Bij de landelijke verkiezingen in Portugal is de centrumrechtse Aliança Democrática (AD) opnieuw de grootste partij geworden. De partij van premier Luís Montenegro behaalde bijna 33 procent van de stemmen en groeide daarmee iets ten opzichte van de vorige verkiezingen in maart 2024, toen zij zo’n 30 procent behaalde.
De sociaaldemocratische Partido Socialista (PS) van Pedro Nuno Santos werd bij de verkiezingen tweede met zo’n 23,5 procent van de stemmen. De partij levert daarmee zo’n 6 procentpunt in ten opzichte van haar laatste resultaat.
De radicaal-rechtse partij Chega steeg ondertussen van 18 naar bijna 23 procent. Een flinke stijging, want in 2022 haalde de partij nog maar 7,38 procent van de stemmen.
‘Gebroken met het oude politieke model’
Hoewel de stemmen nog niet allemaal geteld zijn, grijpt de radicaal-rechtse partij Chega de Portugese parlementsverkiezingen al aan om te verkondigen dat het tijdperk van de traditionele tweepartijenpolitiek voorbij is.
„Of we nu als tweede of derde eindigen, het is duidelijk dat het systeem wankelt,” aldus Chega-parlementslid Pedro Pinto. „Chega heeft definitief gebroken met het oude politieke model en is hét alternatief voor de toekomst van Portugal.”
De opkomst van Chega is opvallend. De extreemrechtse partij is erin geslaagd om het idee dat Portugal immuun zou zijn voor extreemrechtse politiek – vanwege zijn autoritaire verleden – onderuit te halen. De partij heeft haar groei deels te danken aan onvrede onder de bevolking over de gevestigde politieke partijen. De aanhoudende woningcrisis, lage lonen en druk op de gezondheidszorg en het onderwijs zorgen voor groeiende frustratie.
Chega-leider André Ventura speelt handig in op dat sentiment. In het land hingen er grote verkiezingsbanners met teksten zoals ‘Zij hebben vijftig jaar lang de kans gehad. Geef ons a.u.b. nu een kans’ en ‘Portugal precisa de uma limpeza‘ – Portugal heeft een schoonmaakbeurt nodig – uithalend naar de gevestigde orde.
Onwel geworden
De campagne kende ook onrustige momenten. Ventura werd twee keer onwel tijdens publieke optredens – vermoedelijk door uitputting en stress. In beide gevallen moest hij zijn toespraak onderbreken en werd hij door medisch personeel geholpen. Zijn team bagatelliseerde de incidenten, maar ze riepen bij velen vragen op over de fysieke tol van de campagne op de partijleider. Maar daar lijkt hij niet voor te worden afgestraft door de kiezer.
Toch lijkt de kans dat Chega mee mag regeren klein. De leider van de centrumrechtse coalitie AD, Luís Montenegro, heeft meermaals uitgesloten met Chega samen te werken. Volgens hem is de partij niet betrouwbaar, inconsistent in haar standpunten en niet geschikt om verantwoordelijkheid te dragen in een regering. Ook de kleinere liberale partij Iniciativa Liberal, die mogelijk een paar zetels aan Montenegro’s kant zou kunnen toevoegen, weigert elke samenwerking met Chega.
Daarnaast is Chega de afgelopen maanden zelf negatief in het nieuws gekomen. Meerdere partijleden zijn betrokken geraakt bij schandalen, waaronder diefstal, rijden onder invloed en zelfs beschuldigingen van seksueel misbruik van een minderjarige. Toch blijft Ventura onverminderd vasthouden aan zijn harde retoriek. In zijn laatste speeches voor de verkiezingen zei hij dat Chega “de enige ware oppositiepartij is” en “de toekomst van Portugal vertegenwoordigt”.
Ondanks alle controverses is duidelijk dat Chega zich stevig heeft genesteld in het Portugese politieke landschap.
Elf ontvoerde brulaapbaby’s, telkens opnieuw weggekaapt door vijf jonge mannelijke kapucijnapen. Benauwd klemmen die brulaapbaby’s zich vast aan de rug of buik van die mannetjes, soms wel negen dagen lang, tot ze van honger en ontbering sterven – te jong om zonder moedermelk te overleven.
