Rechtbank: Simonis & Buunk mocht worden geschorst

Rechtszaak Frank Buunk, directeur van kunsthandel Simonis & Buunk, mocht worden geschorst door de brancheorganisatie van handelaren in oude kunst, oordeelde de rechter.

Frank Buunk in zijn kunsthandel Simonis & Buunk in Ede.
Frank Buunk in zijn kunsthandel Simonis & Buunk in Ede. Foto Dieuwertje Bravenboer

Frank Buunk, directeur van Simonis & Buunk, de grootste kunsthandel van Nederland, mocht worden geschorst door de brancheorganisatie van handelaren in oude kunst, de KVHOK. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd vonnis van de Rechtbank Amsterdam.

Buunk probeerde een voorwaardelijke schorsing van zes maanden wegens belangenverstrengeling ongedaan te maken. Het tuchtcollege oordeelde juni vorig jaar dat Buunk niet alleen het vertrouwen van een van zijn klanten ernstig had geschaad, maar door de publiciteit over de zaak in kwestie ook het vertrouwen van het publiek in de overige 65 leden van de vereniging.

De tuchtzaak ging over een kwestie die uitvoerig in het nieuws kwam. Eerst in het SBS-programma Undercover, en later in NRC. Een kunstliefhebber, de sportjournalist Herbert Dijkstra, ontdekte dat Simonis & Buunk bij een veilingsite had geboden op een kostbaar schilderij van de Groninger Ploeg-schilder Jan Altink. Dat deed Buunk daags nadat Dijkstra via de site van de kunsthandel een taxatieverzoek voor het schilderij had ingediend.

Tweemaal bestraft

Onprofessioneel gedrag, aldus het ‘scheidsgerecht’ van de KVHOK. Het tuchtcollege van de brancheorganisatie voor taxateurs, de Federatie TMV, heeft Buunk voor dezelfde feiten ook al tweemaal bestraft.

De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat het besluit tot schorsen door de KVHOK geldig is genomen. Buunk zegt desgevraagd zich daarbij niet neer te leggen. Hij tekent beroep aan.

In december verloor Buunk ook een andere door hem aangespannen rechtszaak. Ook die kwestie begon met een webformulier op de site van Simonis & Buunk, net als bij Dijkstra. Volgens Buunk werd hem een schilderij van de Nederlandse modernist Jan Sluijters voor 50.000 euro te koop aangeboden, ver onder de marktprijs. De indiener van het formulier meende dat het een taxatieverzoek betrof. Buunk eiste het schilderij te mogen kopen, dan wel een schadevergoeding. De rechter wees Buunks vorderingen af. Ook in die kwestie tekende de kunsthandelaar beroep aan.