N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Overtoerisme In de historische wijken van Sevilla bepalen toeristen het straatbeeld. Het levert veel geld op, maar voor bewoners is minder plek.
Het geratel van rolkoffers galmt door de smalle straatjes van de wijk Santa Cruz in Sevilla, de hoofdstad van de Spaanse regio Andalusië. Aan Plaza Santa Marís luistert een groep senioren aandachtig naar wat de gids vertelt over de Giralda, een minaret uit de tijd van het kalifaat van Almohaden, een Marokkaanse moslimdynastie. Het was destijds [1184-1401] de hoogste minaret ter wereld. Tegenwoordig is de Giralda als klokkentoren onderdeel van de aangrenzende kathedraal.
Het plein wemelt van de toeristen van over de hele wereld. Ze strijken neer in de voormalige Joodse wijk Santa Cruz en maken allemaal dezelfde foto’s. Poseren voor de kathedraal, fontein, een tuintje met paarse bloesem. De straat vult zich met Nederlands, Engels, Frans, Japans en verschillende Arabische dialecten.
„We raken onze stad kwijt”, klaagt de gepensioneerde Carlos, met een beige hoedje op. Hij woont in El Arenal, een wijk verderop, maar ook daar ziet hij de buurt drastisch veranderen. „Er zijn nog maar weinig van ons over. Iedereen is vertrokken door de explosieve komst van de toeristen”, zwaait hij met zijn wandelstok. „Mi querida Sevilla, weg door kapitalisme.”
Uit onderzoek van toerismeorganisatie Exceltur blijkt dat zes op de tien appartementen in Santa Cruz worden bezet door toeristen, meer nog dan in Madrid en Barcelona. Door het massatoerisme zijn de huurprijzen omhooggeschoten en de inwoners van de wijk hun huizen uitgedreven. Het aanbod aan huurwoningen is klein en volgens vastgoedbedrijf Idealista kost een appartement van zeventig vierkante meter nu ruim 840 euro, zeker 200 euro meer dan tien jaar geleden. Ook is de kwaliteit van leven afgenomen, door geluidsoverlast, onveiligheid en hoge kosten voor het levensonderhoud.
Hele jaar zon
De 32-jarige Cynthia Fernández uit Bilbao woont al zeven jaar in Sevilla en werkt in een winkel met sieraden en keramiek aan de Calle Rodrigo Caro. De afgelopen jaren heeft ze veel woningen zien verdwijnen. „Elk huis is hier nu een Airbnb of hotel. Hier verderop staat nog één huis dat niet is omgetoverd tot een toeristenverblijf, maar daar woont ook niemand meer”, vertelt ze vanachter de toonbank.
Ze heeft begrip voor de kritiek, maar „iedereen leeft hier van het toerisme. Dat is ons brood. Wat moeten we anders. Sevilla heeft alle ingrediënten voor toerisme. Geschiedenis, cultuur, mooi weer en lekker eten.”
Het veranderende klimaat zorgt ervoor dat de toeristen blijven komen. „Onze winters worden korter. Waar we voorheen een winterstop van vier maanden hadden, duurde afgelopen winter maar vier dagen. Doordat het zonnetje het hele jaar door schijnt, heeft de stad nauwelijks rust”, legt Cynthia uit.
Lees ook: ‘Welke stad laat zijn mooiste stuk onderpissen?’
Op een terras verderop zitten de vier Britse vriendinnen Kate, Amanda, Ming en Lidia aan de sangria. „Deze warmte had ik niet verwacht”, roept Amanda. Op de vraag wat ze vinden van klagende bewoners vanwege de vele toeristen reageert ze jolig. „Als dat je problemen in het leven zijn, dan heb je het echt goed. Toerisme is een teken van welvaart.”
Krimp
De 64-jarige María José del Rey is voorzitter van de buurtvereniging in Santa Cruz en pleit al jaren voor een toerismestop. „We willen geen nieuw Venetië worden”, zegt ze. „We hebben onze kinderen zien vertrekken. De kans dat ze terugkomen naar deze wijk met alle ongemakken, lijkt me erg klein.”
Het gemeentebestuur heeft de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen om de wijk leefbaarder te maken. Zo mogen gidsen geen megafoons meer gebruiken, en mag er na middernacht geen muziek worden gedraaid in de horeca. En sinds vorig jaar zijn toeristenverblijven alleen toegestaan op de begane grond en eerste verdieping. Maar de regel werkt niet met terugwerkende kracht, en heeft volgens de inwoners van Santa Cruz dus weinig zin. De nieuwe regels verhinderen evenmin de aankoop van panden door investeerders.
De socialistische burgemeester Antonio Muñoz belooft nu dat er geen vergunningen meer worden verleend voor toeristenwoningen als hij bij de lokale verkiezingen van 28 mei wordt verkozen. Maar of hij dat kan waarmaken, is nog maar de vraag: het regiobestuur van An-da-lu-sië moet dergelijke wijzigingen goedkeuren, maar president Juan Manuel Moreno van de conservatieve partij Partido Popular zegt voorstander te zijn van ‘vrije concurrentie’.
Want het toerisme brengt wel voordelen met zich mee. Alleen al Semana Santa – de Goede Week die begint met Palmzondag en eindigt met Pasen – leverde de stad meer dan 400 miljoen euro op. Bovendien is de werkloosheid gedaald tot het niveau van voor de economische crisis in 2008, dankzij de vraag naar receptionisten, schoonmakers, keukenpersoneel, tuiniers en chauffeurs.
Afstraffen
Maar Del Rey vindt dat de bewoners niet mogen worden vergeten. Volgens haar moeten de toeristenverblijven financieel aangepakt worden, door een extra toeslag bovenop de toeristenbelasting. „Mensen komen hier om te feesten of lopen tot diep in de nacht te schreeuwen op straat. En wanneer ze vertrekken, heb je de volgende dag weer een nieuwe groep. Wij moeten iedere ochtend gewoon werken. Met een toeslag houd je de uitbaters verantwoordelijk voor de overlast.”
Of dat voldoende is om het toerisme te weren, is de vraag, want Sevilla heeft veel moois te bieden. Op Plaza del Triunfo rijden koetsjes de aanliggende steegjes in en uit. De inzittenden houden hun camera’s in de aanslag en schieten elke paar meter een foto van de Moorse gebouwen. In de schaduw van de palmbomen proberen families aan de brandende zon te ontkomen. Een groep fietsers dendert over de tegeltjes. „Linksaf!”, roept iemand in het Nederlands.