Dat drama zag de Nederlandse promovendus Zoë Goldborough (Max Planck Instituut voor Diergedrag, in Konstanz) voor zich ontvouwen toen ze foto’s en video’s ging analyseren van 86 wildcamera’s die in de jungle staan van het Panamese eiland Jicarón. Het onbewoonde eiland is beroemd om het unieke werktuiggebruik van de lokale kapucijnapengroep, die er van alles kraken met grote stenen: noten, slakken, landkrabben, heremietkreeften, enzovoorts. „Maar dit type innovatief gedrag hadden we niet verwacht”, vertelt Goldsborough per videoverbinding vanuit het Zuid-Duitse Konstanz. Het onderzoeksverslag dat Goldsborough en haar collega’s uit onder meer Duitsland, Panama en Colombia schreven over deze ‘ontvoering van een andere diersoort’ is deze week gepubliceerd door Current Biology.
Soms hoorde je zelfs de brulapen vlakbij tevergeefs om hun jong roepen
Het begint op het eiland met één jong mannetje en na een half jaar verspreidt de ontvoeringsmode zich naar vier andere jonge mannetjes. De baby’s proberen soms te ontsnappen maar worden dan weer teruggepakt. Goldsborough: „Soms hoorde je zelfs de brulapen vlakbij tevergeefs om hun jong roepen.”
Brulapen zijn drie keer zo groot als kapucijnapen en ook veel sterker. Maar zoals Goldsborough hen beschrijft zijn het ‘een soort koeien in de bomen’. „Ze eten vooral bladeren en met hun langzame vertering zitten ze meestal heel rustig in de boom. Daarom is het niet verrassend dat het kapucijnapen zou lukken om brulaapbaby’s te ontvoeren. Het verbaast me wel dat het zo vaak achter elkaar lukt. Elf baby’s… dat is echt heel veel. Je zou denken dat de brulapen met een soort anti-roofdierreactie op de kapucijnapen zouden gaan reageren.”
Een ontvoerde brulaapbaby zit vastgeklemd aan de borst van een van de ontvoerders. Als tweede komt de initiator van dit gedrag (Joker genoemd) uit de struiken.Video Brendan Barrett/Max Planck Institute of Animal Behavior
Als al die elf lokaal zijn geroofd, zijn het waarschijnlijk álle brulaapbaby’s die daar in de buurt zijn geboren. „Een zware bedreiging dus voor het voorbestaan van die brulaapgroepen.” Helaas is op de cameravallen niet te zien hóe de jonge kapucijners de baby’s roven van de brulaapgroepen, die in kleine familiegroepen leven in de bomen.
‘Joker’, zoals Goldsborough de eerste ontvoerder doopte, vertoonde nog wel enig zorggedrag, maar zijn imitatoren nauwelijks. De baby’s werden niet verwond of opgegeten, maar door de afwezigheid van moedermelk verslechterde hun toestand met de dag, zo kon op de video’s worden gevolgd. Van vier baby’s zagen de onderzoekers dat ze dood gingen, en van de anderen is dat vrijwel zeker. „Eerst dachten we dat het adoptie was, maar dat konden we toch wel vrij snel uitsluiten”, aldus Goldsborough.
De oorzaak voor het uitzonderlijke gedrag zoeken de biologen in de waarschijnlijk grote voedselrijkdom op het eiland waarin bij de intelligente kapucijnapen een traditie van innovatief gedrag kon ontstaan. En misschien nog wel belangrijker: een traditie van imiteren, zonder je af te vragen of dat geïmiteerde gedrag nuttig wel is. Goldsborough: „Die jonge individuen leren al vroeg hoe je noten moet kraken, met een steen op een andere steen met de noot er tussen. Om dat goed te leren zet je best veel stapjes voordat je resultaat hebt. Dat kan alleen maar als je ook geneigd bent gedrag te kopiëren waarvan je het nut niet zo snel begrijpt.” Precies wat mensen bij uitstek doen, aldus Goldsborough.
