Om even over zes is veld vier van Zubieta een wirwar van felgroene shirtjes. Terwijl het laatste daglicht achter de heuvels verdwijnt, schieten bijna volwassen spelers op doel. Even verderop voeren veel kleinere jongens in drie groepjes pass-oefeningen uit, terwijl op de achterlijn keepers om beurten over metalen hekjes duiken. In de ruimte die overblijft doen geblesseerde spelers met een fysiotherapeut voorzichtig sprintjes.
Alfonso Azurza, plaatsvervangend hoofd van de jeugdopleiding van Real Sociedad, kijkt vanaf de zijlijn toe. „Dat is onze jongste groep, de cadetes (onder-13). En dat is de onder-18.” Hij wijst naar de bergwand achter het doel. Daar, op een uit de rotsen gehakt plateau, ligt veld vijf, waar nog twee andere teams trainen. En achter hem, in het complex, krijgen vier andere jeugdteams les. Over een uur ruilen ze met de teams die nu op het veld staan.
Op andere dinsdagen zou het complex uitgestorven zijn, zegt Azurze. Voor Real Sociedad, spelend in de Baskische kuststad San Sebastian, is dat gewoonlijk de vaste rustdag. Maar deze week zijn de schema’s aangepast, omdat donderdag Ajax op bezoek komt voor de Europa League. Daarom staan de velden nu bomvol: alle jeugdteams zijn tegelijk aanwezig, zodat ze de wedstrijd kunnen zien.
De jeugdopleiding van Real Sociedad – „Wij zeggen hier nooit alleen Sociedad” – wordt tot ver in het buitenland geroemd. Het eerste elftal mag in Spanje dan vaak een middenmoter zijn, de opleiding op trainingscomplex Zubieta staat in ranglijsten meestal in de Europese top. Zo is ‘La Real’ bijna elk seizoen weer een van de belangrijkste leveranciers van spelers aan clubs in de vijf grootste Europese competities, becijferde het Internationale Centrum voor Sportstudies (CIES).
Antoine Griezmann
Denk bijvoorbeeld aan de Franse stervoetballer Antoine Griezmann (nu Atlético Madrid), die hier als klein jongetje binnenkwam. Ook de Spaans international Robin le Normand werd op Zubieta gevormd, voor hij afgelopen zomer naar Atlético vertrok, net als Barcelona-verdediger Iñigo Martínez. Zelf profiteert Real Sociedad volop van al dat talent: in het eerste elftal spelen dit seizoen 15 voormalige jeugdspelers, in andere jaren soms nog meer. Van alle Europese clubs leunt alleen Dynamo Kiev nóg sterker op eigen jeugd.
Deze zomer bij het Europees Kampioenschap leunde het Spaanse elftal flink op Real Sociedad, dat vijf spelers leverde, weliswaar niet allemaal uit eigen jeugd. Maar méér dan FC Barcelona, meer dan Real Madrid. Het was een product van Zubieta dat Spanje in de finale tegen Engeland vlak voor tijd naar de titel schoot: Mikel Oyarzabal, op veertienjarige leeftijd bij Real Sociedad begonnen en er nog steeds actief.
De jeugdopleiding op Zubieta, even buiten San Sebastian tegen een heuvel op gebouwd, is niet alleen goed. Ze is in veel opzichten ook ongewoon. Zo haalt Sociedad spelers pas op hun twaalfde naar de club, terwijl veel Spaanse clubs al véél eerder beginnen. Dat komt door een Baskische wet, die voorschrijft dat kinderen tot hun twaalfde hooguit één dag per week voor hun sport mogen trainen. Zodat ze op andere dagen andere sporten kunnen uitproberen.
Die regel is een belemmering maar hij is ook goed, vinden ze bij de club. Het maakt dat kinderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen opgroeien. Maar voor clubs van buiten het Baskenland geldt hij niet, zij kunnen Baskische spelers al veel eerder vastleggen. Real Sociedad moet ouders er dus van overtuigen dat het loont om nog even te wachten, zegt Azurza. Dat hun kinderen nergens beter af zijn dan op Zubieta.
Ze willen geen flamboyante mensen die bekend zijn in het uitgaansleven of van de rode loper, maar serieuze profs, harde werkers
De voormalig conditietrainer van het eerste elftal wijst naar de begeleiders op het veld. „Dat is de eerste trainer, dat de assistent. Daar bij de lijn de keeperstrainer, en daar de videoanalist.” Elk team heeft hier een staf van zes of zeven mensen, ook een fysiotherapeut, een conditietrainer en een psycholoog die tijdens trainingen altijd op het veld aanwezig is. Omdat voetballers zich volgens de club ook geestelijk moeten ontwikkelen op weg naar de top.
Zubieta heeft geen grote opleiding: in totaal zo’n 170 jongens, verdeeld over acht teams. Daarnaast zijn er drie meisjesteams. De grote meerderheid van al die jeugdspelers – de club streeft naar 80 procent – komt uit Gipuzkoa, de kleinste provincie van Spanje, waarvan San Sebastian de hoofdstad is. De rest uit omliggende provincies, en soms uit Zuid-Frankrijk, dik twintig kilometer verderop.
Het is geen grote vijver om uit te vissen, erkent Azurza. Gipuzkoa is zowel qua oppervlakte als aantal inwoners (690.000) kleiner dan bijvoorbeeld Limburg. Maar Real Sociedad kent liever één gebied door en door dan het halve land oppervlakkig, zegt hij. De club heeft nauwe contacten met bijna alle amateurverenigingen in de provincie, en gaat er regelmatig kijken. Om talentjes te vinden, organiseert de jeugdopleiding regelmatig trainingsdagen op Zubieta voor spelertjes jonger dan twaalf.
