Rapsody is de beste rapper van het moment – Arooj Aftab heeft een juweel van een album


De beste rapper van dit moment heet Rapsody

De beste rapper van dit moment heet Rapsody. Het kan zijn dat u recent las over andere rappers die ‘The Big Three’ zouden zijn – stomtoevallig alle drie commercieel zeer succesvolle Amerikaanse mannen van dezelfde generatie die de artistieke top van hiphop zouden vormen. Dat is een misverstand. Dé rapper die op dit moment in haar carrière in de beste vorm steekt – en het ene meesterwerk opvolgt met de volgende – is Rapsody.

En u kent haar niet, omdat ze een vrouw is. „Er bestaat geen ‘vrouwelijke’ hiphop”, zei Rapsody twee weken geleden op X. „Het is gewoon hiphop, lieverds.”

Op dit album, haar eerste in vijf jaar, rapt Rapsody dat wanneer ze een penis had gehad, haar naam ongetwijfeld genoemd zou worden als een van de groten in het genre. Het is meer dan grootspraak: ze is een overdonderend sterke rapper – inhoudelijk, technisch en artistiek van de absolute buitencategorie, met een superieur oeuvre vol prachtig veelzijdige, intense en gelaagde albums.

Het raamwerk van dit album is een terugkerende therapiesessie met actrice Phylicia Rashad die haar prikkelende vragen stelt over haar emoties, en wie ze is. Een passende context voor Rapsody’s muzikaal meest veelzijdige en uitwaaierende album tot nu toe. Het schakelt tussen oppeppende trap en intieme en jazzy spoken word; tussen boombap en rockende riffs, reggae en r&b – waarin ze het ene moment rauw zelfverzekerd is, en het volgende kwetsbaar introspectief.

Of we alsjeblieft niet willen huilen, vraagt Rapsody ons. Dat lukt ons niet bij ‘Loose Rocks’, een nummer over dementie en de angst dat je dierbare straks aan iemand anders vraagt wie jij bent wanneer je op bezoek komt. Rapsody laat haar emoties stevig doorklinken, of ze nou op harde drums en vol flair als een Jay-Z op zijn top haar positie in de rapwereld claimt – zoals in ‘Asteroids’ en ‘Back In My Bag’ – of in het intieme ‘3:AM’ met Erykah Badu zó warm en openhartig tegen een geliefde ex praat, dat het haast ongepast klinkt; alsof je een privébericht afluistert.

Het krioelt in haar nummers van de spitsvondige metaforen, melodieën en muzikale thema’s die speels creatief verwijzen naar culturele mijlpalen. Ze rapt over paniekaanvallen, razende relatieruzies, haar zoektocht naar zelfliefde en acceptatie. Over elke dag weer overeind blijven staan, ondanks tegenwerking en traumatische ervaringen.

Op ‘Raw’ inspireert gastartiest Lil Wayne haar tot dé verse van het jaar – een in intensiteit en toonhoogte steeds verder toenemend, vlammend woordenbombardement propvol ijzersterke beelden en verwijzingen. Rapsody verwijst op het album meermaals naar Lauryn Hill en is net als op Hill’s klassieke solodebuut The Miseducation of Lauryn Hill afwisselend soepel en stoer, en zoekend en spiritueel.

Ze pelt nauwgezet, strijdbaar en superieur de hokjes af waarin ze wordt geplaatst. Als zwarte vrouw, als rappende vrouw, als vrouw. „Het is gewoon hiphop, lieverds.”

Saul van Stapele


Arooj Aftab kiest voor nachtelijk donker op juweel van een album

Daglicht is zo fel. Je kunt alles zien, en alle waarheden zomaar van iedereens gezicht aflezen. Tja, wie wil dat? Arooj Aftab niet, zo vertelde ze in de aankondigingsvideo van haar nieuwe album Night Reign. De Pakistaanse, al jaren in de VS wonende componist-zangeres kiest voor het donker. Haar liefde voor de nacht, voor de rust, voor de extase, voor alle verschillende varianten daarop betuigt ze op een juweel van een album. Romantisch en meeslepend, meditatief en beschouwend, en totaal uniek.