In dierentuinen waar ook genoeg te eten is en geen gevaar, zien biologen dezelfde ‘creativiteit uit verveling’ ontstaan
Dat soort innovatie én imitatiegedrag ontstaat waarschijnlijk alleen onder bijzondere omstandigheden. Goldsborough: „Het is een eiland met niet veel verschillende dieren en planten. Er is genoeg te eten en geen gevaar van roofdieren. Voor intelligente dieren als de kapucijners is het er, eh, misschien wel een beetje saai ja. Er is veel tijd om dingen uit te vinden. Dit soort ‘verveling’ kan leiden tot nuttige innovatie, zoals notenkraken, maar dus ook tot dit soort bizarre tradities. Net als bij mensen, eigenlijk.”
In dierentuinen waar ook genoeg te eten is en geen gevaar, zien biologen dezelfde ‘creativiteit uit verveling’ ontstaan. „Het wordt zelfs het captivity effect genoemd. Orang-oetans gebruiken bijvoorbeeld in het wild eigenlijk geen gereedschap, maar in dierentuinen zijn ze ontzettend innovatief. Roofdierdruk en voedselgebrek kan je zien als een demper op innovatie.”
Een van de brulaapbaby’s op de rug van Joker, de jonge kapucijnaap die begon met dit gedrag. Foto Brendan Barrett/Max Planck Institute of Animal Behavior
De vraag is ook hoe deze jonge kapucijnapen ermee begónnen. Goldsborough ziet een verschil tussen de uitvinder van het gedrag en de andere vier jonge mannetjes. „Joker ging nog vrij voorzichtig om met de baby’s, van hem kan ik me best voorstellen dat hij een zorgmotivatie had. Al hebben we hem of de anderen nooit met de baby’s zien spelen, of de baby zien vlooien, dus echt positief gedrag was het niet. De anderen waren in ieder geval veel ruwer. Die gingen bijvoorbeeld met een baby op de rug noten kraken, waarbij die baby er soms afviel. En als een baby probeerde melk te drinken, reageerden de dragers geïrriteerd. Zij leken de baby als een soort accessoire te beschouwen, die vooral moest blijven hangen.”
Statussymbool waren de meegenomen baby’s niet, andere kapucijners keken er niet naar om en de dragers kregen er geen extra aandacht mee. Er was ook geen onderlinge competitie in wie de baby mocht dragen. Goldsborough: „Misschien vinden ze dit gewoon leuk. Dat is ook een motivatie! We kunnen het gedrag dus alleen verklaren als imitatie, als een modeverschijnsel.” Bij andere intelligente zoogdieren zijn vergelijkbare ‘nutteloze modes’ gezien: chimpansees die grassprietjes in hun oor gingen dragen en orka’s die voor de lol met zalmen op hun hoofd gingen rondzwemmen.
Het is vrijwel de perfecte uitvoering van hoe coach Francesco Farioli met Ajax wil spelen. Eind maart, uit bij PSV, controleert Ajax het topduel in lange fases. Tegen de ploeg met onmiskenbaar de meeste aanvallende klasse, geeft het weinig weg. Ajax wint met 2-0 en slaat een gat van negen punten met nog zeven speelrondes te gaan. De titelstrijd lijkt beslist. Bij de spelerstunnel feliciteren directeuren Alex Kroes en Marijn Beuker de spelers. Sommigen, onder wie keeper Matheus, worden omhelsd.
Dat hoogtepunt is met terugwerkende kracht ook het begin van het verval. Al snel maakt Farioli zich zorgen. In de euforie valt het nieuws bijna weg, maar de blessure van centrale verdediger Youri Baas is een grote tegenslag voor de Italiaan. Baas is de leider van de defensie, zet spelers op hun plaats, is cruciaal in de opbouw. Daar waar Josip Sutalo, de andere centrale verdediger, weinig communiceert. Dat doelman Remko Pasveer al langer is uitgeschakeld, maakt de problemen groter: ook hij is belangrijk met zijn coaching. Zijn vervanger, de Braziliaan Matheus, spreekt nauwelijks Engels.
