Regeringspartijen mijden confrontatie in Radio 1-debat

Verkiezingsdebat Hoewel er zeker onenigheid binnen de coalitiepartijen is, maakten VVD, D66, CDA en ChristenUnie het elkaar in het Radio 1-debat niet moeilijk.

Partijleiders nemen het tegen elkaar op in het Radio 1 verkiezingsdebat.
Partijleiders nemen het tegen elkaar op in het Radio 1 verkiezingsdebat.

Foto Ramon van Flymen/ANP

Wat kun je in een verkiezingsdebat van nog geen kwartier – met ook nog eens vier of vijf deelnemers? Niet veel, bleek deze vrijdag in het NOS Radiodebat, met fractievoorzitters van vijftien partijen die vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer. Over minder dan twee weken zijn de verkiezingen voor de Provinciale Statenverkiezingen, maar het debat in perscentrum Nieuwspoort ging daar zo goed als niet over. Binnen twee uur tijd debatteerden de fractieleiders over zes thema’s, waaronder stikstof en boeren, wonen, migratie en vertrouwen in de politiek. Verder dan het uitwisselen van bekende standpunten kwam het niet.

In het blokje over stikstof deed fractievoorzitter Jan Paternotte van D66 een poging om coalitiepartner CDA vast te pinnen aan de afspraak in het regeerakkoord om in 2030 een halvering van de stikstofuitstoot te bereiken. „Bent u goed voor uw handtekening”, wilde hij van Pieter Heerma weten. „Het is zo jammer dat het CDA hier onduidelijkheid over laat bestaan.”

Zowel partijleider Wopke Hoekstra als provinciale lijsttrekkers van het CDA hebben eerder laten weten de deadline van 2030 niet als ‘heilig’ te beschouwen. D66 vindt wel dat dat nodig is om de natuur te beschermen en waar nodig te laten herstellen. Heerma gaf pas na aandringen antwoord. Hij verwees naar het laatste advies van bemiddelaar Johan Remkes, waarin de deadline van 2030 vooralsnog wel wordt aangehouden maar er in 2025 en 2028 wordt bezien of die in alle provincies nog wel haalbaar is. „Als die ijkmomenten goed in de wet komen en dat 2030 daarmee niet heilig is, dan is het een wet die wij kunnen steunen.”


Halen de verkiezingen de stikstofplannen van Rutte-IV overhoop? Luister naar de NRC-podcast Vandaag over de verkiezingen.

Daarmee kwam bij dit debat het enige gevoelige punt van onenigheid binnen de coalitiepartijen voorbij. Voor het overige lieten VVD, D66, CDA en ChristenUnie elkaar met rust – of ze waren door de NOS niet tegenover elkaar aan tafel gezet.

Dat was vorige week bij WNL op Zondag wel anders. Bij dat televisiedebat tussen zes lijsttrekkers voor de Eerste Kamerverkiezingen stemden de vertegenwoordigers van drie regeringspartijen bij liefst vijf van de zes stellingen verschillend. Niet alleen over stikstof, maar ook over wonen, over veiligheid, over belastingen en over koopkracht. De ChristenUnie deed niet aan dat debat mee.

Historisch verlies

Dat de coalitiepartijen de verschillen opzoeken is niet verbazingwekkend. Na regeringsdeelname met de VVD in het kabinet-Rutte II leed de PvdA in de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 een historisch verlies: van 38 naar negen zetels. Dat had, bleek later uit kiezersonderzoek, niet zozeer te maken met het kabinetsbeleid. Kiezers vonden de PvdA te flets – de partij had weinig gewerkt aan een eigen profiel binnen het kabinet en was niet meer herkenbaar. De huidige coalitiepartijen willen die fout voorkomen.

GroenLinks-leider Jesse Klaver probeerde in het debat van vrijdag nadrukkelijk om de door hem en de PvdA zo gewenste politieke tweestrijd met de VVD nieuw leven in te blazen. Ook bij de VVD hopen ze vurig op zo’n strijd. Vorige maand richtten Mark Rutte en senaatskandidaat Edith Schippers van de VVD in een interview in De Telegraaf alle pijlen op de twee samenwerkende linkse partijen, die straks in de Eerste Kamer één fractie gaan vormen. Alle betrokkenen hebben er belang bij dat het écht tot een tweestrijd komt, in de hoop dat kiezers die voornemens waren op andere linkse of rechtse partijen te stemmen zich richten op de grootste kanshebbers.

In een debat over ‘de portemonnee’ richtte Klaver zich op VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans. Toen het over armoede ging die volgens hem in het afgelopen decennium is opgelopen. „Ik vind dat u zich dat mag aantrekken, mevrouw Hermans, de VVD is al dertien jaar aan de macht.” Aanvankelijk reageerde Hermans daar lauwtjes op. Zij benoemde juist dat ze het op een ander punt „helemaal eens” was met „meneer Klaver” – meer aandacht voor middeninkomens die ook moeite hebben met de hoge inflatie. Pas in de laatste minuut leek ze zich de tweestrijd te herinneren: „Met de voorstellen die u doet raakt u hele gewone Nederlanders en het spaargeld op hun spaarrekening.” Dit NOS-debat zal niet herinnerd worden als het moment dat de politieke tweestrijd écht was losgebarsten.