Redt Oppenheimer de Oscars?

Dit is het jaar van de publieksfilm. Twee van de vijf best bezochte films van het jaar zijn genomineerd voor de Oscar voor Beste Film: Barbie en Oppenheimer. En die laatste gaat winnen, volgens gokkantoren en experts.

Logisch, ben je geneigd te denken, de films waren hits bij publiek én critici. Maar tegenwoordig is het bijzonder als publieksfilms kans maken op de belangrijkste Oscar. Vooral de afgelopen zes jaar waren de winnaars van Beste Film kleinere films, of arthouse: Greenbook (2018), Parasite (2019), Nomadland (2020), CODA (2021) en Everything, Everywhere, All at Once (2023) – films waarvan de meesten niet in de topdertig van best bezochte films van het jaar stonden. Publieksfavorieten moesten het doen met een technische Oscar: Beste Effecten, Cinematografie.

Kijkcijfers van de ceremonie daalden: van veertig miljoen in 2014, tot achttien in 2023. Hoe is het zo gekomen? En zal ‘Barbenheimer’ de belangrijkste filmprijzen van het jaar redden?

Enkele decennia geleden won de publieksfavoriet regelmatig de Oscar voor Beste Film. Vaak zelfs van de ‘betere film’. Dances with Wolves won van Goodfellas (1990). Forrest Gump won van Pulp Fiction (1994). Titanic won van alles en iedereen (1997). Bijna alle winnaars behoorden tot de tien meest bezochte films. Soms waren ze dé meest bezochte film: Gladiator (2000), of The Lord of the Rings: Return of the King (2003).

Maar al aan het eind van ‘de jaren 0’ was alles anders. De industrie veranderde razendsnel. Commerciële films werden minder artistiek, meer een product. Échte kaskrakers waren nu franchises (Pirates of the Caribbean), animatiefilms (Ice Age), superheldenfilms (Superman Returns). Genres en films die door stemmers van The Academy – vaak zelf filmmaker – niet als échte ‘cinema’ beschouwd werden.

Dat begon te wringen in 2008. The Dark Knight – net als Oppenheimer geregisseerd door Christopher Nolan – was zowel een van de meest gewaardeerde als best bezochte films van het jaar. Maar: een superheldenfilm. Dus werd de film niet eens genomineerd voor Beste Film. Slumdog Millionaire won.

The Academy schoot in actie. En maakte het probleem onbedoeld erger. In 2009 werd de Beste Film-categorie uitgebreid. Van vijf genomineerden naar maximaal tien. Zo zou er voldoende plek zijn voor zowel artistieke als populaire films. Maar het leverde ook een probleem op: met zó veel genomineerden werkte een de-meeste-stemmen-gelden-systeem niet meer. Dan zou een film met een héél klein stem-aandeel, theoretisch 10,1 procent, dé Oscar kunnen winnen.

‘Ranked choice voting’ werd ingevoerd voor de Beste Film-categorie. En hier wordt het ingewikkeld. Het nieuwe stemsysteem werkt zo: elk lid van The Academy stemt door films op volgorde van kwaliteit te sorteren. Dan worden de stemmen geteld. Als er één film bij meer dan 50 procent van de stembiljetten op nummer één staat, wint-ie. Als dat niet zo is, wordt de film met de minste nummer-één-stemmen geëlimineerd. Als de geëlimineerde film bovenaan je biljet stond, wordt jouw nummer twee je nieuwe nummer één. Dit gebeurt net zo lang tot één film met een meerderheid wint.

Onbedoeld creëerde The Academy hiermee echter een systeem dat ‘gewaagde’ keuzes afstraft, en veilige films beloont. Films die iedereen wel waardeert of belangrijk vindt, die bij de meeste mensen op plek twee of drie staan, hebben een grotere kans bovenaan te eindigen, en dus te winnen. Films die het Oscar-publiek verdelen – wat commerciële films bij de Oscars doen – maken minder kans.

Mede daardoor kon The King’s Speech winnen van Inception (2010). En Spotlight van Mad Max: Fury Road (2015).

Green Book

De doodsteek van de publieksfilm kwam met een ander schandaal: #OscarsSoWhite. In 2015 en 2016 werd via die hashtag aandacht gevestigd op hoe weinig mensen van kleur er werden genomineerd voor het beeldje. De verklaring is simpel: mensen stemmen op wat ze herkennen. En 94 procent van de Academy-leden was wit, 86 procent boven de vijftig, en 77 procent man.

Om meer diversiteit te brengen werd het ledenbestand uitgebreid, van 5.000 naar 10.000, met jonge, frisse filmmakers en professionals van diverse afkomsten. Dat had het bedoelde effect: de selectie en winnaars werden steeds ‘inclusiever’.

Maar, voor de blockbuster was het slecht nieuws. De stemmingen voor Beste Film lagen nu nóg verder uit elkaar dan eerst, waardoor de ‘gemiddelde’, veilige film sneller komt bovendrijven. Het werd de Oscar-schande van deze eeuw. Green Book won van Black Panther, The Favourite en A Star is Born.

De problemen zijn niet opgelost. Waarom lijkt dit jaar dan toch anders te worden? Deels is het toeval: zowel Oppenheimer als Barbie slaat een onverwachte brug tussen commercie en kunst.

Maar het is ook een teken dat de industrie weer verandert. Kijkers zijn superheldenmoe. En er is nog geen alternatief. De zege van Oppenheimer zou een belangrijk signaal zijn naar filmstudio’s: het kán weer. Maar ja, moet-ie eerst nog even winnen.