Het is niet zijn enige zorg. Naar buiten toe laat Farioli niets merken, maar de samenwerking met technisch directeur Alex Kroes verloopt steeds stroever. Dat komt niet alleen door meningsverschillen over hoe de selectie eruit moet zien, maar gaat ook over de speelwijze en de topsportcultuur op trainingscomplex de Toekomst.
Financiële beperkingen
De eerste barst in het vertrouwen ontstaat al in de zomer. Farioli heeft begrip voor de financiële beperkingen waarmee Kroes te maken heeft en accepteert het vertrek van buitenspelers Steven Bergwijn (verkoop) en Carlos Forbs (verhuur).
Het feit dat de komst van een vervanger (Kamaldeen Sulemana) niet doorgaat omdat Ajax het papierwerk niet op tijd indient, vindt hij moeilijker te verkroppen, bevestigt een vertrouweling van de coach.
Ook in de winter wordt het ontstane gat maar deels en rijkelijk laat opgevangen: Oliver Edvardsen, een vleugelspeler zonder de gewenste diepgang, komt begin februari als tweede linksbuiten achter Mika Godts.
Met het oog op volgend seizoen wil Farioli dat de aflopende contracten van doelman Pasveer en middenvelder Davy Klaassen worden verlengd. Met deze twee ervaren spelers hoopt hij de structuur van de ploeg te kunnen handhaven. Het is echter nog altijd onduidelijk of directeur Kroes hun contracten gaat verlengen – Pasveer zei onlangs dat hij al maanden niks heeft gehoord van de clubleiding.
Ook de speelwijze van Farioli – gericht op defensieve controle en resultaat – zorgt intern voor tweespalt. Farioli is van mening dat hij met de huidige selectie, grotendeels dezelfde ploeg die vorig seizoen een dramatisch seizoen beleefde en als vijfde eindigde in de Eredivisie, niet dominant en aanvallend kan spelen. In de Ajax-top denken ze daar anders over. Danny Blind, ‘voetbaltechnische’ commissaris bij Ajax, toonde zich vorige week als analist bij Ziggo Sport bijzonder kritisch op het vertoonde spel onder Farioli. „Als je sec kijkt naar het hele seizoen, is het wel heel broos geweest.”
In een toelichting op het vertrek van Farioli zei Kroes maandagmiddag dat hij met de Italiaan sprak over de doelstelling voor komend seizoen. De boodschap aan de trainer: „Als we dan 1-0 voorstaan tegen een middenmoter, ga dan niet een spits wisselen voor een middenvelder om het resultaat over de streep te trekken.” Daar was Farioli het volgens Kroes mee eens. „Maar dan moest hij daarvoor wel de spelers hebben, zei hij.” En precies daar zit de aarzeling bij de trainer.
Fors bezuinigen
Bij Farioli bestaan er grote twijfels over de strategie voor komend seizoen. Door de Champions League-kwalificatie, waarmee Ajax zeker is van zo’n 50 miljoen euro aan inkomsten, had hij de hoop dat de club een stap vooruit zou zetten. Maar de realiteit is dat Ajax fors moet bezuinigen.
Kroes maakt Farioli duidelijk dat Ajax maar 40 procent van het geld dat binnenkomt kan herinvesteren. Tegelijkertijd ligt het voor de hand dat dragende krachten als Jordan Henderson, Kenneth Taylor en Jorrel Hato vertrekken. Overbodige spelers die zijn verhuurd, komen juist terug.
Deze boodschap leidt tot frustratie bij Farioli, die vreest dat hij deze zomer wéér moet beginnen met een kwalitatief beperkte selectie, terwijl de verwachtingen door de prestaties van dit seizoen wel zijn gegroeid. „Ik wil verder bouwen, niet vier of vijf stappen terug doen”, zei de coach maandagmiddag in een gesprek met de schrijvende pers. Kroes: „Hij wilde sneller dan ik kon”.
