‘We zijn onze fundamenten als ornamenten gaan beschouwen.’ Het is een van de vele prikkelende aforismen uit het essay De fundamenten dat dichter en acteur Ramsey Nasr in het coronajaar 2021 schreef. Het kleine boek met de pontificale titel, over het nut van kunst, de klimaatcrisis en de steeds strakkere strop van het funeste rendementsdenken, werd in mum van tijd een bestseller. Componist Camiel Jansen besloot het essay op muziek te zetten, met vijf zangsolisten en Nasr als verteller. Het oratorium De fundamenten, voor het Radio Filharmonisch Orkest geleid door dirigent Stéphane Denève, gaat zaterdagmiddag in première in de NTR ZaterdagMatinee.
Nasr vond het een „krankzinnig” idee, een essay op muziek zetten, en was er dus meteen voor te porren: „Ik kon me er niets bij voorstellen, maar ik hou ervan als kunstvormen elkaar kruisen en overlappen.” Uiteraard moest de tekst wel bewerkt worden: „Een libretto heeft eigen wetten, een essay kun je niet zingen. Ik vond het belangrijk dat Camiel en ik er samen aan zouden werken, ik wilde weten wat voor hem de kern was. En ik was trouwens niet van plan om zelf een rol in de uitvoering te hebben, maar ja.”
Computerversie
Jansen en Nasr zitten op een dinsdagmiddag in de kantine van het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum, na afloop van de eerste repetitie met alle solisten. Er is een geweldige cast van jonge Nederlandse zangers: Laetitia Gerards, Sterre Konijn, Fanny Alofs, Michael Wilmering en Frederik Bergman. Nasr is klassieke muziekfanaat en heeft net voor het eerst achter de lessenaar gestaan. En is er nog steeds vol van: „Ik had een computerversie van Camiel gekregen, waarbij hij zelf alle stemmen had gezongen. Dat gaf wel een idee, maar dit was toch anders.” Zondag was er ook al een voorproefje in kleine bezetting te horen in tv-programma Podium Klassiek.
Ook Jansen is opgetogen. Hij maakte eerder onder meer muziektheatervoorstellingen over de Nederlandse fascist Gerard Bolland en over het Toeslagenschandaal, maar dit is zijn meest complexe werk tot nog toe, stilistisch divers, geestig en rijkgeschakeerd. „Uiteindelijk heb ik advies gevraagd aan collega Arjan Linker, die een heel fijn klankbord was en me ook geholpen heeft bij de orkestratie van twee secties waarin ik vastliep. Het was een grote klus maar ik ben heel blij met hoe het uiteindelijk geworden is. Denk ik.” Jansen lacht om zijn eigen voorbehoud. Woensdagochtend hoort hij voor het eerst het orkest en dat is spannend: „Ik heb de planning gezien, ‘Jansen na de koffie’ staat er.”
Coronapersconferentie
De fundamenten is een oratorium in tien delen, met drie spreekteksten. De eerste scène heeft de vorm van een coronapersconferentie, en de bevreemdende stilstand van de lockdowns loopt als een rode draad door het werk. Maar er is ook een terugblik op de erfenis van veertien jaar Rutte en een scène over een kunstproject met twee buurtvarkens (Arie en Japie) die in de Rotterdamse wijk Katendrecht voor sociale cohesie zorgden – en voor collectieve verontwaardiging toen ze geslacht zouden worden voor een buurtbarbecue.
Het gedicht ‘Uit nutteloze noodzaak’, waaruit Nasr in zijn essay een paar regels citeert, kreeg een grotere rol in het libretto. Nasr schreef het in 2010 als Dichter des Vaderlands toen de desastreuze Zijlstra-bezuinigingen werden aangekondigd: ‘Kunst is maar een bijproduct / zij is niet nodig om te kunnen / leven, eten, / neuken, ademen’ – waarbij die laatste infinitieven daverend gezongen worden door het solistenkoortje.
Eigenlijk waren Jansen en Nasr in gesprek over een opera op basis van een monoloog die Nasr een aantal jaar geleden schreef. Ondertussen had Jansen plannen voor een orkestwerk voor de ZaterdagMatinee over het jaar 2020, om het „collectieve gevoel” uit het begin van de coronatijd terug te halen. Programmeur Frank Veenstra stelde voor om er iets vocaals van te maken: „En toen dacht ik meteen aan dat essay van Ramsey. Maar die opera gaat er ook nog komen!”
Lees ook
‘Die hele opgefokte manier van leven van ons, de ratrace, de drukte – het viel allemaal weg’
Wrange paradox
Wat zijn nu eigenlijk de fundamenten? Nasr: „Voor mij zijn het de zachte waarden van onze samenleving, die zich niet laten uitdrukken in economische termen. Zorg, onderwijs, cultuur. Juist de zaken die wij vaak als ornamenten beschouwen zijn de fundamenten. Je kunt er een tijdlang achteloos mee omgaan, zoals nu gebeurt, maar uiteindelijk zijn ze niet bestand tegen verwaarlozing en afbraak.”
Het is een wrange paradox dat de leiders die het hardst op de trom van ‘onze cultuur’ slaan er het minst om blijken te geven. „Wij houden wel van onze kunstenaars”, zegt Nasr, „maar pas als ze dood zijn en geld in het laatje brengen. Rembrandt, Van Gogh. Ook zij zijn ergens begonnen, maar kunst- en cultuuronderwijs, broedplaatsen, ruimte voor experiment en ontplooiing – het wordt allemaal gesloopt.”
Jansen: „Ramsey’s essay raakt aan veel dingen, van de evolutietheorie tot de vleesindustrie. De diepere laag daaronder is hoe wij als mensen omgaan met de dingen die er echt toe doen. Marktwerking en winstbejag in plaats van zorg voor elkaar en voor de planeet. Wij zijn het enige dier dat zichzelf te gronde richt – dat is een verbijsterend feit.”