De muziek is niet donker in de zin van hopeloosheid. Niet naar, nachtmerrie-achtig of verontrustend, maar gewoon wakker en genietend van de deken van het donker. Ze reflecteert en versterkt de muziek met haar teksten, veelal in Urdu en soms eeuwenoud, dwars door alle taalbarrières heen terwijl ze ze zacht en bijna fluisterend zingt. Alsof ze te delicaat zijn om zomaar overdag op volle kracht te laten horen. Ook de kapotgespeelde jazzstandard ‘Autumn Leaves’ wordt zo een delicaat kleinood, waarin haar stem aan die van Sade doet denken.

Veel songs op Night Reign zijn gearrangeerd door Aftab met harpist Maeve Gilchrist en bassist Petros Klampanis, met wie ze in 2022 een onvergetelijk concert speelde in een kerkgebouw in Amsterdam. Hun chemie is onweerstaanbaar. Ze hebben heel erg hun eigen sound, en toch vormen ze een natuurlijke symbiose in Aftabs droommuziek. Elders hoor je onder anderen ook flugelhornist Nadje Noordhuis, vibrafonist Joel Ross, Moor Mother, bassiste Linda May Han Oh en – echt waar – Elvis Costello op Wurlitzer.

Halverwege het album zit het bescheiden hoogtepunt: ‘Saaqi’, met Vijay Iyer op piano. Zeker niet het meest urgente nummer van de plaat, maar in het donker met krekels, uilen of motjes als gezelschap, of juist om de ruis van de stad weg te houden, is het de perfecte soundtrack. De fluwelen stem van Aftab heeft de hoofdrol, ondersteund door de subtiele noten van Iyer, wat basplukjes en vioolstreken die mysterie toevoegen door soms net heel licht dissonant te spelen. En dan halverwege vloeit het nummer verder weg, bijna ongrijpbaar, met een passerende gitaar en de betoverende pianolijnen van Iyer. Zo diepgaand kan lichtvoetige muziek zijn.

Het is de derde prachtige plaat van Aftab op rij. Na het pijnlijk mooie Vulture Prince volgde het experimentelere, maar ook weer sterke

Peter van der Ploeg


Lees ook
‘Mensen zoals ik zijn voorbestemd om overal tussenin te zitten’

Zangeres Arooj Aftab: ‘Mensen zoals ik zijn voorbestemd om overal tussenin te zitten’




Guy Salamon – Free Hugs

Rasoptimist met tuimeljazz bundelt zijn geniale gekte en uiterst originele componeerdrift op het in het Spaanse Girona opgenomen Free Hugs. De alweer derde plaat van de Israëlische, in Amsterdam woonachtige jazzdrummer en componist Guy Salamon is zijn meest consistente. Tenminste, als je het aantal absurde wendingen kunt bijhouden. De ballade ‘nightfall 2’ is een ontroerende uitzondering. (Amanda Kuyper)




Lenny Kravitz – Blue Electric Light

Wie zijn fitnessfilmpjes ziet (detail: in leren broek!), denkt misschien: och die Lenny Kravitz komt op zijn zestigste zijn tijd prima door daar op de Bahama’s, met af en toe een acteerklusje. Maar in zijn strandstudio kwam het toch weer tot een album en dat valt beslist niet tegen. Blue Electric Light klinkt, op enkele miskleuntjes na, zeer geïnspireerd: van aanstekelijke vintage funk en soul of gedreven bluesrock waarin multi-instrumentalist Kravitz als vanouds de poseur-popster is. Opvallend: meer en meer mengt zijn stijl met die van Prince. (AK)




Mach-Hommy – #RICHAXXHAITIAN

Intrigerende rapper Mach-Hommy bouwt aan een dijk van een discografie. Met gedempte, sfeervolle producties, en in ontspannen gerapte zinnen vol spitsvondige poëzie, schetst hij een beeld- en ideeënrijk universum. Hij is politiek strijdbaar, verwijst naar het leed van de burgers in Gaza, en maakt van de woorden ‘Internationaal Monetair Fonds’ een aanstekelijk schmierend refrein. (SvS)




Bring Me the Horizon – Post Human: NeX GEn

De titel van het nieuwe album van de Britse metalcoreband Bring Me the Horizon leest als het zoveelste vervolg in een superheldenfilmreeks. En dat klopt wel: hun opgeglimde, dynamische heavy rock heeft in elk hoekje een effect om je wakker te houden, maar daaronder zit een op hooks leunende popgroep verstopt. Imagine Dragons, maar dan dat er soms een kettingzaag of gehaktmolen aangaat. (PvdP)