Na de uitwedstrijd woensdag tegen FC Groningen (2-2), waarin Ajax de voorsprong op PSV verspeelt, stuurt Farioli een appje naar Kroes en algemeen directeur Menno Geelen. Hij wil donderdagochtend met ze om tafel. In dat gesprek vertelt hij dat hij ernstig twijfelt of hij door wil bij Ajax.
Kroes probeert hem naar eigen zeggen op andere gedachten te brengen. Maar na de laatste competitiewedstrijd zondag tegen FC Twente (2-0) wordt uit de emotionele reactie van Farioli op spelers en publiek voor iedereen duidelijk dat de coach zijn besluit heeft genomen.
Hij heeft bij Ajax in korte tijd veel veranderd. Toen Farioli elf maanden geleden begon, waren de muren op trainingscomplex de Toekomst „wit” en „zat er weinig leven in”, zei Farioli zondag na de zege op FC Twente. „We vroegen het opnieuw te schilderen en een beetje kleur aan te brengen.”
Obsessief was hij met Ajax bezig, maakte een team van een ploeg die een jaar eerder uit elkaar was gevallen. Hij bracht Ajax terug aan de Nederlandse top, presteerde ver boven verwachting. „Mijn prioriteit was om hier beter weg te gaan dan toen ik aankwam”, zegt hij maandagmiddag. „Ik denk dat dat gelukt is.” Maar na één seizoen laat hij Ajax ook in verwarring achter.
We spreken af tijdens de eerste echte lentedagen van het jaar, in april. Het is alsof er een lampje is aangegaan in Nederland. Ineens valt het op: de lucht is helder, de dagen zijn langer. Op Terschelling tekent de wisseling van de seizoenen zich in alle scherpte af.
Op dit eiland wonen Arjan Berkhuysen en Anemoon Elzinga met hun dochter Lente. Op 28 februari 2021 werd hun zestienjarige zoon Mees aangereden toen hij in het donker van de haven naar huis fietste. Hij overleed later in het ziekenhuis. Zijn ouders vertelden in de weken na –zijn dood aan NRChoe gedragen ze zich voelden door Terschelling en de bewoners. Ze merkten „dat er na zijn dood bijzondere dingen zijn gebeurd op het eiland, die volgens ons raken aan een universeel thema: liefde en verbinding”.
Tijdens het eerste gesprek, in april 2021, lagen de hamburgers die ze in de week van het ongeluk zouden eten nog in de vriezer. Mees’ laatste vieze was zat nog in de machine.
Nu zitten we weer aan de keukentafel in hun huis vlak achter het duingebied. Hoe is het met Anemoon Elzinga (53) en Arjan Berkhuysen (55), vier jaar na het ongeluk? We spreken af omdat uit hun verdriet inmiddels een bijzonder project is voortgekomen. Op het eiland hebben ze een rouwpad uitgestippeld: de Walk of Grief. Een pelgrimstocht van 75 kilometer, verdeeld over vijf etappes.
In de bijbehorende wandelgids worden routes en bezienswaardigheden beschreven, en de teksten gaan ook over de natuur en de raakvlakken met rouw en verlies. De fragmenten geven de wandelaar een denkrichting – zoals de passage over muien. Wie in zo’n sterke zeestroming terechtkomt, moet daar niet tegenin zwemmen. „Dat kost vooral veel energie”, staat in de gids die ze samen met Babet te Winkel schreven. De enige manier om levend uit een mui te komen, is met de stroming meebewegen, en pas afbuigen zodra de kracht afneemt.
De Walk of Grief voert langs de ‘eenzame boom’, een begrip op Terschelling.
Foto Siese Veenstra
Niet lang voordat Mees stierf, werkte hij mee aan een documentaire van zijn nicht over liefde. „Liefde betekent vertrouwen, geluk, je tegelijkertijd gebonden en vrij voelen, en er voor elkaar zijn”, zegt hij daarin. In 2021 vertelden Anemoon en Arjan dat ze naar die woorden willen leven. „Je kunt in de pijn blijven hangen”, zei Anemoon, „maar we voelen ook ontzettend veel liefde, verbinding en saamhorigheid. Dáár willen we onze aandacht op richten.”
