N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Openbaar vervoer Vanwege inflatie en loonstijgingen dreigt het regionale openbaar vervoer opnieuw flink duurder te worden. Reizigersvereniging Rover vindt dat „heel gek”.
De prijzen voor kaartjes in het regionale openbaar vervoer stijgen per 1 januari mogelijk met 11,3 procent. Dat bevestigt Dova, een koepel van ov-autoriteiten, dinsdag na berichtgeving door RTL Nieuws. Dit jaar gingen de ticketprijzen al met 7 procent omhoog.
Het gaat om een prognose van de zogeheten Landelijke Tarieven Index (LTI), het percentage waarmee vervoerders hun prijzen maximaal mogen laten stijgen. Dova berekent de LTI aan de hand van drie factoren: de lonen, de energieprijzen en de algemene inflatie in Nederland. De energieprijzen dalen, dus het zou kunnen dat het definitieve percentage in het najaar iets lager uitvalt, maar Dova-directeur Jan van Selm denkt dat het hoe dan ook rond de 10 procent zal blijven.
„Dit is heel gek”, reageert een woordvoerder van reizigersvereniging Rover. „Want je gaat als reiziger meer betalen voor minder service. Met deze prijsstijging zouden de kaartjes in twee jaar bijna 20 procent duurder worden. Terwijl de dienstverlening net zo hard krimpt.” Van Selm schrijft op de site van Dova dat de regionale vervoerders in 2019 bij elkaar nog 17 miljoen uren reden, en dat dat komende jaren kan dalen tot 13 miljoen.
Financiële problemen
Niet alleen de lonen van de ov-bedrijven, maar alle lonen in Nederland tellen volgens Van Selm mee om de prijsstijgingen van de regionale kaartjes te berekenen. Dat terwijl de vervoerders na meerdere stakingen een loonsverhoging van 15 procent in de loop van 27 maanden hebben afgesproken. Het is dus mogelijk dat de loonkosten harder stijgen dan de bedragen die vervoerders met kaartjes ophalen. „Het kan zijn dat hier financiële vraagstukken uit voortkomen”, zegt Van Selm.
„Ik verwijt de vervoerders niets”, zegt de Rover-woordvoerder, die vindt dat de overheid meer in openbaar vervoer moet investeren. „Als bijvoorbeeld de btw op openbaar vervoer naar 0 procent gaat, heb je deze verhoging alweer bijna weggewerkt.”
Hoe bewijs je het bestaan van onmeetbare deeltjes? „Door niet de deeltjes zelf te detecteren, maar hun invloed op grotere systemen, in dit geval: zwarte gaten”, zegt Giovanni Maria Tomaselli (27). Afgelopen maand promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam. Tomaselli’s onderzoeksveld ligt aan de grens van de bekende natuurkunde. „Het ‘standaardmodel’ van de natuurkunde is niet compleet, verschillende theorieën wijzen op het bestaan van nog niet bewezen deeltjes.” De interactie hiervan met de deeltjes waaruit wij bestaan, zegt hij, is zo zwak dat we ze moeilijk kunnen detecteren.
Over het mogelijke bestaan van een van die deeltjes, het axion, ging Tomaselli’s onderzoek. Deze deeltjes vallen buiten het standaardmodel en bevatten nauwelijks massa. Hij beschrijft hoe het bestaan van axionen te bewijzen is aan de hand van hun meetbare invloed op zwarte gaten, volgens Tomaselli de „meest krankzinnige hemellichamen die je kan hebben”.
Als kind verslond Tomaselli al natuurkunde-encyclopedieën en had hij een voorliefde voor wiskunde. „Om natuurkunde te studeren moet je een wiskundeknobbel hebben”, vertelt hij. „Fascinatie is niet genoeg. Natuurkundige onderwerpen zijn voor veel mensen interessant, maar de meesten zijn niet bereid om in de wiskunde te duiken.”
Lees ook
Zelfs in het licht van de sterren is niemand onbeduidend
Het gedrag van zwarte gaten
Tomaselli groeide op in het Zuid-Italiaanse Benevento en studeerde aan de Scuola Normale Superiore in Pisa. Hoewel hij zich in Italië „erg thuis voelt”, koos hij voor een PhD in Amsterdam na een discussie met een Amsterdamse professor. Onderwerp: zwarte gaten. Voor deze „crazy” hemellichamen heeft Tomaselli een speciale interesse. Maar wat zijn zwarte gaten eigenlijk?
