heeft seks en amuseert zich.”
Lees hier de recensie van ‘Roter Himmel’
Petzold vertelt over een discussie met hun setfotograaf. „Toen we een scène filmden waarin Nadja zich met blote voeten op bed gooit om Thomas’ script te lezen, sprong hij plots op om Paula te fotograferen. Ik vroeg: waarom doe je dat? Dit beeld is toch totaal niet representatief voor de film? Hij antwoordde: ‘Maar ze ziet er zo mooi uit’. Toen besefte ik dat we een film maakten die inging tegen types als deze setfotograaf. We hebben er alles aan gedaan om van Nadja geen playmate voor intellectuelen te maken.”
Thomas is een kunstenaar die worstelt met een opvolger van zijn succesvolle debuut. Was dat herkenbaar voor Petzold zelf? Tijdens het schrijven zag hij zelf niet dat het verhaal autobiografische elementen bevatte, maar tijdens het filmen vroegen de acteurs hem waar de titel van Leons novelle vandaan komt, Club Sandwich. „Ik antwoordde dat ik dat niet wist. Toen ze me later vroegen over welke van mijn films ik het minst tevreden was, noemde ik Cuba Libre, mijn tweede film. Zij zagen meteen een parallel.
„Ik vertelde hen dat ik na mijn debuutfilm overal uitgenodigd en gelauwerd werd en ik deze positie niet wilde verliezen. Toen ik dus budget, een 35 mm-camera en een fantastische cast kreeg om een opvolger te maken, begon ik een film te maken met geweldige auto’s en halfnaakte vrouwen aan de Belgische kust. Tijdens het draaien praatte ik over de filmgeschiedenis. Na 48 uur zei mijn huidige vrouw, toen mijn regie-assistent, dat ik niet aan het regisseren was, maar een regisseur aan het spelen was. Ze had gelijk en ik stortte helemaal in.” Petzold besloot het script om te gooien. „Het bleek een redding, maar geen hele goede.” Club Sandwich lijkt zelfs dat lot niet beschoren.