Arjan maakt drie cappuccino’s. Vier jaar geleden vertelden ze dat de dood van hun zoon soms dragelijker werd, wanneer ze die konden zien in het grotere perspectief van de natuur.
„De aarde is miljarden jaren oud”, zeiden jullie toen. „Als je zestien mooie jaren hebt gehad, dan is dat misschien ook goed.”
Arjan knikt. „We hadden Mees natuurlijk heel graag veel langer bij ons gehad, maar of iemand nu zestien wordt of honderd, het blijft een speldenprik in de tijd. Mees heeft betekenis gehad, voor ons en zijn omgeving. Dat ben ik geloof ik alleen maar méér gaan voelen.”
Dat bredere perspectief komt terug in de gids, bijvoorbeeld in de bladzijde die het strand beschrijft als een „natuurlijk kerkhof”: „Alle dode schelpdieren, visgraten, stukjes inktvis, zeehonden en glibberige kwallen spoelen hier aan. Ze zijn er gewoon, als vanzelfsprekend onderdeel van het leven.”
Jullie waren meteen vastbesloten iets te doen met de verbondenheid die jullie voelden op het eiland. Aanvankelijk was er het idee voor een monument op de plek van het ongeluk.
„We hebben gedacht over een monument, maar dat voelde toch niet goed”, zegt Anemoon. „Uiteindelijk hebben we er zo’n zesduizend bloembollen geplant, samen met familie, vrienden en eilandbewoners.”
„Het meest helende was het planten zelf”, zegt Arjan. „Met je handen in de aarde wroeten. We hebben alle bloemen van Mees’ uitvaart gecomposteerd in onze tuin en die compost over de nieuwe bollen verspreid.”
„Het is uitgegroeid tot een vrij armetierig veldje”, zegt Anemoon. „Er zijn maar iets van tweehonderd bloemen opgekomen. Ik voelde me een beetje een slechte moeder. Alsof ik er niet goed voor had gezorgd. Maar op een gegeven moment dacht ik: dit is de natuur — daar heb je geen controle over.”
In de jaren na Mees’ dood leerden Arjan en Anemoon het eiland kennen als een troostende plek. Een tijdlang probeerde Arjan dagelijks met oefeningen stil te staan bij de natuur. „In de natuur voel je je onderdeel van een groter geheel.” Hij ging bijvoorbeeld dagelijks vijf minuten lang met aandacht luisteren naar vogelgeluiden. Die methode is Arjan, die eerder directeur was van de Waddenvereniging en nu sociaal ondernemer is, Earthfulness gaan noemen, en samen met onder meer de Radboud Universiteit ontwikkelt hij die verder door. De oefeningen zijn gebaseerd op wetenschappelijke inzichten over hoe verbondenheid tussen mens en natuur versterkt kan worden in het dagelijks leven.
Wandelen helpt hen om verder te leven, schrijven ze in hun gids: „Het verdriet was tijdens het wandelen niet weg, maar we zagen meer en herkenden hoe verlies onderdeel is van alles om ons heen. Het is iets wat we delen met de vogels, de bomen, de pony’s achter ons huis.”
Zijn jullie ook spiritueler geworden? In de gids schrijven jullie over magische momenten.
Anemoon: „Toen Mees net was overleden, beleefden we veel magische momenten. Je huid ligt open en alles komt binnen, zo voelt het. Je ziet overal regenbogen die speciaal voor jou lijken.”
Arjan: „We wilden na Mees zijn dood een keer een kampeerbusje kopen, maar twijfelden nog. We gingen langs bij vrienden die er een hadden. Er kwam ineens een meesje voor hun bus zitten. Op een gegeven moment vloog hij de bus in, ging op de achterbank zitten, keek eens op zijn gemakje rond en vloog daarna weer weg.”
Anemoon: „Toen zei ik: dit gaan we doen.” Bijna iedereen die iemand is verloren, maakt zulke dingen mee, zien Anemoon en Arjan.
