Raad voor Cultuur: ‘Maak duurzaamheid en diversiteit vereiste voor subsidie’

Advies Raad voor Cultuur De Raad voor Cultuur stelt in zijn advies voor de komende BIS-periode hogere eisen aan duurzaamheid, arbeidsvoorwaarden, diversiteit en inclusie en goed bestuur.

Nederland, Terschelling, 14-06-'19; TERSCHELLING - De dome van het Nieuw Utrechts Toneel tijdens de eerste dag van theaterfestival Oerol.ANP KIPPA KEES VAN DE VEEN
Nederland, Terschelling, 14-06-’19; TERSCHELLING – De dome van het Nieuw Utrechts Toneel tijdens de eerste dag van theaterfestival Oerol.ANP KIPPA KEES VAN DE VEEN

Alle culturele instellingen die vanaf 2025 subsidie willen krijgen van het ministerie van OCW, moeten een plan opstellen om vóór 2030 te verduurzamen.

Dat voorstel staat in het deze maandag verschenen advies van de Raad voor Cultuur voor de volgende ‘BIS-periode’, de vierjaarlijkse periode waarvoor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap structurele subsidies toekent aan culturele instellingen. De BIS (culturele basisinfrastructuur) is de belangrijkste rijkssubsidie voor de culturele sector.

Niet alleen op gebied van duurzaamheid is het advies van de Raad voor Cultuur voor de BIS-periode 2025-2028 veeleisender dan in de voorgaande periode. De Raad wil de cultuursector ook strenger houden aan het naleven van de ‘codes’, de afspraken die in de sector zijn gemaakt voor arbeidsvoorwaarden, diversiteit en inclusie, en goed bestuur.

De naleving zal „zwaarder [meewegen] dan voorheen het geval was”. De Raad wil bij het beoordelen van artistieke kwaliteit bijvoorbeeld ook meewegen hoe een gezelschap omgaat met diversiteit.

Ondanks die extra eisen denkt de Raad dat het lukt om de bureaucratische rompslomp te verminderen, zoals staatssecretaris Gunay Uslu (Clutuur, D66) de Raad in oktober vroeg. Zij schreef toen dat er een „relatief eenvoudige aanvraagronde” komt voor 2025-2028, met „rust en vereenvoudiging”. Ruim 110 culturele instellingen krijgen via de BIS jaarlijks rechtstreeks in totaal bijna 200 miljoen euro subsidie van het ministerie van OCW (de ‘kleine bis’). Nog eens ruim 200 miljoen gaat naar de zes rijkscultuurfondsen, waar instellingen ook subsidies kunnen aanvragen (tezamen de ‘grote bis’).

CO2-voetafdruk

Het is de eerste keer dat de Raad voor Cultuur voorstelt om aan instellingen zoals dansgezelschappen, symfonieorkesten en theaters eisen op te leggen die moeten leiden tot de reductie van hun CO2-uitstoot en gebruik van grondstoffen.

„Je ziet een paar voorlopers – vooral instellingen met een jong publiek, zoals festivals – maar de culturele sector is er nog niet systematisch mee begonnen”, zegt voorzitter Kristel Baele tijdens een gesprek bij de Raad voor Cultuur in Den Haag. „In de zorg en het onderwijs zie je hetzelfde probleem. Maar Nederland heeft doelstellingen voor CO2-uitstoot, circulariteit, enzovoort. Dus die gelden ook voor culturele instellingen.”

Uit onderzoek van NRC bleek eerder dit jaar dat de cultuursector weinig aandacht heeft voor duurzaamheid. Het Mondriaan Fonds bijvoorbeeld, het grootse beeldende-kunstfonds in Nederland, heeft verduurzaming niet in haar langetermijnvisie opgenomen. Ook worden meerdere instellingen gesponsord door ‘fossiele’ bedrijven, zoals KLM of de NAM.

De Raad wil dat OCW de instellingen verplicht om uiterlijk in 2025 een ‘nulmeting’ te doen om hun CO2-voetafdruk te bepalen. Ook moeten ze, volgens het advies van de Raad, een vergroeningsplan opstellen voor de komende vijf jaar. Bovendien wil de Raad kennis over duurzaamheid in de cultuursector bevorderen. Baele: „Er zijn bijvoorbeeld heel veel subsidiepotjes voor verduurzaming, maar als instelling heb je geen tijd om dat allemaal uit te zoeken.”

Periode van de codes

De komende BIS-periode 2025-2028 wordt niet alleen de periode van vergroening, het wordt ook de periode van de codes: Fair practice, Diversiteit & Inclusie en goed bestuur (‘governance’) moeten centraal komen te staan in de praktijk van de instellingen. In haar adviesaanvraag over deze BIS-periode vroeg staatssecretaris Uslu de Raad voor Cultuur om de toepassing van de drie codes een belangrijke rol toe te kennen. In de huidige periode 2021-2024 volstaat het nog als instellingen de codes onderschrijven.

„De huidige BIS-periode was bedoeld om de codes te gaan toepassen, maar zonder dat het een knock-out-criterium werd”, zegt Kristel Baele. Dat wordt nu anders: bij alle subsidiecriteria gaat de toepassing van de codes meewegen, zover dat relevant is.

De code Diversiteit & Inclusie wordt in ieder geval integraal onderdeel van de beoordeling van élk criterium. „Alle soorten diversiteit, niet verengd tot kleur. De raad realiseert zich goed dat diversiteit anders is in Arnhem, Rotterdam of Leeuwarden. De context waarin je werkt, de samenstelling van je bevolking: we willen dat je die incorporeert in je programma, je personeelsbeleid en je bedrijfsvoering en je artistieke manier van werken.”

Ook bij ‘artistieke/inhoudelijke kwaliteit’, volgens sommigen het belangrijkste beoordelingscriterium, worden diversiteit en inclusie dus belangrijker, legt Baele uit. „Als je in een regio zit waar bepaalde vraagstukken leven, kun je dat meenemen in je programmering. Dan gaat het er niet alleen om of iets mooi is, maar ook of het een dilemma, een vraagstuk, of de geschiedenis adresseert – dat kan van alles zijn.”

Het Koninklijk Concertgebouworkest ging per trein op tournee door Oostenrijk.
Foto KCO

Eerlijke beloning

Daarnaast wil de Raad de eisen aan Fair Practice, en dus ook aan eerlijke betaling aanscherpen. De toepassing van ‘collectieve tariefafspraken’, ook met zzp’ers, wordt volgens het advies vanaf 2025 een verplichting. Daarmee wil de Raad aansluiten op beleid dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in dat jaar wil invoeren om de positie van werkenden te versterken.

Volgens de Raad werkt 95 procent van de BIS-instellingen al met cao’s of andere collectieve beloningsafspraken. Voor eerlijkere betaling van zzp’ers voeren culturele beroepsgroepen momenteel gesprekken binnen het door het ministerie van OCW gefinancierde ‘Platform Arbeidsmarkt Culturele en Creatieve Toekomst’ (Pacct). „Instellingen hebben nog ruim een jaar de tijd om die afspraken te maken. We hebben het door Pacct laten toetsen, dus daarom zijn we er vrij zeker van dat het ook kan.”


Lees ook het onderzoek naar duurzaamheid in de culturele sector: Groen is het nieuwe zwart