„Hemellichamen zoals de zon en de aarde bestaan uit een bepaalde dichtheid van massa. Hoe hoger de dichtheid, hoe groter de zwaartekracht. Zonder weerstand van andere krachten, zoals de kernfusie in de zon, zouden deze massa’s samengedrukt worden tot hun kleinst mogelijke vorm: dat is een zwart gat.” Zwarte gaten hoeven dus niet zo groot als planeten te zijn, zoals te zien in sciencefictionfilms als Interstellar. Ze kunnen ook de grootte van een stad hebben. Tomaselli: „Wanneer massa condenseert tot een zwart gat, vervormt dit de ruimte-tijd zodanig dat er binnen deze diameter niets uit ontsnapt, zelfs licht niet. In de kern hiervan gelden de bekende natuurwetten niet, alles gedraagt zich anders, dit wordt een singulariteit genoemd.”
Maar buiten die kern gedragen zwarte gaten zich wél volgens de bekende natuurkunde en hun effect is daardoor voorspelbaar. Tomaselli gebruikt dit om het bestaan van het axion te voorspellen. „Als dit deeltje bestaat”, verklaart hij, „dan heeft het een voorspelbare invloed op het gedrag van zwarte gaten, en dit gedrag is wél meetbaar.”
Hij keek naar de invloed die axionen moeten hebben op binaire zwarte gaten, ofwel twee zwarte gaten die als een soort yin-yangsymbool om elkaar heen draaien. Uiteindelijk resulteert deze spiraal in een botsing van de twee. Daarbij ontstaan zwaartekrachtsgolven die op aarde zijn te detecteren. „We weten dat áls axionen bestaan, deze een invloed uitoefenen op de wijze waarop twee zwarte gaten om elkaar heen roteren. Mijn onderzoek werkt het scenario uit waarin zwaartekrachtsgolven gevormd worden mét een interactie van axionen. Dit scenario wijkt af van de situatie zonder axionen. Als de observaties overeenkomen met het axionen-scenario, dan bewijst dit het bestaan van axionen.”
Als axionen bestaan, legt hij uit, zouden deze als een wolk rondom zwarte gaten moeten voorkomen, een zogeheten boson-wolk. Bosonen vormen de categorie deeltjes waar het axion binnen zou vallen. Typisch voor sommige bosonen is dat ze krachten faciliteren of dragen. Zo dragen fotonen licht en houden gluonen atomen bij elkaar middels de zogenoemde ‘sterke kernkracht’, maar zo simpel als dit is het niet, zegt Tomaselli. „Het axion-boson is bijvoorbeeld bij geen enkele kracht betrokken. Wat bosonen precies zijn is lastig uit te leggen.” Wel weet hij dat het axion betrokken is bij zwarte gaten: „Zwarte gaten staan erom bekend dat ze alles opslokken wat te dichtbij komt, maar dit is niet helemaal waar. Ze produceren ook deeltjes, en we denken dat axionen hier ook bij horen. Daarom vormen boson-wolken van axionen zich vanzelf rondom een zwart gat.”
Een liefde voor lesgeven
Uit Tomaselli’s uitleg blijkt dat hij ook een groeiende liefde heeft voor lesgeven. „Ik onderzoek graag het onbekende, aan de grens van de bekende wetenschap, maar ik hou evengoed van discussiëren en het communiceren van de bekende wetenschap.”
Dit enthousiasme blijkt uit de manier waarop hij uitlegt. Hij vertelt over allerlei bizar klinkende concepten die een rol spelen in zijn onderzoek, zoals ‘gravitationele atomen’ en ‘superradiatie’. Voor de leek klinken deze fenomenen even wonderlijk als ondoorgrondelijk, totdat Tomaselli het uitlegt.
Met zijn nieuwe positie aan het Institute for Advanced Study in de VS kan hij volop wetenschap bedrijven. Onder andere Albert Einstein deed hier jarenlang onderzoek. Dit maakt het een inspirerende plek, zegt Tomaselli. „Ik wil hier andere onderwerpen verkennen dan in Amsterdam, dat ik dit op deze plek mag doen is enorm motiverend.”