Door alle drukte rondom de opening van het pad is er de afgelopen maanden minder ruimte geweest om stil te staan bij Mees. Dat vinden ze soms moeilijk, vertellen ze. Arjan: „Je kunt iemand ook missen door hem niet te missen, zeg maar.”
Veel mensen proberen het missen juist weg te duwen.
Anemoon, die in het cultuur-historisch museum van Terschelling werkt maar voorheen uitvaartondernemer was: „Als je iets onderdrukt, bijvoorbeeld doordat je heel hard werkt, ga je op een hele smalle bandbreedte leven. Dan is er geen ruimte voor verdriet, maar ook niet voor plezier.”
We horen stappen op het tuinpad. Het is Walter. Hij maakt vuurtoren Brandaris schoon en leegt er de brievenbus voor Anemoon en Arjan. Daar doen veel mensen die aan hun rouwtocht beginnen de ‘verlieskaart’ die ze bij hun gids van de Walk of Grief krijgen. Ze schrijven of tekenen erop voor welk verlies ze lopen.
In de Hoornerkooi werden vroeger eenden gevangen. Nu leidt de tocht erlangs. Foto Siese Veenstra
In de papieren tas die Walter op tafel zet, zitten veertig kaarten, de opbrengst van twee weken. We lezen een kaart van een opa en oma die voor hun overleden kleindochter lopen, ze willen stilstaan bij de droefenis die dat in hun gezin bracht. Een ander stel draagt de wandeltocht op aan hun „nooit geboren kinderen”. Er is een kaartje van een familie van zes, die samen op pad gaan omdat ze een kind zijn verloren. Vader en moeder en de kinderen die er nog zijn, opa en oma. „Door stil te staan komen we vooruit”, schrijven ze.
Anemoon glimlacht: „Ik dacht eigenlijk dat mensen één woord zouden opschrijven, maar het zijn vaak hele verhalen.”
Hoe vinden jullie het, dat zoveel mensen hele dagen doorbrengen op een pad dat jullie hebben bedacht?
Arjan denk na. „Ik weet het niet zo goed. Ik voel geen trots of zo. Ik vind het wel heel fijn als ik mensen hoor vertellen dat ze er iets aan hebben gehad.”
Anemoon knikt instemmend. „Eigenlijk doet het eiland het werk, de natuur. Wij bieden handvatten en lichten dingen uit, en de rest doen mensen zelf. Ik hoef er ook niet per se credits voor. Een pad maak je met elkaar.”
Op een tafeltje langs de route kunnen wandelaars een briefje schrijven voor hun opvolgers.
Foto Siese Veenstra
‘Ik zei altijd dat het geen zin had om me er druk over te maken. Maar nu ben ik weer zo boos’
Ben van Laake (74) en Marina van Laake-Ruesen (68) verloren hun kleinzoon Siem, die in 2017 na een jaar ziekte op zesjarige leeftijd overleed. Ze liepen in april de rouwwandeling.
Siems lievelingsplek was het Waalstrandje, een rivierstrandje met grote keien waar hij graag speelde. Het is een plek geworden om hem te herdenken. Op een boom hebben zijn ouders een bordje met zijn naam gehangen.” Bijna altijd als we daar komen, heeft iemand iets voor Siem achtergelaten”, zegt Marina van Laake-Ruesen.
In de jaren na Siems dood ontstonden er in de familie manieren van herdenken: het bordje bij het strand nabij Nijmegen, en de heliumballon met persoonlijke boodschappen die ze elk jaar voor hem oplaten.
Zelf waren ze aanvankelijk vooral bezig met de zorgen die ze hadden over hun kinderen en kleinkinderen, minder met hun eigen verdriet en rouwverwerking. Ze weten allebei veel over de mentale gezondheid, want ze hebben opleidingen tot therapeut gevolgd. „Maar toch liepen we vast”, zegt Van Laake. „We hebben vier kinderen, en het begon tussen ons allemaal te schuren”, vult Van Laake-Ruesen aan. Iedereen rouwde anders. „Ik begon op een gegeven moment te huilen en kon bijna niet meer stoppen”, zegt ze. „Ben rechtte juist zijn rug.”