Heel sterke identiteit
Een voordeel is dat La Real daardoor een heel sterke identiteit heeft. Dat was ook de reden dat de club zelfs bij de profs lange tijd, tot eind jaren tachtig, louter werkte met spelers uit eigen regio, zoals Athletic Club uit het nabijgelegen Bilbao nu nog steeds doet. Alleen als voor een positie geen geschikte kandidaat op Zubieta rondloopt, begeeft Real Sociedad zich op de transfermarkt. „Maar in geval van twijfel geven we eerst een speler uit eigen jeugd de kans.”
Sander Westerveld, zesvoudig Oranje-international, werd begin 2002 naar San Sebastian gehaald, bij gebrek aan goede keepers. Westerveld is een van de drie Nederlanders die ooit voor Real Sociedad speelde, dik twee seizoenen: hij werd er in 2003 op een haar na landskampioen. „Maar in het begin was er best wat kritiek op mijn komst. Ik moest mensen echt wel even overtuigen van mijn kwaliteiten.”
Tegelijk voelde de club in het Baskenland al snel vertrouwd, zegt hij. In de identiteit van de regio herkent hij de mentaliteit bij FC Twente, waar hij zijn voetballoopbaan begon. „Real Sociedad haalt alleen spelers die bij de club passen. Ze willen geen flamboyante mensen die bekend zijn in het uitgaansleven of van de rode loper, maar serieuze profs, harde werkers. Dat is iets waar de Basken sowieso bekend om staan.”
Binding met de kleine provincie is belangrijk, merkte Westerveld al snel. Zo moesten spelers in zijn tijd regelmatig opdraven om zich te laten zien bij „een voetbalvereniging of een volksfeest”, zoals de lokale Tamborrada. „Dan kreeg je een bordje om je nek en twee lepels: ga maar trommelen. Want ook al ben je voetballer, dat maakt je niet belangrijker dan de bakker of slager, vinden ze. Je speelt voor het volk, als Bask voor de Basken.”
Weg omhoog
‘Gorabide’, hangt in grote letters naast de ingang van het gloednieuwe jeugdcomplex op Zubieta. Letterlijk vertaald vanuit het Baskisch: de weg omhoog. Een lijfspreuk die Real Sociedad veel breder opvat dan alleen voetballend, zegt Azurza, die al ruim twintig jaar op het complex werkt. „Ons motto hier is: wij verbeteren geen voetballers, maar we trainen mensen.”
Dat menselijke aspect staat voorop in alles: ouders vertrouwen hun kind toe aan de club en moeten erop kunnen rekenen dat Real Sociedad met die grote verantwoordelijkheid kan omgaan, zo is de overtuiging. Elke speler moet bijvoorbeeld het gevoel hebben dat hij een eerlijke kans heeft gekregen om zichzelf te laten zien. Wie aan de jeugdopleiding begint, speelt er minimaal twee jaar voor er een schifting wordt gemaakt.
We willen niet dat die jongens en meisjes hier gefrustreerd weggaan
Ook krijgen alle spelers een gegarandeerde hoeveelheid speeltijd in wedstrijden: tot hun veertiende minstens de helft van alle minuten dat ze fit zijn, daarna minimaal 30 procent. Dat teams daardoor zelden in hun beste opstelling spelen geeft niet, zegt Azurza. Op Zubieta is de uitslag ondergeschikt aan de ontwikkeling die spelers doormaken.
Natuurlijk is de jeugdopleiding er uiteindelijk om spelers aan het eerste elftal te leveren. En op dat vlak maken de tieners die hier worden toegelaten een „zeer hoge slagingskans”, zegt het plaatsvervangend hoofd opleidingen. Sinds 2002 slaagde 7 procent van alle jeugdspelers erin het eerste elftal te halen, nog eens 4 procent werd prof bij een andere club. Alleen al in de laatste drie jaar maakten 15 jeugdspelers de overstap naar het eerste elftal.
Onderwijs belangrijk
Het betekent tegelijk ook dat een kleine 90 procent van alle jeugdspelers de profs niét haalt. Richting hen heeft Real Sociedad ook een „verplichting”, stelt Azurza. „We willen niet dat die jongens en meisjes hier gefrustreerd weggaan.” Om die reden hecht de club veel waarde aan scholing: onderwijs is in de jeugdopleiding minstens zo belangrijk als voetbal, benadrukt de Bask gedurende de dag meermaals.
La Real is er trots op dat spelers die het hoogste niveau wel halen daarvan ook het belang inzien. Zo rondde aanvoerder Oyarzabal bijvoorbeeld een universitaire opleiding bedrijfskunde af, terwijl hij al prof was. Centrale verdediger Jon Pacheco doet eenzelfde studie, terwijl international Martin Zubimendi bezig is om bewegingswetenschapper te worden. Talent en buitenspeler Ander Barrenetxea volgt een opleiding tot leraar basisonderwijs.
Meermaals per week, zo ook vanavond, krijgen jeugdspelers daarom ook ‘training’ buiten het veld. Real Sociedad heeft leraren in dienst en de lessen waar tieners werken aan vakken die ze moeilijk vinden zijn verplicht. Op het veld zijn de eerste groepen inmiddels aan het afronden: zij gaan zo van bal naar bijles. Zodat ze hoe dan ook een kansrijke toekomst hebben, ook als ze het eerste niet halen. „We willen ze klaarstomen voor het leven”, aldus Azurza, “of dat nou is als voetballer of als dokter of loodgieter.”