Ratan Tata (1937-2024) bouwde familieconcern uit tot mega-imperium

Ratan Tata was een industrieel en groot autoliefhebber. In zijn woonplaats Mumbai zag hij hoe hele Indiase gezinnen zich op een kleine bromfiets wurmden om zich te verplaatsen. Dat moet veiliger kunnen, dacht Tata. Hij ontwikkelde de Tata Nano, met een prijs van rond de 1.200 euro in de markt gezet als ’s wereld goedkoopste autootje.

Het werd geen succes. De auto kende technische en productionele problemen en de Indiase bevolking viel niet voor iets wat als goedkoopste ter wereld werd weggezet. Toch zegt het idee veel over de visie van Ratan Tata en de richting die het familieconglomeraat onder zijn leiding was ingeslagen: het koppelen van zaken aan sociale bewogenheid.

Sinds zijn aantreden als topman groeide Tata Sons, het moederbedrijf van onder meer staalproducent Tata Steel, uit van een grootmacht in India tot een wereldwijde speler met een miljardenomzet en meer dan een miljoen personeelsleden. Met een bedrijvenimperium dat zich uitstrekte van thee tot luchtvaart en van IT tot hotels. Maar ook een conglomeraat dat met name in Europa een wat controversiële bijklank had. Tata overleed deze week op 86-jarige leeftijd.

Overname Hoogovens

Ratan Tata werkte na een studie architectuur in de jaren vijftig en zestig in de VS al tientallen jaren bij het concern toen hij in 1991 de leiding overnam van zijn oom J.R.D. Tata, die het imperium in 1953 oprichtte. Tata Group, met boven zich moedermaatschappij Tata Sons, produceerde al sinds de tweede helft van de negentiende eeuw staal, maar kende ook een ietwat saai imago.

De aanstelling van Ratan Tata viel samen met de liberalisering van de Indiase economie. Het land, op weg om een wereldspeler te worden, opende de eigen markt en liet onder meer bepaalde import- en exportbeperkingen vallen. Het stelde Indiase bedrijven in de gelegenheid ook in het buitenland te groeien.

Tata greep die kansen aan om verschillende grote overnames te doen. In Nederland is hij het bekendst van de overname van de staalfabrieken in IJmuiden. Het oude Hoogovens fuseerde in 1999 met British Steel tot Corus. Negen jaar later kwamen de Nederlandse en Britse fabrieken voor bijna 10 miljard euro in handen van Tata Steel.

Het was niet de enige Britse overname die het concern deed. Zo werd in 2000 met Tetley al de grootste theeproducent van het Verenigd Koninkrijk overgenomen. In 2008 voegde Tata autofabrikant Jaguar Land Rover toe aan het uitdijende imperium. Al met al werd het Indiase bedrijf de grootste industriële werkgever in het VK. De overnames werden ook wel eens met een knipoog omgekeerd kolonialisme genoemd, een verwijzing naar de status van India als voormalig Britse kolonie.

Later werd ook luchtvaartmaatschappij Air India overgenomen van de Indiase overheid.

Omstreden

Niet alle investeringen werden een succes, zoals het voorbeeld van de Tata Nano-auto bewees. De Britse staalfabrieken waren log, in de ogen van Tata. Er was „te weinig geïnvesteerd en te veel personeel” om ze rendabel te maken, zou hij zich eens laten ontvallen. Er moest steeds geld bij. In 2016 werd een poging gedaan ze van de hand te doen, maar zonder succes.

De staalactiviteiten in Nederland staan bovendien al een tijdje in een negatief daglicht. De fabriek in IJmuiden is de grootste CO2-uitstoter van Nederland. Ook blijkt de laatste jaren hoe groot de gezondheidsrisico’s voor omwonenden zijn.


Lees ook

Gezondheidsschade door Tata erger dan gedacht, stelt rapport. Toch is er toekomst voor staal maken in de IJmond

De staalproductie bij Tata Steel in Velsen blijkt schadelijker voor de gezondheid dan eerder is gerapporteerd.

Het wat controversiële imago staat in schril contrast met de status van grootindustrieel die Ratan Tata met zijn bedrijf in India geniet. Tata Group is voor twee derde in handen van liefdadigheidsfondsen. Daarmee bekostigt het concern onder meer academies, onderzoeksinstituten en ziekenhuizen. Het steunt bovendien organisaties die armoede bestrijden en het Indiase platteland tot ontwikkeling brengen. Daarnaast staat Ratan Tata er bekend om het oog dat hij had voor de omstandigheden van arbeiders.

Conflicten waren er echter ook. In 2012 deed Tata de leiding van het conglomeraat over aan de Indiaas-Ierse Cyrus Mistry. In 2016 werd die alweer ontslagen door Tata, die hem tegenvallende resultaten aanrekende. Ook zou Mistry afbreuk hebben gedaan aan het filantropische karakter van moederbedrijf Tata Sons. Het leidde tot een machtsstrijd die breed uit werd gemeten in de media. Uiteindelijk stelde het Indiase gerechtshof Tata in het gelijk.

Premier Modri geraakt

Toch zal Tata in India vooral herinnerd worden om zijn zakelijke succes en menselijke kant. Toen bij terroristische aanslagen in 2008 in Mumbai een van Tata’s hotels werd aangevallen, kwamen elf medewerkers om het leven. Tata zegde de nabestaanden toe het salaris te zullen uitbetalen wat zij de rest van het leven zouden hebben verdiend.

Biograaf Peter Casey beschrijft hem tegenover de BBC als een „bescheiden, gereserveerde man” die werkte met „enorme discipline”. Die toewijding was onder meer mogelijk omdat Tata niet getrouwd was en ook geen kinderen had.

De Indiase premier Narendra Modi kende Tata goed en noemt hem „een visionaire zakenman” en een „bijzonder mens”. „Zijn overlijden komt hard aan.”