Toen ze dit voorjaar in een krant lazen over de rouwtocht, besloten ze die te doen. „Voor mij leek de tocht sterk op hoe ik rouw ervaar”, zegt Van Laake-Ruesen. „Soms begon ik met wandelen en ging het heel goed, en een halfuur later kluunde ik door mul zand en viel de zwaarte over me heen. Het was rouw, fysiek gevoeld.” Na de wandeling voelde Van Laake-Ruesen meer acceptatie bij zichzelf. „Dat rouw soms zwaar is en soms minder zwaar – ik kon het beter dragen. Op de boot terug voelde ik me rustiger.”
„Bij mij gebeurde het tegenovergestelde”, zegt Ben van Laake. De stilte van de wandeling bracht hem terug naar de laatste veertien dagen van Siems leven. „Hij heeft toen zo geleden. Dat was ondraaglijk. Het onvermogen iets te kunnen doen. Het besef dat er aan het begin en aan het eind van het leven over je wordt beschikt.” Van Laake had die herinneringen „geparkeerd”. „Ik zei altijd dat het geen zin had om me er druk over te maken. Maar nu ben ik weer zo boos.”
Hij vertelt over een moment met Siem, kort voor het einde. Buiten, op een heuvel. „Hij schoof stilletjes op mijn schoot, zoals altijd, en klopte op mijn rug: ‘Opa, wij zijn toch vrienden?’ ‘Ja’, zei ik. „Sinds de wandeling voel ik heel sterk: in die laatste weken heb ik hem in de steek gelaten. Ik ben bang dat hij gedacht heeft: dit doen vrienden niet.” Een vriend had hem op dat moment beter geholpen, is het gevoel dat bij Van Laake is overgebleven. De wandeling heeft Van Laake doen inzien dat hij hier graag verder bij stil wil staan. „Ik ga praten met iemand.”
‘Na tien jaar bezig zijn met onze kinderwens, kon ik stilstaan bij wie ík ben’
Lieke Breuer (38) en Gerline Zwama (40) verloren in maart 2020 hun dochter Janne, die stil werd geboren. Tijdens Jannes „jaardag” liepen ze het rouwpad.
„Janne heeft rituelen in ons leven gebracht”, vertelt haar moeder Lieke Breuer aan de telefoon. Op haar jaardag, de dag waarop ze ter wereld kwam, halen Breuer en haar vrouw Gerline Zwama herinneringen op. „Ze had een enorme dikke bos haar. Ons punkertje.
„Voor haar kunnen we niet doen wat we voor ons zoontje Olle, die twee is, wel kunnen doen. Maar de rituelen geven houvast. Elk jaar brengen we oranje en roze ballonnen haar grafje, en eten we er zelfgemaakte Janne-koekjes. En met Kerst zetten we daar voor haar een fluorescerend sneeuwpopje en een kerstboompje neer.”
Breuer en Zwama sloten tijdens de tocht ook een intensief fertiliteitstraject af, en dachten terug aan de miskramen die ze kregen. Zwama zou nog een kindje dragen, maar dat is niet gelukt.
„Tijdens het wandelen waren we vijf dagen lang los van de samenleving, zo voelde het. Na tien jaar bezig zijn met onze kinderwens, kon ik stilstaan bij wie ík ben. Ik vond iets van mijn positieve zelf terug, en heb vreugdedansjes gedaan. Voor mijn vrouw begon de tocht anders. Die voelde: nu moet het, waardoor het langer duurde voordat er ruimte voor rouw en het voelen van liefde ontstond.”
Aan het einde van de eerste wandeldag, precies bij de ‘eenzame boom’, het symbool van het pad, zagen Breuer en Zwama een regenboog. „Voor mij is dat een knipoog van onze dochter. Ik zie Janne in alles. Omdat we geen nieuwe herinneringen met haar kunnen maken, zijn dat de dingen die je vastlegt en deelt. Dat is het verhaal dat je anderen kunt vertellen.”
De de ‘eenzame boom’ dat het logo van de Walk of Grief is geworden. Foto Siese Veenstra