Het is afwachten wat metingen aan zwaartekrachtgolven in de toekomst laten zien over axionen. Tot die tijd blijft Tomaselli’s proefschrift een robuust theoretisch werk.
Feyenoord heeft al jaren problemen met de eigen harde kern. Mishandeling, antisemitisme en homofobe uitspraken zorgen ervoor dat hooligans regelmatig met politie en justitie in aanraking komen. Redacteur Bram Endedijk ontdekte dat Feyenoord deze hooligans niet altijd bestraft, maar vaak juist actief de samenwerking opzoekt.
Satire helpt niet. Het is leuk om te bekijken of te lezen, maar het effect is nihil. Denk aan de acteur Alec Baldwin die in het satirische tv-programma Saturday Night Live zulke ‘dodelijke’ imitaties van Trump deed, maar die in de jaren daarna zelf nog meer in opspraak kwam dan Trump.
In zijn sketches zette hij Trump neer als een lachwekkende imbeciel. „See you in court!”, snauwde zijn namaak-Trump woedend naar het lachende publiek nadat Biden Trump had verslagen. Trump kwam inderdaad in de rechtszaal terecht, maar Baldwin zelf nog meer – nadat hij per ongeluk een cameravrouw op de filmset had doodgeschoten. Trump werd uiteindelijk toch weer president en lachte het laatst.
Zo zat ik een poosje geleden instemmend te kijken naar Arjen Lubach die in zijn satirische tv-programma de vloer aanveegde („En nou is het afgelopen!”) met de chiropractie, een omstreden alternatieve geneeswijze voor vooral stoornissen in de wervelkolom. Lubach had zijn betoog gelardeerd met beelden van gruwelijke kraaksessies bij de behandeling van argeloze patiënten.
Later reageerde een kijker met de volgende tekst op dit programmaonderdeel: „Eind 2022 ben ik in het ziekenhuis behandeld als gevolg van een dergelijke beweging. Ik heb drie aders gescheurd en als gevolg daarvan een herseninfarct gekregen.”
In de beste tradities van zijn programma bediende Lubach zijn publiek met feitelijke voorbeelden. Maar zou het wat geholpen hebben? In mijn omgeving loop ik nog dagelijks langs vermoedelijk bloeiende chiropractiepraktijken. „Baat het niet, schaadt het niet”, zullen de patiënten denken. Maar schaden kan het juist wel, en niet zo’n klein beetje, waarschuwen steeds allerlei medische experts.
Deze week kwam de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) in het geweer tegen de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar is de chiropractor Sidney Rubinstein benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de VU op een leerstoel, die voor de helft wordt gefinancierd door de NCA, de belangenvereniging van zo’n 500 in Nederland werkzame chiropractoren. Rubinstein heeft zelf sinds 1993 een chiropraktijk in Soest, zijn behandelwijze is „gebaseerd op de wetenschap”, schrijft hij zelf op de website van zijn praktijk. Het bestuur van de VtdK wijst er in een brief aan de VU op dat chiropractie een alternatieve geneeswijze is en er geen wetenschappelijk bewijs is voor positieve klinische behandelresultaten.
De VtdK confronteert de VU ook met een citaat van Rubinstein uit 2013 waarin hij zelf toegeeft dat chiropractie „ook niet beter schijnt te zijn dan andere aanbevolen therapieën”. De VtdK schrijft aan de VU: „Gemeenschapsgeld kan beter worden besteed dan nu worden weggegooid aan onderzoek naar een alternatieve behandelwijze waarvan we weten dat het zinloos is, nota bene door een onderzoeker die zelf heeft aangetoond dat er geen meerwaarde is van behandeling door een chiropractor.”
Satire helpt niet, maar onderbouwde wetenschappelijke kritiek wel? Welnee. Cees Renckens, de strijdbare nu ex-voorzitter van de VtdK, pleitte al jaren geleden voor een beroepsverbod voor deze ‘krakers’. „Chiropractie is een dwaalleer, ooit bedacht door de Amerikaanse kruidenier en magnetiseur Palmer”, schreef hij.
Van chiropractie tot Trump – de mens wil graag belazerd worden.